Gedanste tragedie
Arthur van
Schendel: ‘De wereld een dansfeest’
Er is een anekdote van twee Engelse boezemvrienden die besloten samen
een reis om de wereld te maken. Maar te Dover aangekomen, speelden zij,
wachtend op de boot waarmee zij naar het continent zouden oversteken, een
partij biljart. Al biljartend vervreemdden ze, de een vond de wijze van spelen
van de ander onverdraaglijk, en bitter ontgoocheld keerden zij beiden, langs
verschillende route, naar Londen terug.
Maak van de twee boezemvrienden twee gelieven, van de wereldreis het
huwelijk, van het biljart een dansvloer; zeg dat twee gelieven zielsveel van
elkaar hielden, maar tijdens het dansen een gebrek in ritmische aanpassing
bespeurden dat hen voor het aangaan van een levensverbintenis deed
terugdeinzen; zeg dat zij, door neiging en trots genoopt, elkaar twintig jaar
lang bleven zoeken, afstoten, ontwijken en weer vinden, zodat de loop van hun
beider leven, uit de verte ener zaal bezien, iets kreeg van de dansfiguren van
een elkaar op een podium ontvluchtend en vervolgend danspaar, en gij hebt de
inhoud van
Van Schendels jongste boek ‘
De wereld een dansfeest’ in grote trekken voor u. Voeg
hier aan toe, om ook van de zeer originele schrijftrant van dit boek een indruk
te krijgen, dat de beschrijving van deze levensdans geleverd wordt door
negentien belangstellende ooggetuigen, ooggetuigen die, door de charme der
dansers of door de meeslependheid van de dans zelf in het drama betrokken
geraakt, achtereenvolgens verslag uitbrengen van de passage in de gedanste
tragedie die zij hebben bijgewoond, dit doende elk op zijn persoonlijke manier
en naar gelang zijner bevattelijkheid. Noch de dansers zelf, Daniel en Marion,
noch hun ouders, die zich zonder een zucht te slaken terwille van hun kinderen
ruïneren, komen aan het woord. Neen, het zijn alleen de meer verwijderde, van
nature objectiever ingestelde toeschouwers, een makelaar, een leraar, een
kostschooldirectrice, een kamerverhuurder, een modiste, een juwelier, een
werkster,