zien.
Overzien, zeg ik, niet altijd meegemaakt. De ‘Zwervers’ maakt men niet mee, de zielstoestand is te apart;
maar de latere romans, speciaal ‘De waterman’, waar de zielstoestand ons allen aanspreekt,
ook het ‘Hollandsch drama’, ook ‘Verlaine’, want de
Verlaine-biografie is een
Van Schendel-roman, ook dit nieuwe boek weer,
men maakt ze mee, al is het dan, zoals hier, wat meer uit de verte.
Het zou mij verbazen, wanneer niet, evenals aan ‘De waterman’ de
Zwijndrechtse Nieuwlichters ten grondslag liggen, ook dit nieuwe boek zal
blijken te berusten op een min of meer historische figuur, een ‘Mijnheer de
rijke man’, een mondeling of door dagboek of anderszins overgeleverde
persoonlijkheid, die in
Amsterdam of Londen zijn excessieve particuliere
barmhartigheid en achterbuurtbezoek ten koste van gans zijn vermogen bedreef,
in de dagen dat het opkomend socialisme en het Heilsleger aan dit humanitair
instinct een meer algemene vorm begonnen te geven. Tolstoi en William Booth
waren geen eenzame meteoren, hun mentaliteit moet tal van kleinere en even
edele tijdgenoten hebben gehad. Mijnheer de rijke man is, evenals de
Nieuwlichters, een hartverscheurend voorbeeld van de wijze waarop, temidden van
versteende tradities, een kleine groep of een enkeling een nieuw en vruchtbaar
gevoel onbeholpen en argeloos propageren, zonder veel woorden, enkel door zelf
doen, en door er met zijn persoon voor te betalen.
Deze mentaliteit, die zich bestendigt in het offer en de gedurigheid der
zelfverloochening, naar voren te brengen en naar haar waarde uit te beelden,
maakt tevens de zonderlinge waarde van dit boek uit. Het beschrijft een vorm
van onverstoorbaar mensengeluk. Hoe onverstoorbaar dit is, blijkt wel uit het
weergaloze slot. De rijke man heeft geen cent meer, hij leeft van wat arme
mensen die hij vroeger steunde, hem geven, maar dit deert hem niet. Hij is voor
het eerst zorgeloos en vrij ‘als de vogelen des hemels’, want nu drukt hem de
armoede van anderen niet meer. Hij heeft gedaan hetgeen tot de Rijke Jongeling
tevergeefs gesproken werd.