J. van Oudshoorn
‘In
memoriam’
Zoals
Elisabeth Zernike de schrijfster is van één
vrouwenfiguur, zo is
Van Oudshoorn de schrijver van één man, die
men het best vindt weergegeven in zijn prachtige verhaal ‘De tweede fluit’ en
in de aanvang van zijn roman ‘
Willem Mertens' levensspiegel’ (Dit boek, als men het
overleest, zakt aanzienlijk na het eerste derde gedeelte, maar er is misschien
niemand die het zure leven in een kleine Hollandse stad, met zijn
achtergrachtjes en bierkroegjes, in zulk een verheven proza tot zulk een woeste
en broeiende gloed heeft opgetild, als hier gebeurd is). Van Oudshoorns
mannenfiguur bewandelt uitsluitend de nachtzijde van het leven, zit
gedeprimeerd in derderangs gelegenheden, tobt achter de rode gordijnen en de
gore opschik aldaar eindeloos over tal van wrange ervaringen, beklaagt
zichzelf, rekent met het leven af, en houdt zich, tussen geestverduisteringen
en momenten van kille overbelichting, staande op de