waarvan hij gaarne
de regels wilde leren kennen, en de correspondentie ontstond, die thans in
boekvorm uitgegeven werd. Spoedig na de aanvang der briefwisseling echter is
Rivière verloofd geraakt, met de zuster van zijn enige vriend, de schrijver
Alain Fournier, - hij begint studies te publiceren, hij kiest een literaire
loopbaan, en de correspondentie, die voor ons ligt, verloopt in
religieus-letterkundige opmerkingen over de grote studie die Rivière aan het
werk van
Claudel gewijd heeft (en waardoor Claudel
eigenlijk eerst in Frankrijk beroemd en gelezen werd), over Rimbaud,
Baudelaire, Engelse poëzie, elkaars recente publikaties, etc., in één woord, in
een briefwisseling, zoals die overal tussen grote schrijvers bestaan heeft en
die altijd voor ingewijden en lettré's van bijzonder belang is. Men vindt hier
wat Claudel over Renan en Taine denkt, over Coventry Patmore, die hij uitermate
(mijns inziens terecht) bewondert, over Chesterton, van wie hij fragmenten met
eerbied vertaalde.
Rivière zelf (krijg ik de indruk), nadat hij zijn groot opstel over
Claudel gepubliceerd heeft, trekt zich meer en meer van Claudel terug; loopt
over naar, of liever, komt onder de invloed van André Gide en, voor zover hij
een religieuze gids nog altijd van node heeft, verlaat zich meer op de
intimiteit van zijn gelukkig gezinsleven, op zijn vrouw, op de zachtmoedigheid
van godsdienstig ‘zoeken’, zoveel weldadiger voor zijn gemoed dan de misschien
wat barbaarse hevigheid van Claudels absolutisme en orthodoxe
uitbundigheid.
De correspondentie met Claudel is wanneer de oorlog uitbreekt reeds
gestaakt. Het is echter aantrekkelijk Rivières gedrag nog even te vervolgen. In
het begin van de oorlog wordt hij krijgsgevangene gemaakt en leeft drie jaar in
de grootste eenzaamheid en verstoken van alle geestelijk contact in een Duits
stadje. Hier schrijft hij zijn psychologische roman ‘Aimée’; hier begint weer
zijn inwendige strijd tegen wat hij de ‘werkelijkheid van het niets’ noemde.
Hij komt na de oorlog als een bekeerling in Frankrijk terug en heeft ‘A la
trace de Dieu’ geschreven. Maar terstond weer, in de schoot der huiselijkheid
te-