heid van een bewust sentiment opschroeft, of als hij in
zijn proza metafysische visioenen in verschrikkelijke verhalen die wij van
kindsbeen kennen, woelend en gistend nederdwingt. Zijn paarse, compacte,
vleselijke taal is als een donker middenrif, een groot trommelvlies, dat door
krachten uit een gebied ver buiten het bewustzijn, uit het geslacht of uit de
hersens, wordt beroerd en aangeslagen. Hij heeft dit met de dichters uit de
tijd van het symbolisme, waartoe hij behoort, gemeen, dat zijn voornaamste
schepping, waarvan dan ook al de afzonderlijke werken afhankelijk en
voortkomstig zijn, zijn instrument is, het aparte, geheel persoonlijk-gevormde
taalspeeltuig, het materiële woord-beeld van zijn wezen. Hij is een van die
dichters, die, als hun instrument niet zo sterk hun eigen schepping was, meer
de indruk zouden maken van bespeelden dan van bespelers. Vandaar misschien dat
hij de meeste bijval oogst, als hij zijn thema's niet zoekt, maar naar eigen
trant modulerend, variaties schrijft op bekende thema's, de oude mythen en
sprookjes, de tragische zin der aardse liefde, gegevens die wij allen kennen,
maar die wij nimmer zo vernamen als in de vibraties van zijn taalvermogen. Hij
neemt een gegeven zo oud als Genesis, hij bewerkt dit op de
ultra-persoonlijkste wijze, en door een zekere tegenstrijdigheid van het
algemeen-menselijke en het individuele, verneemt men een sonore
tweestemmigheid, een zwevende zware harmonie, geboren uit contrasten, waarvan
hij alleen het geheim bezit en waarmede hij zonder overdrijving tot de enkele
grote dichters van Europa kan gerekend worden.
Maar de beide elementen: bekendheid van het thema en hartstochtelijke
persoonlijkheid in de doorwerking, zijn gelijkelijk nodig.
Nu is misschien dit de reden waarom het genre ‘Interludiën’, waartoe ook ‘Zon in den rug’ behoort, zo weinig gehoor heeft gevonden:
dat zij slechts het gemiddelde van
Van de Woestijnes werkkracht vertonen. Hij is er
te ‘vrij’ in, niet gekluisterd door thema noch door hartstocht. Het is een
schijnbaar doelloos en speels aanslaan van het instrument, een willekeurig
fan-