daad poëzie is, en dat is veel - Daarbij komt dat zulks, in zijn
geval, naar ik meen te bespeuren, meer het resultaat is van een poëtische wil
dan van een poëtische natuur. Een enkele maal schijnt het mogelijk te zijn, dat
het creatief proces van kunst zich in omgekeerde richting beweegt, en dat dus
niet van de natuur uit zich een vorm verzelfstandigt, maar dat een vorm naar de
natuur toe wortel schiet en er weet binnen te dringen. Van Elro's verzen danken
zodoende, als ik mij niet vergis, hun leven aan de arbeidzaamheid van hun
kunstmatigheid, iets wat juist bij de meeste dichters van tweede orde, die het
doorgaans van het spontane moeten hebben, dodelijk is.
Wat men bij zijn verzen dan ook ondergaat, is niet ontroerd of vervoerd
worden, maar naar het leven verlangen. Mijmerend over deze poëzie, verlengt men
onwillekeurig de gedichten ‘hinab in die Wirklichkeit’. Als hij over Maria
Magdalena schrijft, voelt men dat bij hem niet een vrouw de aanleiding was voor
zijn visie van de Heilige, maar dat omgekeerd de Heilige hem een model was om
een vrouw weer te geven, wier mysterieus leven hem aantrok maar dat hem zonder
intermediair onbereikbaar en onverbeeldbaar zou zijn gebleven. Het is dan nog
slechts aan het opschrift ‘Magdalena’ na te gaan, met welke wapens, welke
hulpmethoden van verbeelding, zich de dichter, als het ware buiten het leven,
voorzien heeft alvorens zijn bewustzijn in een gevoel over te geven. Op dit
moment schrijft hij zijn verzen, maar voor ons die ze lezen is het proces van
doorbraak naar de natuur dan nog niet voltooid, en zoals ik zeide, ze doen
verlangen naar de werkelijkheid, temeer omdat die reeds hier en daar in enkele
zeer suggestieve details zich aankondigt. - (Ik wil aannemen dat de puntige
bolster schoon is omdat hij lijkt op een ster, maar als ik hem aanvaard is het
toch om de kastanje) - Ik wil aannemen dat de zonden van een vrouw door een
gedachte aan Magdalena als tragische zelfverwerping groot en vergeeflijk
lijken, maar als ik haar bewonder en liefkrijg is het toch om haar goede
hart.
In deze verzen is dus primair een zielstoestand, die eerst een