essayist, van wie men ongetwijfeld meer zal horen. Men kan niet anders dan dank
betuigen aan ‘De vrije bladen’ voor deze ‘daad van eenvoudige
rechtvaardigheid’. Ik meen dat ieder die belang stelt in moderne poëzie de
jaargangen van dit kleine maar literair-serieuze tijdschrift dient te
volgen.
Er is over
Herman van den Bergh enthousiast geschreven
door jonge theoretici en de meeste hunner opstellen zijn onleesbaar van
zwaarwichtigheid en grootspraak. Men sprak van zijn Joodse afkomst, zijn
Latijnse affiniteit, zijn Germaanse invloed. Heel Europa had tussen Apollinaire
en ‘Der Sturm’ in barensnood verkeerd om hem in
Amsterdam ter wereld te brengen. Zijn
originaliteit was verbluffend, zijn visionaire macht universeel.
Men heeft hem hiermede onrecht gedaan. Vroeger of later horen wij ze
toch, de duidelijke invloed van
Verhaeren, van
Van de Woestijne, van
Jacob Israël de Haan, zelfs van
Scheltema en het eerste werk van
Van Collem. Zijn nieuwheid is niet slechts
zijn korzelig maar vehement ritme, dat hij in Duitsland, en zijn glooiend
assonerend rijm, dat hij in Frankrijk leerde. Dit was zijn vorm, zijn
materiaal, maar wat hij er mee bedoelde en alleen daarmede kon uitdrukken, zijn
eigenlijke inhoud, daar gaat het hier om en daarover zwijgt men als men te lang
bij zijn schrijfwijze stilstaat, hoezeer deze expressief moge wezen, hoezeer
middel en doel hier bijna identiek zijn.
Van den Berghs wereld is geen oneindigheid, geen eenzaam plekje aarde,
met de sterren en ergens een hemel; zijn wereld is een aardse dikke ruimte, die
het leven tot en met God insluit. De lucht is geen leegte, ze is een zware
rechtstandige massa, waardoor vruchtbaarheid omlaagsijpelt, die ons telkens
weer, zwoegend in paring en baring, doet omhoogleven, als het ware geperst in
een kringloop. Menselijkheid is geen eenheid, wij leven ontbonden in elementen,
als kentauren, amfibieën tussen dier en God. Het goddelijke is ons zintuigelijk
ruimtebesef, het dierlijke onze vleselijke eeuwigheid. De dag beschrijft hij
herhaalde malen als een grote kom materie, waar de zon in het