vallen daarin een
wetmatigheid zien, en deze wetten weer vormen tezamen de ‘zin’ aller dingen,
wier betekenis wijd als de wereld en diep als de geschiedenis is.
Op zulk een overzicht, op zulle een samenstellende orde is ten slotte
alle geestelijke arbeidzaamheid der mensen gericht. En de kunst bekleedt daarin
een functie die enig en daarom onmisbaar is, die ook geen enkel tijdperk heeft
kunnen ontberen. Want terwijl wijsgerige, godsdienstige en wetenschappelijke
wereldaanschouwingen hun wereldbeeld slechts kunnen uitdrukken in daarvan
afgeleide, dus indirecte, begrippen en theorieën, zodat de mens om tot zulk een
wereldaanschouwing te komen zich eerst de begrippen en theorieën moet eigen
maken en dan pas later in de mogelijkheid gesteld wordt deze tot een
wereld-omvattend geheel in zich te verenigen - terwijl dus zo doende alle
wijsgerige, godsdienstige en wetenschappelijke geschriften als het ware nog
maar inleidingen zijn tot een wereldbeschouwing, heeft de kunst als
speciaal-onderscheidend element dat zij aanschouwt en tevens direct aanschouwen
doet.
Dit beginsel aller kunst, nl. dat zij een onmiddellijk wereldbeeld
tonen wil, maakt dat haar het dagelijks leven als een bijna onbruikbaar
materiaal voorkomt. Want het dagelijks leven, met zijn geheimzinnige
bewegelijkheid vlak om ons heen, is moeilijk te beheersen en tot één beeld
samen te vatten. Vandaar dat kunst die dit zich desondanks ten doel stelt,
meestal aan een der beide volgende tekortkomingen lijdt: óf ze ziet af van het
geven van een wereld en beperkt zich, als z.g. kleinkunst, tot het geven van
een naturalistisch detail-complex, en dan horen we in de beste voorbeelden, in
de toon en in de stijl een bedwongen wereld-wijd gevoel, dat er de grootste
betekenis aan geeft, en dat b.v. zeggen wil: ‘zo is nu de hele wereld’ en
‘herhaal dit detail, dan ziet ge alle mensen’, - óf ze ziet af van het
onmiddellijkheidsbeginsel en construeert, als z.g. tendenskunst, uit het
dagelijks leven één enkele gevolgtrekking die, als geconstrueerde hypothese,
eerder een wijsgerige of wetenschappelijke ‘inleiding’, dan een onmiddellijke
aanschouwing zijn kan.