bijzonderheden,
is ieder huiselijk voorval een merkwaardige gebeurtenis, iets aparts, een
gelegenheid, wier verhoogde stemming aanleiding geeft tot een gedicht.
Er is nog in de literatuur een figuur, van oneindig groter omvang
weliswaar dan
Penning, die beschikte, zij het dan ernstiger,
minder speels, met hoger humor en dieper vertedering, over hetzelfde gevoel
voor de gelegenheid - ik bedoel Charles Dickens. (Zijn ‘Christmas carol’ is het
grootste gelegenheidsgedicht dat ooit geschreven werd). Ik zie elementen in
Dickens en Penning, die zij gemeen hebben, al hebben beide dichters deze
elementen bewerkt met factoren van eigen aanleg en eigen tijdsomstandigheden.
Zij hebben beiden het gevoel voor volkseigenaardigheden, voor de vernieuwende
natuurlijkheid daarvan. Er is in Kaatje iets van Peggotty, er is in de gehele
Benjamin iets van Copperfield. Benjamin is een lyrische herinnering aan
Copperfield, hij trekt de eeuw van Copperfield naar ons over. Hoe
geheel-Dickens is het romantisch avontuur van Ruth en haar minnaar Eduard, hoe
geheel-Dickens is de figuur van Oom Tom, die maar één arm had, maar met zijn
éne linkerhand voor de neefjes knipte en knutselde, die hun ‘der hemelbollen
wonderbare wetten’ vertelde, ‘de grootheid van 't heelal, de schoonheid der
natuur’, die daarbij zelfs de ‘planetenkleur’ niet oversloeg, die zich troostte
met het feit geen vogel te zijn omdat hij toch aan één vlerk niet veel zou
hebben, die stokpaardjes had, die vermaande, wanneer hij in zijn oude trijpen
armstoel een pijpje stopte, om ‘uw beetje kracht voor werkelijke rampen te
bewaren’. En hoe geheel-Dickens is Ruth, de ‘schöne Seele’, die haar
bekentenissen neerschrijft, de slanke stille vrouw, wier ‘ziel zich los maakt
van het stof’, nu haar leven door het grote avontuur van haar jeugd plotseling
vernietigd is.
Met dezelfde gave van humor en teerheid waarmee mannen als Penning en
Dickens de dag als een feest zien, met dezelfde gave, en om dezelfde reden ten
slotte, zien zij juist in de gewone alledaagse mens telkens weer de bijzondere
gestalte, die ze met