28. Het lot van de Middelburg
Hiermee had ik gedacht op te houden met schrijven, omdat mijn reis voltooid was. Maar omdat ik eerder verteld heb, hoe we de middelburg op 22 maart 1625 met zware averij moesten verlaten en van plan waren om elkaar in de Baai van Santa Lucia te ontmoeten, waar we op de 31e maart aangekomen zijn en op 25 april weer vandaan gingen zonder al die tijd - noch op onze thuisreis - iets van hem gezien of gehoord te hebben (ook naderhand is hij nooit terecht gekomen), moet ik de lezer mededelen wat er na ons afscheid, volgens de betrouwbaarste berichten en waarschijnlijkste veronderstellingen met hem is gebeurd.
Des te liever aanvaard ik deze inspanning, omdat ik daardoor gelegenheid zal hebben de nakomelingen het einde van onze, bij iedereen bekende Hoornse Willem Cornelisz. Schouten, mijn bijzondere vriend, te vertellen, dat niet tot iedereen is doorgedrongen, aangezien hij zich aan boord van het genoemde schip bevond. Dé zaak is dus deze: toen we in de Baai van Santa Lucia lagen, hoorden we van de inboorlingen dat er een schip in de Baai van Antongiel lag, maar wisten niet zeker of het de middelburg was of niet. Toen we daar vertrokken, hoopten we hem op St. Helena te vinden of op te wachten, maar door de Spaanse kraak konden we daar niet komen en gingen verder om onze reis voort te zetten. Naderhand kwam schipper Pieter Gerritsz. Bierenbroodspot uit Hoorn uit Oost-Indië bij Kaap de Goede Hoop, vindt daar brieven die de middelburg er, zoals de gewoonte was, had achtergelaten. Daarin stond het verhaal dat ze gemeend hadden de Baai van Santa Lucia te bezeilen, zoals met ons was afgesproken, maar dat ze zo'n eind te laag uitgekomen waren, dat ze de Baai van St. Antongiel ontdekten en daar binnenliepen en er weer alles maakten wat nodig was en dat er een paar van hen gestorven waren, onder andere ook de bovengenoemde Willem Cornelisz., Schouten, die ze daar begroeven.
Deze brieven vertelden verder wat hun overkomen was, in het bijzonder hoe ze er aan toe waren toen ze daar aankwamen, wat ze deden toen ze daar lagen en hoe en wanneer ze weer vertrokken waren. Naderhand is er nooit meer iets van hen gehoord, zodat het hierbij zou moeten blijven, maar van de Portugezen en uit Portugal kwam nog een recenter bericht omtrent het schip, te weten: hoe de middelburg bij St. Helena door twee kraken werd omsingeld, waar het zich dapper tegen verweerde en tenslotte een van de kraken in brand schoot. De ander zag dat en kwam zijn maat te hulp om de brand te blussen wat ze, naar men zegt, is gelukt. Omdat de Portugezen bang waren door dit gedoe te ver van het eiland vandaan te raken en ook omdat het donker werd, raakten ze los van elkaar en lieten de middelburg varen.