Poëma vanden mensch(1621)–Guilliam van Nieuwelandt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Sonet. COmpt hier vernuften Mensch ontsluyten dijn verstandt Al hebdy wijdt ghereyst met waghens oft met schepen Veel ghehoordt en ghesien, wel verstaen en begrepen, Datter ter hooren is, 'tis al den ouden trandt. Ten sy dat ghy deurleest dit boeck van Nieuwelandt, 'tWelck wonder vruchten thoont met volheydt onvernepen, Op desen wetsteen dat sy u verstandt gheslepen, Want dit Poema licht als eenen diamandt: En leert de duysterheydt van d'ijdel wereldt schouwen Oock de reyn ware Deught op eenen steen vast bouwen, Soo dat ghy op d'elend' des leuens niet en schaft. Maer vindt hier hoe ghy sult recht leuen en wel steruen, Om aenghename rust deur de Doodt te be-eruen, Want Deught die wordt gheloondt als boosheydt wordt ghestraft. Selden Rvst. Vorige Volgende