Aegyptica ofte Aegyptische tragoedie van M. Anthonius en Cleopatra(1624)–Guilliam van Nieuwelandt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio C1v] [fol. C1v] Op het Treur-eyndigh Spel van M. Anthonivs en Cleopatra door Gvilliam van Nievwelandt. Wat ruyst ghy Windtgodt noch in het blaugoluigh schuymen? En wilt ghy Thetis schoot met Boreas niet ruymen? Gheeft Galathea plaets, brenght Amphitrite voort, Datmen de Tritons stem een wijle tijdts niet hoort. Ghy Scylla zijt wat stil met al u slib'righ wassen, Charybdis houdt oock op met u hol-ronckigh bassen. Sirenen swijght nu doch met uwen ouden clanck; Comt sit hier ne'er in't sant, en hoort den nieuwen sanck: Den nieuwen sanck met lust, die ons hier wordt ghesonghen, Hoe dat de lichte min de crachten heeft ghedwonghen Eens moedighen Romeyns, die om een schoone vrouw Sijn eyghen landt en volck ded' ouer-groot ontrouw. Comt al die liefdigh hoort, Veldt, Bos, en Bergh-goddinnen, Comt al die const en vlijt met eer, en lust beminnen. Nu Calliope singht, singht eens mans hooghen lof, Singht met berucht gheclanck, g'hebt nu tot singhen stof: Singht eer die ons met const seer aerdigh heeft her-schreuen, Hoe den strijdtbaren heldt door liefde wordt ghedreuen Van sijn Cleopatra, d'AEgyptsche Coninghinn', Die hem gansch ouerwon door wel beleyde minn'. Welck hoogh-befaemde daet men altijdt sal ghedencken: Want die wat wonders doet, die wilt ghy Musa schencken [Folio C2r] [fol. C2r] Onsterffelijcken lof: soo oock ons Nievwelandt Brenght wonder aen den dagh door goet en rijp verstandt, Waer door hem elck bemindt, die tot const is gheneghen, Want die met const verkeert, heeft eer wel const vercreghen. Oock houd' ick wel voorwaer, datmen met rechte spreckt, Dat 't een verstandigh hert het ander naer hem treckt. Maer g'lijck de hitt' des viers niet vochtighs kan ghelijden, Soo sietmen't dom verstandt van het scherpsinnigh scheyden. Door domheydt wordt veracht en schimperlijck ghelaeckt Het alderbeste werck, hoe fraey 't oock is ghemaeckt. I. Wouters. 'Tverandert haest. Vorige Volgende