Kolonel Pearson was met zijn staf lord Chelmsford tegemoet gereden, toen deze het fort naderde. De vreugde onder de belegerden was groot. Op de 22ste januari, de dag van Isandula, was ook kolonel Pearson door een grote overmacht aangevallen, in het fort teruggeworpen en tot nu toe daarin opgesloten gehouden. De troepen hadden aan alles gebrek. Brood en vlees waren op en alleen de overwinning bij Gingilowo had kolonel Pearson en zijn mannen van een wisse dood gered. Er bevonden zich ongeveer 1.200 man in het hooggelegen en door sterke wallen omringde Ekowe. De Engelsen zagen er uit als wandelende geraamten en de meesten waren zo zwak, dat ze nauwelijks konden lopen.
Het fort Ekowe lag op een vrij hoge heuvel. Daarom was het kolonel Pearson mogelijk geweest, zich met de opperbevelhebber door middel van een heliograaf in verbinding te stellen. Het landschap had een woest karakter, was met talloze ravijnen doorsneden en sterk begroeid.
Pieter zag de opperbevelhebber met kolonel Pearson en enige officieren op de wal staan en bemerkte, dat lord Chelmsford enige tijd zwijgend door zijn verrekijker keek en zich daarna met de andere officieren onderhield. De generaal wenkte de jonge Boer en beval hem luitenant Dubois te ontbieden.
‘Ik zie daar in de verte zware rook,’ sprak hij tot de Fransman, toen deze bij hem was gekomen. ‘Rijd eens met een sterke patrouille in die richting, om te zien wat dat betekent.’
Luitenant Dubois steeg met vijftig Boeren, waaronder ook Pieter, te paard en sloeg de weg naar het noorden in.
‘Ik weet wel wat die rook betekent,’ zei Pieter, toen ze een tijdje hadden gereden. ‘De Zoeloes steken het gras in brand, zodat de paarden en ossen geen voer vinden. Ik ken hun wijze van oorlogvoeren.’
De wind voerde de lucht van verbrand gras en verzengde struiken aan. Ze kwamen aan een kraal, die verlaten was en in vlammen stond. Het was intussen nacht geworden en in de verte breidde zich een zee van vlammen uit. Eindelijk keerden ze terug.
‘Ik veronderstelde dit reeds,’ sprak de generaal, toen luitenant Dubois hem rapport uitbracht. ‘Kolonel Pearson, neem uw maatregelen zodanig, dat wij morgen vroeg kunnen afmarcheren. De genie zal de wallen van het fort laten springen. Wij trekken morgen op Gingilowo terug.’
De volgende morgen werd de terugtocht naar het roemvol behouden slagveld aanvaard; in Gingilowo werd twee dagen rust gehouden om de bezetting van Ekowe wat op haar verhaal te laten komen en daarna werd naar de Tugela teruggetrokken, dezelfde stelling, waaruit Lord Chelmsford was opgebroken om kolonel Pearson te bevrijden. Week na week ging voorbij, zonder dat er iets ondernomen werd.
Intussen kwamen aanhoudend verse troepen aan uit Natal, die