Twee werken heb ik niet kunnen vinden: Catharina, die dogter van die Advokaat, 1879, en Di Sesde Versameling Afrikaanse Gedigte, 1889. Laatstgenoemde is vermoedelik de minst belangrijke van de serie bundels, en voor eerstgenoemde heb ik overgenomen, wat Dr. N.M. Hoogenhout er van verteld heeft in Die Brandwag van 1 November 1910.
Ten slotte 'n woord over de spelling en de taal. De aanhalingen zijn gegeven in de spelling van de tijd, waartoe ze horen; daardoor komen er inkonsekwenties voor in stukken uit 't begin van de beweging, en weer in de eerste jaargang van Ons Klyntji, 1896, toen de v aan 't begin van 'n woord door f werd vervangen. Tevens geven deze citaten 'n beeld van de geleidelike ontwikkeling, die de spelling onderging gedurende de dertig jaren van 1875 tot 1905; zo komt er eerst de schrijfwijze Die Patriot voor, die van af 1882 vervangen wordt door Di Patriot, enz. Wat de tekst zelf betreft, 't liefst had ik daarvoor evenzeer gebruik gemaakt van m'n eigen taal, te meer, daar de spelling van 't Afrikaans nu vastgesteld is. 't Zou mogelik geweest zijn door 't richten van 'n verzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken, om m'n proefschrift in 'n vreemde taal te mogen schrijven. 't Was echter de wens van m'n hooggeachte Promotor, dat ik mij van 't Nederlands zou bedienen, en die wens wilde ik eerbiedigen.