was er nog eep andere aangelegenheid, waarover hij oom Alexander wilde raadplegen.
‘Pas maar op,’ zei Clotje toen ze ervan hoorde, ‘ik vertrouw die Spanjool niet recht. Hij zal wel door die tienduizend gulden van je heen zijn.’ Maar Clotje had het mis.
Op een avond na het souper vertelde Alexander Don Carlos over de plannen van het vacantieoord, en de Spanjaard was dadelijk enthousiast. Hij vond dit nu een denkbeeld, zo juist en zo goed, dat hij aanbood om zijn vader aan te sporen om de stichting te doteren.
‘Dat hoeft niet,’ antwoordde Clotje. ‘Geld hebben we voorlopig genoeg; de moeilijkheden liggen op ander terrein. Ze vertelde over het personeelsvraagstuk, en tenslotte over het besluit om Grace Impordon te verzoeken het huishouden te besturen.
Don Carlos vond ook dit een verbazend idee, alleen, er was een complicatie.
Alexander keek eens naar Don Carlos' gezette gestalte, en meende te begrijpen waar het over ging. ‘Dat is zo,’ commentarieerde hij, ‘Grace is nu eenmaal een Engelse, en de vacantiegangers te vergasten op een Engelse keuken...’
‘Onzin,’ interrumpeerde Clotje, ‘in de eerste plaats is ze een Ierse, en nog wel van een Limburgse moeder, en in de tweede plaats kunnen we ons de luxe van een cuisinière veroorloven. Een lelijke, die niet trouwt!’ liet ze erop volgen.
Schuchter merkte Don Carlos op dat dit niet zijn bezwaar was. Een beetje verlegen en blozend begon hij te vertellen, dat hij de laatste weken in den Haag was blijven hangen, hoewel hij er eigenlijk niets meer te maken had. Maar hij had in den Haag Grace ontmoet, die over was gekomen om een en ander te regelen met Paca, bij afwezigheid van Claudius. En sinds ze elkanders niet benijdenswaardig lot hadden vergeleken, was er sympathie ontstaan, ja meer dan dat. Kortom, hij had alle hoop, dat Grace hem de eer zou aandoen om zijn vrouw te worden.
‘Wel potdome,’ barstte Clotje uit,’ dat is zo waar nummer drie.’
Op Don Carlos' verwonderde blik legde ze uit: drie paren gevonden in de boedel van Véronique: Alexander en ik zijn tezaam gekomen vanwege de successie. Paca en Servaas vanwege de jeugd en de lente, en nu Don Carlos... ‘Nu ja,’ besloot ze, ‘gefeliciteerd en zo, en laten we erop drinken.’ Don Carlos stribbelde tegen. Zover was het nog niet. Hij had gegronde hoop, had hij verklaard, maar de moeilijkheid was, dat hij hier zonder naaste verwanten in Nederland was, en dat dus het aanzoek...