hebt, welken dag van de volgende week u gelegen komt, er is volle ruimte in dit huis, om u eene goede warme kamer te geven en ik zal alles wat van mij afhangt gaarne in het werk stellen, om u uw verblijf genoegelijk te maken. Denk niet ‘ja, maar zou de Heer D. het wel goed vinden, indien ik van emilia's aanbod gebruik maakte?’ - Want de Heer D. is voor mij zoo goed, zoo vriendelijk een echtgenoot, dat alles wat mij genoegen geeft, hem behagelijk is. Natuurlijker wijze heb ik hem gevraagd, of hij zou goedkeuren, dat ik u noodigde, hij heeft mij geantwoord: ‘doe al wat gij wilt, mijne lieve! mijne gedachten loopen gestadig over de beste middelen, die ik zou mogen uitvinden, om u het leven zoo gelukkig als doen lijk is, te maken, komt er dus een voor, het welk mij niet ingevallen was, wel nu grijp het aan; gij vergenoegt mij, door u zelve genoegen te verschaffen!’ Vergeef mij julie, dat ik deze vriendelijke uitdrukking van mijn' man heb overgeschreven, maar ik wilde u een staal van zijne minzaamheid geven en u doen begrijpen, dat ik alle reden heb, om wel te vreden te zijn. Kom en wees getuige van mijn huisselijk geluk! Gedurende de dagen sedert welke ik uit Zeeland terug ben, heb ik op de daartoe bevoegde uren onophoudelijk bezoeken gehad, en als ik eens uit geweest was, vond ik bij mijne te huis komst een' stapel kaartjes, zoodat ik over eenige dagen vrij wat te doen zal hebben met het terug geven van al de visites, maar