stendige wijze, in uwe geboortestad meent te vestigen en dat wel.... als Mevrouw D.! Nu, die tijding verheugt mij grootelijks en ik wensch u van harte geluk. De Heer D. heeft zich als oom van karolina en in meer andere gevallen van zulk eene gunstige zijde getoond, en hij geniet in het algemeen zoo zeer ieder's achting, dat ik wel begrijp, dat een mensch als gij, heeft kunnen besluiten haar lot aan het zijne te verbinden, schoon het onderscheid van jaren vrij groot is. Dat gij lang de genoegens van den echten staat in ruime mate moogt genieten is mijnen hartelijken wensch. Zeker het voegt weinig uit eenen adem iemand te feliciteren en van droeffenis te spreken, maar evenwel kan ik niet nalaten hier te zeggen, daar gij toch ook weet wat het is iemand aan wien men hartelijk verkleefd is door den dood te zien weggerukt: ‘emilia! leef lang met uwen echtgenoot, want het valt zoo hard wien men lief heeft te verliezen!’ Wel, is het niet meer dan een' broeder dien ik betreur, maar toch mijn hart is door zijn sterven diep gewond, mijne grijze ouders te zien treuren, ferdinand te missen in onze familie bijeenkomsten, welke somtijds plaats hebben, en op andere tijden getuigen van karolina's bittere droef heid te wezen, dit alles heeft mijne oude vrolijkheid uitgedoofd. Ik behoef slechts mij zelve aan te zien, en mijn somber rouwgewaad te aanschouwen, om aan mijn' lieven broeder met tranen te gedenken, en te wenschen, dat het Gode had mogen behagen, mij in