Weenen, 20 November 1814.
Naauwelijks heb ik uwen brief ontvangen, mijne waarde, of ik voldoe aan uw verlangen, om u te doen weten wat ik den Heer D. geschreven heb. Hiernevens gaat een afschrift van mijn antwoord. Niet zonder eenige huivering volvoerde ik mijn genomen besluit, niet zonder nog eens alles wel overdacht te hebben, schreef ik, en sloot eindelijk mijn brief in een' anderen aan mijn broeder willem, hem van mijne voornemens kennis gevende, en verzoekende mits hij geene billijke redenen had, om mij het huwelijk met den Heer D. af te raden, den inliggenden over te geven. Overmorgen zal eindelijk die hofpartij, welke zoo lang uitgesteld is, en om welke bij te wonen de Gravin de B. zoo lang