man was alles voor mij op aarde, hij beminde mij zoo hartelijk, ik had hem zop innig lief! hij was mij znlk een' trouwen geleider, onzen kinderen zulk een' zorgvuldigen vader! Waarom ik, en zij, hem zoo spoedig moesten derven is god bekend, maar zijn verlies beneemt mij al het genot des levens, ik zie in de toekomst niets dan druk en lijden te gemoet! Ik billijk, lieve! al wat gij in uwen brief van mijne verpligting zegt om mij gelaten aan god's wil te onderwerpen, en, ook om mijner kinderen wil, mijne krachten in te spannen ten einde niet onbekwaam te worden om voor hen vader en moeder te gelijk te wezen - maar ook beäam ik uw zeggen, dat tot nog toe hetgeen van mij geeischt wordt mij schijnen moet mijne krachten te overtreffen! O gij komt zoo wel in hetgeen ik gevoel daar gij mijne tegenwoordige, ter neergeslagenheid beschrijft, en niet afkeurt! Maar ik heb erntig voor mijn uiterste best te doen, en mij niet door mijne droefheid zoodanig te laten overheeren, dat ik onbekwaam worde tot wat mij te lijden en te doen is opgelegd. Dat gij terug wilt komen is mij lief, uw bijzijn zal mij zeker genoegen verschaffen, maar nog gij, nog iemand kan mij vergoeden wat ik verloren heb! Bidt voor mij om ondersteuning van boven!
Uwe karolina wed. van L.