heeft, en die alleen troosten kan. Het grieft mij meer dan ik kan zeggen, dat ik te huis komende, (want mijn besluit is door het overlijden van uwen broeder, en de daaruit voortvloeijende gedachte, dat ik op den duur eenigermate nuttig voor karolina zal kunnen worden, vaster dan te voren, om naar Holland terug te keeren) het grieft mij, zeg ik, dat ik niet meer getuige zal zijn van de teederheid, welke haar aan haren echtgenoot, en dien aan haar verbond! O julie zeg gij haar van mijnent wege alles wat gij begrijpt, dat ik, bij haar zijnde zeggen zou, en vergoed door uwe toespraak het gebrekkige van mijn schrijven in het nevensgaande briefje, hetwelk ik u verzoek ten gelegenen tijd aan mijne lieve vriendin te geven. Ik gevoel levendig hoe weinig in evenredigheid met de bedroevende zaak dit briefje is, maar het is mij niet mogelijk geweest aan haar die het meeste lijdt met dien nadruk te schrijven, welke de zaak vereischt, door de waarachtige droefheid die mijne ziel vervulde, en het diep besef hetwelk ik van haar ongeluk en van dat harer kinderen kreeg, zoo ras ik de pen opvatte. Wees ook gij julie verzekerd van mijne smart voor u, voor uwe ouders, zeg hen een woord uit mijnen naam. Laat mij spoedig eens weder iets van u en van mijne lieve karolina vernemen, en ontvang alle mijne hartelijke groete.
emilia P.