neen lieve, ik zal aan uwe goedheid volgaarne alle regt doen, en aan ieder een verhalen wat gij voor mij deedt, maar het tout ensemble zal er knap en vrolijk uitzien, en als men onze tafel eens gedekt vindt, zal men, naar het overige in de kamer te oordeelen, niet vermoeden dat er een sober dine op geplaatst worden moet. En dit is genoeg. Mijne oude vrolijkheid herleeft. Gelukkige echtgenoote, gelukkige moeder zijnde, mag ik ook niet treuren, mijn kindje groeit allerbest en wordt mij dagelijks liever, van L. is er even gek mede als ik, oom D. zelfs, ziet het met teederheid aan, en mijne moeder!.... Hoe zij het stellen zal als wij hier van daan zijn, weet ik niet; zij komt dagelijks, eensdeels wel om mij te zien, maar voornamelijk om met den kleinen ferdinand te spelen; dat kind te moeten missen, zegt zij, zal haar al het genoegen van haar leven kosten, het bedroeft mij als zij zoo spreekt, te meer daar ik gevoel dat zij thans wel hare portie van tegenspoeden heeft, maar hetgeen het zwaarste is, moet het zwaarste wegen, en met te zeggen dat wij toch niet voor altijd vertrekken, en dat Utrecht na bij Amsterdam genoeg is, om mijne moeder dikwijls te veroorloven derwaarts te komen, tracht ik haar zoo veel mij mogelijk is, op te beuren, schoon ik zeer wel inzie, hoe moeijelijk en kostbaar het veel heen en weder trekken voor haar wezen zou. Oom D. heeft ons met zijne gewone goedwilligheid aangeboden ons huisraad voor ons te bergen, dus zal onze reis ons op weinig