zoo ras zou uitstrekken over dat zoo blozend gelaat! O! hoe moet eene zoo teedere moeder als gij zijt, bij het aanschouwen van het lijk hares kinds, te moede zijn! Troost, dunkt mij! is er in zulk eene omstandigheid, uit geen menschelijk woord te scheppen. De godsvrucht van uw edel hart, zal u wijzen op de woorden van Hem, die alleen troosten kan. Hij die de levende kinderen tot zich riep, en in zijne heilige armen sloot, zorgt ongetwijseld voor de zielen der ontslapene kleinen, en neemt die tot zich. Hoe? en in welken rang? vragen wij onkundigen. Ach! laat ons zwijgend vertrouwen dat God het met allen wel zal maken, dat jezus de Heiland van allen is. Dat Hij, die u bezoekt, u trooste en u de kracht verleene, om u zonder murmureren aan zijne altijd zekerlijk wijze beschikkingen te onderwerpen, is mijnes harten wensch. - Mij in uw vriendelijk aandenken welmeenend aanbevelende, noem ik mij
Uwe liefhebbende Vriendin
emilia P.