De kleine pligten (4 delen)
(1824-1827)–Margaretha Jacoba de Neufville– Auteursrechtvrij
[pagina 126]
| |
eerder uwen brief, die aan ons aanzegshuis gebragt en mij gegeven werd. Deszelfs inhoud deed mij verschrikken. Ik wilde u gaarne uit uwe billijke verlegenheid redden, maar wist niet hoe. Naar Zeist terug rijdende, dacht ik over de zaak na, en nam voor, wat ik met een gewenscht gevolg ten uitvoer gebragt heb: namelijk, mijn' vader over te halen, om uwe moeder en u voor de Pinksterdagen bij ons te noodigen. Stel te dien einde den inleggenden brief aan Mevr. M. ter hand, en wees verzekerd dat gij met opene armen ontvangen zult worden door uwe liefhebbende
emilia P. |
|