In Duitschland had men ook gauw genoeg van de zoogenaamde sportvertooningen van dezen cowboy, en toen het geduld van 't publiek ook daar op 't punt stond van uitgeput te raken, pakte hij zijn biezen en vertrok naar België.
De matches met wielrijders werden daar voortgezet, maar hetgeen men aan het publiek te zien gaf, was àl te mal en àl te onbeschaamd. 't Was voor een ernstig sportsman om in woede uit te barsten. In 't publiek werd er de draak mee gestoken; men wist met open oogen door een kermiskerel te worden voor den gek gehouden. Daarom koos men de wijste partij en begon omgekeerd den cowboy voor den gek te houden. Een wielrijder daagde hem uit en stond hem toe 100 paarden te gebruiken, en als de paarden moe waren, mocht hij.... ezels nemen; hij zou ook zeven zwepen mogen gebruiken, en sporen, die evenwel slechts 7 tandjes zouden hebben, enz.!
Met dit alles echter kwam de wielersport in een kwaden reuk, en de Belgische wielrijders zagen ook zelf dit gevaar in. Zij kwamen bij elkaar, richtten zich tot de autoriteiten van hun Bond, die op hun beurt ook vergaderden en een zeer verstandig besluit namen.
We ontvingen nml. een schrijven van den heer R. Claes, Voorzitter van den Belgischen Bond, waarvan het eerste gedeelte de volgende officiëele mededeeling bevatte:
‘Ik heb de eer U te laten weten, zoowel als voorzitter der I.C. A., als lid des bestuurs van den A.N.W.B., dat de L.V.B. met een uitsluiting van zes maanden zal straffen alle wielrijders, die met colonel Cody, hoofdman der cowboys, eenen match zullen loopen, in België, zonder bijzondere toelating van onzen Bond.’
We wenschen het bestuur der L.V.B. geluk met dit besluit. 't Kan niet anders dan strekken in het belang der verhooging der reputatie van onzen sport. 't Valt alleen maar te betreuren, dat Frankrijk en Duitschland in dit opzicht niet zijn voorgegaan en het beschamend voorbeeld van het kleine België moesten ontvangen
Holland zal nu gelukkig wel van het bezoek van dezen spullebaas en zijn o zoo vertrouwbare sportvertooningen verschoond blijven.
We hebben altijd zooveel mogelijk over den cowboy en zijne matches gezwegen; we wenschten ook geen reclame voor hem te maken, wat toch zijn eenig doel is; en we zagen er geen nut in onze lezers uitslagen van wedstrijden mee te deelen, die de lachlust en de verontwaardiging van de ernstige, eerlijke sportslui opwekten.
Nu we echter mee kunnen doen aan 't luiden van de doodsklok