De goede dokter(ca. 1906)–Max Nassauer– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Liesje, die wilde bessen snoepte. Bessen zijn er velerlei, Ook veel lekkere zijn er bij, Kruisbes, boschbes, roode bes, Zeker nog een soort of zes! Ook zijn er bessen in het woud, Die giftig zijn voor jong en oud, Je ziet het ze niet zoo maar aan, Doch die ze eet, die sterft eraan. Daarom zei Moeder tot haar Lies: ‘Kind wees van wilde bessen vies!’ Maar Liezekind, die snoepte graag, Zoo kwam het gift toch in haar maag! Hoe het haar ging zult ge nu hooren! Een vreemde vrucht kon haar bekoren, En moeders raad, die werd vergeten. De bessen werden opgegeten! Op eens daar werd zij geel en blauw, Kreeg rimpels als een oude vrouw, Zij was vergiftigd heel en al, Ach, wie haar nu nog redden zal! Met zwaren pijn moest zij naar bed -. Nog heeft de Dokter haar gered! De hond was wijzer nog dan Lies, Hij was van vreemde kost wel vies. Hij at slechts thuis zijn hondenvoeder Bij stoute Liesje's brave Moeder, En Moeder zei: ‘geloof mij vrij, Die hond is leeper nog dan jij.’ [pagina 17] [p. 17] Vorige Volgende