Geschiedenis der kolonie van Suriname
(1974)–David Nassy– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 23]
| |
Staatkundige en Burgerlyke Regeering der Kolonie.De staatkundige Regeering wordt verkooren uit de bewooners der Kolonie, en wel voor hun geheele leeven, door de vrye en gehuisde bewooners, die daarenboven vaste goederen bezitten, zonder onderscheid van Godsdienst en van kleur. De benoeming daar toe geschiedt door het maaken van een dubbeld getal, en de Gouverneur heeft het recht om één' te verkiezen uit die, welke de meeste stemmen hebben, en welke, door briefjes gegeeven zynde, door den Sekretaris overluid worden opgeleezen, in tegenwoordigheid van den Raad en Stemgerechtigden. De Gouverneur oeffent het hoogste gezag in de gansche Kolonie, uit naam en van wegen de Algemeene Staaten en de leden der Direktie, zo ten opzigte van het Staatkundige als van het Krygsweezen, dewyl hy, in de hoedanigheid van Kolonel en Chef, het gebied over alle de troepen voert. Midlerwyl is hy verpligt, in politieke zaaken van eenige aangelegenheid, den Raad te beleggen, en te raadpleegen; hy heeft daarin de voorzittinge, gelyk ook in den Raad der Civile Justitie, en alle andere kollegien der Kolonie; ook heeft hy 'er maar ééne stem, doch die is beslissende, wanneer de stemmen in eene dier vergaderingen steeken. By voorraad (ad interim) worden ook de opengevallen posten, zo in het politieke als in het krygsweezen, uitgezonderd die van Fiskaal, Kontrolleur en Praeadvizeur, door hem vervuld, ter tyd toe dat daarover door de Direktie een andere beschikking wordt gemaakt. Hy ordonneert, over 't geheel, alles, wat hy gelooft noodig te zyn, tot handhaaving en verzekering der Kolonie. En hoewel de Gouverneur verpligt is den | |
[pagina 24]
| |
Raad van Policy samen te roepen over zaaken van aangelegenheid, kan hy, evenwel, het tegengestelde beveelen, en ter uitvoer brengen van 't geene daarin, by meerderheid van stemmen, is beslooten, wanneer hy zich verantwoordelyk voor den uitslag stelt, tot dat de Heeren der Kolonie daaromtrent anders beschikken. En 't is ingevolge van dit gezag des Gouverneurs, dat 'er zonder de toestemminge van hem, als Reprezentant der Heeren, geenerlei bevel of plakaat mag worden afgekondigd. De Gouverneur heeft hier, daarenboven, ook nog het recht van pardon, in geval van lysstraffelyke misdaaden, zo burgerlyke als militaire; zynde hem dit recht door den Souverein opgedraagen. De Raad van Staat en Krimineele Justitie, die viermaalen des jaars zyne zittingen houdt, bestaat uit den eersten Fiskaal (wien een tweede is toegevoegd, om den eersten in geval van afweezigheid of ziekte te vervangen, doch zonder eene besluitende stem te hebben) uit negen Raaden; uit eenen Kontrolleur Generaal, die het bewind over alle de Komptooren der Kolonie, maar geene stem in den Raad heeft, uitgezonderd het geene de Financien betreft, en uit eenen Sekretaris. Door deeze Vierschaar wordt alles afgedaan, wat betrekking heeft tot het Krimineele, Politieke, Financieele, en de algemeene Burgerregeering des ganschen lands; doch alle derzelver vonnissen zyn onderworpen aan de revisie van Hunne Hoogmogenden, ten zy dezelve in een buitengewoon Krimineel proces worden vervolgd. De Raad van Civile Justitie, die onafhangklyk van den voorgaanden is, en insgelyks viermaalen des jaars zit, vennist maar alleen over Civile of burgerlyke zaaken in het algemeen; en van deszelfs vonnissen, over zaaken, die boven de zeshonderd guldens beloopen, kan men zich beroepen op Hunne Hoogmogenden. Deeze Raadsvergadering bestaat uit den Gouverneur, uit tien | |
[pagina 25]
| |
Radden, die benoemd worden door den Raad van Policy, om in die hoedanigheid vier jaaren te dienen, uit eenen Preadvizeur, die door de Heeren der Kolonie benoemd wordt, en, in 't afweezen van den Gouverneur, beschikt over alles wat het burgerlyke betreft, en uit eenen Sekretaris. Het ampt van Preadvizeur werd in den jaare 1782 ingesteld, en al doorgaans door den tweeden Fiskaal bediend; doch niemand kan met hetzelve bekleed worden, zo hy niet in Holland voor Advokaat is aangenomen. Volgens zyn advis worden al doorgaans de burgerlyke pleitgedingen uitgesproken. De Heer Karseboom, zynde tweede Fiskaal en Auditeur Generaal, of Krygs-Fiskaal, was de eerste, die met deeze waardigheid bekleed werd; doch na dat de Heer Wichers, als Gouverneur Generaal der Kolonie, was overgekomen eerste Fiskaal geworden zynde, verkreeg de Advokaat Meurs deeze waardigheid, te gelyk met die van Tweeden Fiskaal en Auditeur. Doch na zynen dood, tot droefheid van allen, die hem gekend hebben, voorgevallen in Slagtmaand 1787, is deeze post vakant gebleeven, tot dat de Heer Advokaat Sichterman, daar toe, door de Heeren der Kolonie, is aangesteld. 'Er is ook nog een derde ondergeschikte Raad, in welken alle geldzaaken van kleine aangelegenheid, onder de burgers voorvallende, worden behandeld. Men geest 'er den naam van Kommissie tot de kleine zaaken, waarvan de Sommen, over welke getwist wordt, loopen van ƒ1-10 tot ƒ250. Dezelve bestaat uit eenen Vice-Prezident, die altyd een Oud-Raad is van de Civile Justitie; uit negen Kommissarissen en eenen Sekretaris. In pleitgedingen over meer dan ƒ50, kan men zich beroepen op den Raad van Justitie. De Advokaaten en Prokureurs, die voor deezen Raad pleiten, mogen het ook voor de Kommissarissen doen Midlerwyl hebben zy evenwel Solliciteurs voor pleitgedingen, | |
[pagina 26]
| |
die tot de ƒ100, beloopen, en onder deeze laatssten heeft men, ten allen tyde, maar alleen twee Jooden toegelaaten. De Portugeesche Joodsche Natie heeft insgelyks haaren Raad van Civile pleitgedingen; en daarin worden alle de oneenigheden beslegt, die onder de leden ontstaan: alles wordt daarin bepleit volgens de Rechtsgeleerdheid des lands; en men neemt daar in, zo veel de plaatslyke gesteldheid der Savanne toelaat, alle de manieren en orders in acht, die by den Raad van de Civile Justitie der Kolonie plaats hebben, en waar op men zich, over vonnissen wegens meer dan ƒ100, kan beroepen. Ook zyn 'er Solliciteurs, die door de Regenten onder eed zyn toegelaaten, om de voorvallende zaaken te verdedigen. Ondertusschen staat het een' ieder in het byzonder vry, zyne eigen zaak, in persoon, zelf te bepleiten, of zulks door iemand anders, daar toe van hem gemagtigd, te laaten doen, onaf hangklyk van den Solliciteur. De kosten deezer pleitgedingen, en de voordeelen der Joodsche Sekretary, zyn zeer maatig: ook worden 'er de zaaken met allen mogelyken spoed afgedaan, volgens den inhoud en den geest van het voorrecht, uit kracht van 't welk deeze burgerlyke Vierschaar is ingesteld. Behalven 't geen het Civile of burgerlyke betreft, beschikken de Regenten ook nog over alles, wat betrekking heeft tot de kerkelyke en huishoudelyke zaaken der Jooden; doch wanneer het zaaken van groote aangelegenheid, zo in het politieke als financieele, betreft, zyn zy gehouden het advis in te neemen van de Adjunkten of bygevoegden, die mannen van jaaren zyn, en reeds voorheen als Regenten gediend hebben. Over de Stad Paramaribo, en in 't byzonder over de Jooden, bewooners van Suriname, in 't algemeen, heeft de Abt Rainal, in zyne op eenna laatste uitgave van zyne Histoire Philosophique et Poli- | |
[pagina 27]
| |
tique, gedrukt in 's Haage in 1774, zich aldus uitgelaatenGa naar voetnoot(l). ‘'Er is, (zegt hy) misschien geen ryk in de wereld, waarin deeze ongelukkige Natie (de Joodsche) zo wel wordt behandeld; men heeft haar niet alleen vryheid gelaaten om haaren Godsdienst opentlyk te belyden, landen in eigendom te bezitten, en de geschillen, onder de leden haarer Natie gereezen, zelve te beslegten; maar ook nog daarenboven geniet zy het voorrecht, dat allen burgeren gemeen is, van deel te hebben aan de algemeene bestiering, en meê te stemmen tot de verkiezing van publieke magistraats-persoonen. Zodanig zyn de vorderingen van den geest der kommercie, dat zy alle de Nationaale of Godsdienstige vooroordeelen doen zwygen voor het algemeene belang, dat de menschen moet verbinden. Wat beduiden toch (dus gaat hy voort) deeze ydele benaamingen van Jooden, van Lutherschen, van Franschen, van Hollanders? ongelukkige bewooners van een land, dat zo moeielyk valt te bebouwen, zyt gy niet alle menschen, enz? Dit stuk, in alle opzigten waardig het hart van den Wysgeer, die 'er de Schryver van is, draagt de blykbaare merktekenen van waarheid: de onpartydige Wysbegeerte, die daarin de overhand heeft, wordt in haare kracht gevoeld, door ieder waar Christen en door alle deugdzaame menschen, van welken Godsdienst zy ook mogen zyn. Uit het geene wy, reeds voorheen, in dit Werk hebben medegedeeld en uit het geene men door eene aandachtige overweeginge van de achteraangevoegde bewysstukken zal verneemen, blykt op de ontegenspreekbaarste wyze, dat de Jooden van Suriname, zonder deel te hebben aan het algemeene bestier, hun, op grond van den inhoud van derzelver privilegien, door den Heer Rainal toegekend, dank hebbe de goedheid van den Souverein en der Heeren Eigenaaren! alle die Godsdienstige en Staatkundi- | |
[pagina 28]
| |
ge voorrechten genieten. Wat mag dan toch de reden zyn? Wat mag toch den Heer Rainal hebben konnen beweegen, om dit artikel, dat de Jooden in 't byzonder raakt, in de laatste uitgave van zyn Werk achter te houden?Ga naar voetnoot(m) Zou het zyn, om niet aan andere Mogendheden dat voorbeeld van verdraagzaamheid aangenaam te maaken, welke de Republiek van Holland jegens de Jooden van Suriname oeffent? Of zou het zyn, om vooral niet te toonen, dat de Jooden uitsteekende verdiensten bezitten, en zich daar door deeze gunstige bescherminge hebben verworven? Neen zeker niet: het hart van den Wysgeer, die verdiende, dat de Gadelooze Eliza Draper, en alle gevoelige en rechtvaardige menschen hem den schoonen tytel en roemryken eernaam geeven van Verdediger der menschlykheid, der waarheid en der Vryheid, kan onmogelyk zulke wraakbaare denkbeelden gevormd hebben; en men heeft het, ongetwyffeld, te houden voor een gewrocht van averechtsche berichten, die hem, misschien, door de vooroordeelen en den haat waren verschaft, welke hem in het denkbeeld hebben konnen brengen, dat het noodig ware, dit stuk, als onnut en strydig met de waarheid, achter te houden, niet alleen, maar hem ook, in zyne nieuwe uitgave van dat Werk, eenige zeer harde uitdrukkingen tegen de Jooden te doen bezigen, die meer kwaad zullen werken dan hy zelf denkt, en waarover zyn hart, misschien, nog vry wat zal te lyden hebben; dewyl hy, als een waar Filosoof, de Hollandsche verdraagzaamheid moest verdedigen, de vryheden der Jooden in Suriname vermelden, als onderscheiden blyken van de goedgunstigheid hunner Souvereinen en der Heeren Eigenaaren van de Kolonie, en zich ten zelfden tyde verzetten tegen de al te geringe uitwerkfelen, welke deeze zelfde goedgunstigheid, ten | |
[pagina 29]
| |
opzigte hunner medebewooneren, te wege brengt, en zeggen met een' zeer vermaarden schryver; het is niet genoeg, dat men de lieden niet verbrande als in de Inquisitie; men brandtze met de pen en met verachtinge, en dit vuur is zo veel te wreeder, om dat de gewrochten daar van overgaan tot de volgende geslagten. Behalven de reeds gemelde staatkundige en burgerlyke Overheidsampten, zo de opperste als ondergeschikte, heeft men 'er ook nog Kommissarissen, het opzigt hebbende over de Stad, de wegen en publieke werken, alle bekend by den naam van Gemeene Weide; doch daarover zullen wy in 't vervolg spreeken. Nog heeft men 'er twee, die, voor al hun leeven zynde aangesteld, het opzigt hebben over de Weeskamer, zo om de goederen van minderjaarige kinderen, die geene Voogden hebben, te bestieren, als ook om de erfgoederen van die zonder testament verstorven zyn, te ontfangen. Daarenboven heeft men 'er ook gezwooren Landmeeters, eenen Proefneemer (Essayeur) van de Suikers; eenen Roeier voor de Siroopen en veelerlei andere bedienden, zo tot het Krygsweezen als den Burgerstand behoorende; doch van welken het niet mogelyk is omstandiglyk te spreeken, zonder tot al te groot eene uitvoerigheid te vervallen. In den jaare 1782, heeft men, in Suriname, ook een Collegium Medicum opgericht, bestaande uit den Prezident, die altyd een lid is in den Raad van Policy, twee Geneesheeren, éénen Apotheker en éénen Heelmeester, welke daartoe benoemd worden door den Raad van Policy. Aan dit Collegie staat het de diplomata (of magtbrieven) te onderzoeken, van allen, die de Genees- en Heelkunde in de Kolonie willen oeffenen, de rekeningen der Medicynmeesters, Apothekers, Chirurgyns, Vroedmeesters enz. te pryzeeren enz. |
|