Geschiedenis der kolonie van Suriname
(1974)–David Nassy– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Historische proeve over de kolonie van
Suriname.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 2]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
brengsels van eenen Montesquieu, Rousseau en Rainal, maar niet van een Werk van tien boekdeelen, waarin de verwarring en wanorder alles versmooren en onkenbaar maaken, wat 'er waars, nuttigs en zelfs sentimenteels in is. Op een gedeelte dan van dat wyduitgestrekte gewest, het welk ten Oosten bespoeld wordt door de Zee, ten Zuiden door de Amazone, ten Noorden door de Orenoque, en ten Westen door de Rio Negro, die deeze twee Rivieren, de grootste van Zuid-Amerika, vereenigt, en 't welk bekend is by den naam van Guyane, heeft men de Kolonie van Suriname aangelegd: dus vindt men in 't midden van een land, dat ten deele bedekt was met bosschen en moerassen, belaaden met Salpeter, of voor het overige niets anders vertoonde dan zeer ruime, doch dorre vlakten, waar uit gestadig zwavelachtige dampen op reezen, de gewigtigste der Hollandsche stichtingen in Amerika; eene stichting, die door haare uitgebreidheid, vruchtbaarheid, en 't gemak, dat verscheiden breede en diepe Rivieren 'er aan geeven, geschikt is om de vermogendste en rykste te worden van alle de Kolonien der Nieuwe Wereld. De Rivier, die den naam aan de geheele Kolonie geeft, is de schoonste van het bebouwde gedeelte; twee mylen van haaren mond vindt men (uitgezonderd evenwel eene soort van redout, aangelegd aan de Motkreek, die door een kanonschoot het eerste bericht geeft van naderende Schepen) twee redouten, naamelyk aan ieder zyde één, die deezen doortogt in tyd van Oorlog beschermen. Deeze redouten zyn met de voorzyden juist gericht op de Schepen, die de Rivier zouden willen opvaaren, en met haare batteryen, die wel van geschut voorzien zyn, ondersteunen zy de poogingen, die de fortres Nieuw Amsterdam, een halve myl hooger gelegen, in staat is, tot verdediging der Kolonie, te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
konnen doen. Deeze fortres, in 1733 begonnen, en in 1747 voltrokken, zo als wy reeds hebben aangestipt, is gelegen op de samenvloejinge van de Rivieren Suriname en Commowine, en in 't midden van een klein moeras, dat een soort van eene ronde landengte maakt. Tusschen deeze twee Rivieren is dezelve niet genaakbaar dan langs twee smalle kaden of dyken, daar het geschut alle nadering afweert; en niet tegenstaande de ontzaglyke breedte der Rivier van Suriname, ter plaatse daar de fortres gevonden wordt, kan 'er evenwel geen Schip voorby vaaren zonder zeer na aan dezelve te komen, uit hoofde der groote, en met slyk doormengde zandbanken, die recht tegen over de fortres liggen, en meer dan de helft der Rivier beslaan. Twee mylen hooger op vindt men een bedekte battery, dienende om de haven en de Stad Paramaribo te dekken, die bekend is by den naam van Zeeland. In den omtrek deezer fortres heeft men het magazyn van leevensmiddelen, oorlogsbehoeften, bouwstoffen der Heeren Eigenaaren, en gemeenlyk ook een Bataillon Infantery, zynde het Garnizoen der stad. De Kolonie heeft, tot haare bescherming, een aanzienlyk getal troepen; bestaande in drie Bataillons Infantery, twee kompagnien Artillery, een korps Vestingbouwers, een korps Jaagers, en 200 vry gemaakte Negers, die den dienst doen van ligte troepen. Ieder Bataillon heeft zynen Kolonel, of zynen Lieutenant Kolonel, of een Majoor, die hetzelve gebiedt; staande onder de orders en bevelen van den Gouverneur, in hoedanigheid van Generaal Majoor, in dienst van Hunne Hoogmogenden de Staaten Generaal, en Kolonel en Chef van al het krygsvolk des lands. De Kolonel van het tweede Bataillon is werkelyk de Heer van Baarle; en de Lieutenant Kolonel, de Heer Frederici, Kommandant van het derde, heeft daarenboven het bewind over 't kordon, in hoedanigheid van Inspekteur Generaal, over de Kompagnie Jaagers, als | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lieutenant Kolonel, en nog over het korps vrygemaakte Negers, als Chef. Dit korps is, in 1772, opgerecht uit de beste slaaven, getrokken uit alle de Plantagien der Kolonie, en gekocht voor eenen zeer hoogen prys. Deeze kompagnie vrygemaakte Negers is werklyk tweehonderd man sterk, buiten de krygsbevelhebbers, bestierders en anderen, die in dienst van 't zelve gebezigd worden. En zonder eenigzins te kort te doen aan de verdiensten der korpsen, die de bezettinge des lands uitmaaken, is dit korps, staande onder het bevel van een bekwaam en onvertsaagd Chef, de voordeeligste militie der geheele Kolonie. Men verdeeltze overal, en deeze Negers, wel in den Wapenhandel geoeffend zynde, en staande onder eene geregelde krygstugt, doen, voor eene kleine bezoldinge en eenige andere voordeelen, gestadige krygstogten tegen de Marrons, en altyd met meer of minder voorspoed. 't Zou, ten gelukke van de Kolonie, te wenschen zyn, dat men in staat ware dit korps te vermeerderen, zo ter bevorderinge van de gemeene veiligheid, als om de Marrons van Boni en die van achter Para uit te roejen, en het hoofd te bieden aan de vlekken van Juca en Saramaca, in geval van eenige breuk. Boven dit alles heeft de Kolonie, tot haare verdediging, ook nog een korps Burger-militie, verdeeld in elf kompagnien, die even zo veel divisien uitmaaken (waar van vier van Paramaribo de eerste zyn) en tot dit getal behoort de Portugeesche Joodsche Burger-Kompagnie; hebbende ieder haaren Kapitein, twee Lieutenants en éénen Vendrig. Die van Paramaribo betrekken, alle avonden, de wacht by het Stadshuis, 't welk teffens dient tot eene Kerk van den Gereformeerden Godsdienst, en tot de plaats waar de Raad van Policy vergadert: de overige doen niets dan in geval van dringende noodzaaklykheid; maar de Krygstroepen zyn verdeeld in de fortressen, redouten, het kordon, en op verscheiden an- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 5]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dere posten, die de Plantagien in 't gemeen omringen: deeze troepen worden in Suriname beter onderhouden dan ergens anders; ontbreekende den Zoldaaten niets van 't geen zy noodig hebben. Alle de Plantagien der Kolonie, over het geheel, zyn gelegen aan de Rivier van Suriname, de kreeken van Para, van Paulus en andere, die daar in vallen; aan die van Commowyne, haare Rivieren Cottica en Perica en andere kreeken; maakende te samen uit een getal van 591 plantagien, daar onder begreepen 139 van timmerhout en levensmiddelen; zo dat die, welke bebouwd worden, maar 452 plantagien beloopen; te weeten, aan de Commowine, Cottica, Perica, en aan alle de andere Rivieren en kreeken, die daarin vallen, 331 van Suiker, Koffy, Kakao en Katoen; weshalven de Rivier Commowine, de 30 van hout en leeftogt daarby gerekend, in haaren omtrek bevat een getal van 361 plantagien of woonplaatsen; van welk getal aan de Jooden toebehooren 14, naamelyk 8 van hout en 6 van koffy en katoen. Men heeft in Suriname, daar by gerekend de kreek van Para, en alle de andere, die daar in vallen, met de stichtingen achter de Stad Paramaribo, een getal van 121 plantagien van Suiker, Koffy, Katoen en Kakao, en 109 van timmerhout en leevensmiddelen, samen uitmaakende een getal van 30, welke de Rivier van Suriname bevat, en waar van 32, naamelyk 22 van hout en 10 van koffy, toebehooren aan de Jooden. Van het geheele getal deezer plantagien van bebouwinge, derhalven, welk, zo als gezegd is, 452 beloopt, moet men 16 aftrekken, toebehoorende aan Jooden; en dan zullen 'er 436 plantagien overschieten, die aan anderen toebehooren; doch van welke 350 haare eigenaars in Holland hebben, terwyl 86 hier te huis hooren. Het weezentlyk getal van de plantagien der Kolonie, over het geheel, gaat derhalven, dat van 1730 en 1735, 150 te boven; eene vermeer- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dering, die men aan de rivieren van Commowine, Cottica, Matapica, Perica enz. verschuldigd is: want in plaats van 177 plantagien, die men 'er in 1730 en 1735 had, telt men 'er tegenwoordig 331 van Suiker, Koffy, Katoen en Kakao, voorzien met watermolens (uitgezonderd eenige naar om hoog der rivieren, die nog molens hebben, welke door beesten gedreeven worden); waar onder een dertigtal plantagien behoort, die, naar om hoog der kreeken aangelegd, alleen timmerhout leveren, tot dienst van de gebouwen der plantagien in 't algemeen. Het tegendeel is gebeurd met de rivier van Suriname: want van 1730 tot 1735, vond men, van haaren mond af tot op 40 mylen opwaards, een getal van 224 plantagien van Koffy en Suiker, voorzien met molens, die door beesten gedreeven werden, en tegenwoordig, daar onder begreepen alle haare kreeken, en die welke aangelegd zyn achter de Stad van Paramaribo, uitgezonderd 109 zeer kleine, die niets leveren dan hout en leeftocht, vindt men 'er in 't geheel maar 121 plantagien van bebouwinge; 't welk eene vermindering aanduidt van 103 plantagien; van welk getal de Portugeesche en Duitsche Joodsche Natie, aan de Commowine en haare andere rivieren, bezit 14 plantagien, en aan die van Suriname 32, dus in 't geheel 46 plantagien; en daar onder maar 16 van Suiker en Koffy, in plaats van 115, welke zy tot 1760 bezeten hebben. Op verscheiden plaatsen deezes werks hebben wy de redenen van dit zigtbaar verval der Natie aangeweezen. Men zal, misschien, in gansch Amerika, zelfs zonder eenige Kolonie uittezonderen, nergens zulke regelmaatige, schoone en met trotsche gebouwen en tuinen, die het vermogen van Suriname te boven gaan, versierde plantagien vinden. De plaatsen der ontschepinge, de netheid der straaten, die de huizen omringen, de limoenboomen haagen, en de menigte der vruchtboomen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarmede de wegen, ter wederzyden, beplant zyn, geeven 't schoonste gezigt, dat by mogelykheid valt uit te denken; men heeft 'er Koffylootsen, die meer dan 80 duizend Guldens gekost hebben; doch wy hebben reeds al genoeg gezegd van de hedendaagsche buitenspoorige pracht der gebouwen enz., weshalven het niet noodig zal zyn ons daar mede langer op te houden. De jaarlyksche opbreng van deeze plantagien, samengenomen, voornaamelyk van die, welker waaren naar buiten gevoerd konnen worden, is met zeer veel naauwkeurigheid opgegeeven door den Heer Fermin, in zyn Tableau de Surinam. van bl. 369 tot 376. De Somme der waarde van alle deeze voortbrengselen, geduurende den tyd van 26 jaaren, sedert 1750 tot 1775, in Koffy, Suiker, Katoen en Kakao, beliep 265,400,000 guldens, 't welk in 't jaar bedraagt tien millioenen twee honderd zeven duizend zes honderd tweeënnegentig guld. zes stu vers en eenige penningen. De opbreng der tien daar aan volgende jaaren, van 1776 tot 1786, bedraagt te samen 160,000 oxhoofden Suiker; 120,000,000, ponden Koffy; 7,500,000 ponden Katoen; en 6,000,000 ponden Kakao, 't welk, het eene jaar door 't andere genomen, bedraagt zestienduizend vaten Suiker, 12 millioenen ponden Koffy, zeven honderd vyftigduizend ponden KatoenGa naar voetnoot(a) en zes honderd duizend ponden Kakao. Het laatst verloopen jaar van 1787, dat zeer ongelukkig was, heeft niet meer opgeleverd dan 11,289,725 ponden geheele Koffy, en 840031 gebroken Koffy, 838641 ponden schoon Katoen, en 114326 ponden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van mindere hoedanigheid, 802724 ponden Kakao, en 15744 vaten Suiker. De geheele opbreng der tien voorgaande jaaren, gevoegd by dien van het laatst gemelde jaar, geeft ons eene nette rekening van de voortbrengselen der Kolonie, het eene jaar door het andere genomen, van 15872 vaten Suiker; houdende ieder vat duizend ponden; 12,064878 ponden Koffy; 851483 ½ ponden Katoen, en 701,326 ponden Kakao. Deeze waaren, gerekend volgens den prys, waarop zy, de zes laatste jaaren door elkanderen genomen, in Holland kwamen, zonder eenige hoegenaamde onkosten te rekenen, bragten op aan Suiker 2 ¼ stuivers het pond, of 112 guld. 10 st. het vat van duizend ponden; aan Koffy 10 ½ stuivers het pond; aan Katoen 21 st. het pond; aan Kakao 5 st. het pond; het welk, samen genomen, eene somme maakt van negen millioenen, twee honderd negenentachtig duizend, honderd en negen guldens, twee stuivers en acht penningen Hollands; en dus negen honderd, achttien duizend, vyf honderd, drieëntachtig guld. vier stuivers en eenige penningen minder, dan de opbreng van zesentwintig jaaren volgens Fermin, en dat nog ten opzigte van den prys der waaren, die sedert 6 of 8 jaaren veel meer is verhoogd, dan in de 26 jaaren te samen, volgens zyne berekeningGa naar voetnoot(b). En opdat men te gemakkelyker tot kennisse moge geraaken van de vermindering der voortbrengselen in Suriname, veroorzaakt, zo door de weezentlyke onvruchtbaarheid der gronden, als door het klein getal der slaaven, die derwaards worden overgevoerd, en het al te klein krediet, om door gepaste middelen de plantagien daarvan te voorzien; welker getal grootelyks is verminderd. eensdeels door | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het wegloopen van veelen, anderdeels door het sterven van anderen, die of door heerschende ziekten, of door ouderdom zyn weggerukt; zo ga men te raade, met de vergelykinge der voortbrengselen, welke wy hier onder hebben aangevoegdGa naar voetnoot(c): want daar uit zal men zien, dat de Kolonie, sedert 1777 tot aan het einde van 1787, minder dan van 1750 tot 1776 heeft opgebragt, 6255 ½ vaten Suiker; 8,507,244 pond Koffy; 685,307 pond Kakao, en dat, ter vergoedinge van deeze vermindering, het Katoen den opbreng van deeze 26 jaaren maar alleen 279,269 ½ pond heeft overtroffen. Men trekke nu van deeze somme van 9289109. 2. 8, welke die van den jaarlykschen opbreng der Kolonie is, eens af de vragtgelden van 50 schepen, geschikt tot de vaart op Suriname, welke jaarlyks beloopen (volgens de berekening, die men aan het einde deezes Werks zal vinden, en wel inzonderheid op het artikel, Bevol- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
king, Scheepvaart, Koophandel enz. op zestienduizend guld. ieder Schip, ƒ800,000, en de kommissien, lossingen, assurantien, verkoopingen, pakhuizen, lasten, koopen enz. welk alles, gerekend op 12 ten honderd, een somme uitmaakt van by de ƒ1114693) zo zal men zien, dat de bewooners der Republiek, op de waaren der Kolonie, jaarlyks, by de twee millioenen guldens winnen, zonder de andere voordeelen te rekenen, die men vinden zal onder het reeds gemelde artikel. Het Is derhalven onbetwistbaar zeker, dat, hoe meer men zich in Holland toelegt om den staat van den landbouw der Kolonie te verbeteren, hoe meer voordeelen, het Moederland, in 't algemeen gesproken, daarvan, ten nurte zyner byzondere leden, zal trekken. Om dit doelwit te bereiken ontbreekt het maar alleen aan aanmoediginge. De bebouwde landen der Kolonie konnen, niet tegenstaande hunnen uitgeputten staat, zeer wel verbeterd worden. Daarenboven liggen 'er nog veele gronden aan de rivieren van Saramaka, die, om zo te spreeken, bidden om toegemaakt te worden, opdatze gelyk mogen staan met die van de Commowine enz. Krediet, sterke handen tot verrichting van den arbeid, en, over 't geheel, bevolkinge, zyn de voornaame zaaken, waaraan het de Kolonie ontbreekt om haaren landbouw en het getal der plantagien te vergrootenGa naar voetnoot(d). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verre de meeste Eigenaars deezer plantagien leeven in Europa, en hunne plantagien worden bestierd door hunne Agenten, die zich door hun middelmaatig fortuin gedrongen vinden in Suriname te blyven. Men vindt 'er echter een klein getal van Eigenaars, die in ruime omstandigheden zyn, en nog een zestigtal, die 't zo ruim niet hebben, en zelven zorge voor hunne goederen draagen; de verteeringen van dergelyke bewooners, en van de verdere byzondere leden der Kolonie, zyn, wat ook de Heer Rainal moge zeggen, niet zo geheel en al bepaald als hy wel denkt, en de Zeebouwers der Hoofdstad, die, jaar door jaar, ten getale van 50 of 60 groote Schepen, daar de voortbrengsels komen zoeken, die in dit gedeelte der Nieuwe Wereld gekweekt worden, brengen er zeer veele dingen, niet alleen van onmydbaare noodzaakelykheid, maar ook van enkele weelde en overdaad. En zo de Engelsche Amerikaanen voordeel trekken uit hunnen handel met Suriname (welke ondersteld wordt alleenlyk langs zydwegen te geschieden), van waar zy Siroop enz. haalen, het zyn maar alleen voorwerpen van enkele noodzaakelykheid, die zy 'er brengen, tot onderhoud der slaaven op de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 12]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plantagien en der bewooneren in 't algemeen; voorwerpen die uit de Republiek niet in zo groot eene menigte komen, noch ook van dezelfde hoedanigheid, als gezouten visch, tabak in bladen, traan, meel, paarden, muilezels enz. Deeze Amerikaansche Zeebouwers neemen daar voor in betaalinge meê te rug Siroop, Rhum enz.Ga naar voetnoot(e). De Stad Paramaribo, de Hoofdplaats des lands, ligt eenige honderd schreeden hooger dan het fort Zelandia, en aan de rechter zyde der rivier van Suriname, wanneer men naamelyk dezelve opvaart. Oudtyds, gelyk wy reeds voorheen hebben opgemerkt, was zy niets anders dan een gehucht, dat bewoond werd door de Indiaanen. De Engelschen begonden de plaats wel eenigzins te vergrooten; maar toen de Zeeuwen zich meester van de Kolonie maakten, en zelfs by de aankomste van den Heer Gouverneur van Sommelsdyk, in 1683, stonden 'er op zyn hoogst nog niet boven de 100 of 120 huizen. Sedert dien tyd is de plaats merkelyk vergroot, en wel inzonderheid geduurende het Gouvernement van den Heer Nepveu, door aan Mulaters, vrygemaakte Negers en Blanken van middelmaatige omstandigheden, op nieuw, eenige gronden af te staan; zynde daar door te wege gebragt, dat zy tegenwoordig de schoonste, en, uit hoofde van haare luchtgesteldheid, de gezondste van geheel Amerika is. De ruime en schoone huizen der Stad zyn alle (uit- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gezonderd vier of vyf, die van tichgelsteen gebouwd zyn) van hout; doch onder die alle is 'er niet een, of het heeft rondom schoone en ruime vensters, waarvan de meeste voorzien zyn met vierkante glazen ruitenGa naar voetnoot(f). Deeze Stad is gebouwd op een' zandigen en steenachtigen grond, die, ter diepte van 6 of 7 voeten, vervuld is met schelpen van allerhande soort en kleurenGa naar voetnoot(g); zo dat de straaten 'er overal zeer gemakkelyk zyn; en hoewel, by groote hitte, deeze zelfde steenachtigheid de zoolen der schoenen grootelyks verhit, en eene te rugstuiting van het zonnelicht veroorzaakt, die voor het gezigt zeer moeielyk valt; echter waait 'er geduuriglyk een Noord-Ooste-Wind, die de brandende hitte der zonne grootelyks maatigt, hoewel hy niet zelden zulke zwaare stofwolken in beweeging brengt, dat men daar door hardnekkige ongemakken aan de oogen kryge. In den regentyd, die doorgaans met half Slagtmaand, en somwylen laater begint, en duurt tot in Bloeien Zomermaand, zyn evenwel de straaten zo droog, dat menze langs kan gaan zonder zelfs zyne schoenen te bemorsen. Op drie of vier dwarsstraaten na zyn alle de overige zeer schoon, ruim, met de koord afgemeeten en ter wederzyden beplant met schoone Tamarinden en Oranjeboomen; van welken de laatste, als zy bloeien, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 14]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't geen doorgaans van Winter- tot in Bloeimaand gebeurt, des morgens en des avonds, een allerlieflyksten geur verspreiden. Thans rekent men, dat 'er 1119, zo groote als kleine, huizen in de Stad staan, waarvan zeer veele twee verdiepingen hebben. Op de waarde deezer huizen ziende, zou menze in vyf klassen konnen verdeelen. Men zal 'er, by voorbeeld, 5 of 6 huizen vinden, die van 50 tot 70 of 80 duizend guldens gekost hebben; een twintigtal, dat by zyne bouwing van 20 tot 30 duizend glds. gekost heeft; een honderdtal, dat van 15 tot 30 duizend, en nog een honderd, dat van 8 tot 15 duizend gulds. beliep; terwyl alle de overigen op 2500 tot 5, 6, en 8 duizend guld. te staan komen. Van deeze gansche menigte bezitten de Portugeesche Jooden, in wettigen eigendom, 127 huizen van onderscheiden hoedanigheid en rang (uitgezonderd die van de eerste klasse;) en de Duitsche Jooden bezitten 'er daarenboven nog 86, 't welk, samen genomen, een getal uitmaakt van 213 huizen, daar onder niet begreepen die zes huizen, welke deeze beide Natien geschikt hebben tot wooningen voor de armen, en die geschenken van eenige byzondere leden der Natie zyn. Het Gouvernement is een huis, gebouwd van Steen; het werd voltrokken door den Heer Gouverneur de Goyer, in 't begin van deeze eeuw; en ieder Gouverneur heeft 'er iets toegedaan, om hetzelve te verfraaien; maar dewyl deszelfs eerste stichting gebreklyk was, is het niet wel mogelyk, om 'er de gedaante en het aanzien van een kasteel of trotsche heeren huizinge aan te geeven: daar het evenwel gebouwd is op de Parade plaats, die gemeenlyk het Plein genoemd wordt, en versierd is met twee prachtige alléen van schoone Tamarinde-boomen, omringd met haagen van Limoenen, zo ontbreekt 'er geen grootsch voorkomen aan. Ter zyden van het Gouvernement, daar men deeze twee | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 15]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alléen van Tamarinde-boomen heeft, en die door den Heer Gouverneur Wichers verbreed, en merkelyk verfraaid zyn, heeft men tegenwoordig de plaats, die geschikt is om de Soldaaten in de drilkonst te oeffenen, onder eene geduurige schaduwe, zonder hen, gelyk voorheen, twee of drie uuren na elkanderen, bloot te stellen aan de brandende hitte der zonne. Uit deeze alléen begeeft men zich, al wandelende naar de fortres Zeelandia, gaande over een ophaal-brug, liggende over de gracht, die vol water is, en rondom het Kasteel loopt. Alle de huizen van Paramaribo, die gevonden worden ter zyden de Straat, waar door die van het Gouvernement begint, hebben schoone tuinen, die konstiglyk zyn aangelegd, en eenigen zo prachtig, als by voorbeeld die van den Oud-Raad der Policy, den Heer de Graaf, die van wylen den Heer de Benelle, en eenige andere, dat zy in niets voor die van Europa behoeven te wyken. Alle de overige huizen, staande in de andere Straaten, hebben ieder een' grooter of kleiner keuken-tuin, ten dienste van de huishouding, 't welk de wooningen, over 't geheel nuttig, vermaaklyk en gemaklyk maakt. In deeze zelfde Straat vindt men ook nog een Krygs-hospitaal, gebouwd door den Gouverneur Crommelin, in 1759 of 1760. Dit gebouw behoeft, ten aanzien van deszelfs oogmerk, voor geene stichting van dien aart, in gansch Amerika, te wyken; als zynde groot en ruim, en daarenboven voorzien van eene overvloedige Apotheek, met schoone en ruime vertrekken voor de zieken, die bezorgd worden door den Geneesheer W. Schilling (wien wy reeds het genoegen gehad hebben in dit Werk te melden) door de Chirurgyns Major en andere lieden van de konst, in genoegzaamen getale, om geene reden van klaagen over te laaten aan de lydende menschheid. De Kerk der Protestantsche Gereformeerden, wier | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 16]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Godsdienst de heerschende des lands is, staat bykans in het midden der Stad; hebbende voor zich een vierkant plein, beplant met Oranje boomen. Voorheen plag men hier de dooden te begraaven; doch naderhand heeft men zulks verbooden; zo evenwel, dat iemand, die daar eenen dooden wil begraaven, zulks mag doen, mids voor die vryheid betaalende vyfhonderd guldens. Deeze Kerk is gebouwd van vierkante steenen, die uit den grond gehaald zyn, zelfs in de Stad, en alleen bestaan uit schelpen en versteend zand: men geeft 'er, in Suriname, zeer te onrecht den naam aan van Klipsteen, die zo veel betekent als steen, die uit rotsen of klippen gehouwen is. Op deeze eerste verdieping van steen rust nog eene tweede van hout. De bouworder van dit gebouw in aanmerking neemende, zou men wel in verzoeking konnen raaken, om 'er eenen zeer hoogen ouderdom aan toe te schryven, zo zwaar en plomp is hetzelve. Hoe 't zy, deeze Kerk, die teffens tot een Stadshuis dient, waarin de vergaderingen van den Raad der Policy gehouden worden, waarin men de papieren van Staat bewaart, en ook de Weeskamer enz. heeft, komt geheel niet overeen met de groote voorwerpen, waar toe dezelve geschikt is. Op de tweede verdiepinge, daar men den Godsdienst oeffent, en die over 't geheele gebouw loopt, is een kostlyk orgel geplaatst, versierd met fraai vergulden snywerk in hout. Behalven deeze kerk hebben de Gereformeerden 'er nog eene in Commowine en eene andere in Perica, waarin de Direkteurs der plantagien des Zondags vergaderen. Ter verrichtinge van den Godsdienst heeft ieder kerk haaren Predikant; doch die van Paramaribo heeft twee. Voordeezen had men 'er een', die in het Fransch predikte, ten dienste der Fransche refugiés (vlugtelingen om den Godsdienst) die 'er in menigte waren, doch geen Hollandsch verstonden; maar dewyl hedendaags ieder een het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 17]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hollandsch, wat beter of minder, verstaat en spreekt, zo worden de Predikatien ook maar alleen in deeze taal gehouden; evenwel wordt 'er, van tyd tot tyd, nog al eens in 't Fransch gepredikt. De Lutherschen hebben 'er eene van tichelsteen gebouwde en gewelfde kerk, voorzien van een Orgel en eenen predikstoel, die met keurig en zeer wel uitgevoerd beeldwerk is versierd. 't Is echter nog niet boven eene halve eeuw geleeden, dat de Lutherschen vryheid verkreegen om eene kerk te bouwen, en hunnen Godsdienst opentlyk te verrichten; ook verkreegen zy dezelve niet geheel en al om niet: want ter vergeldinge daarvan betaalden zy ieder jaar zeshonderd guldens, ten voordeele van het Armenhuis der Gereformeerden; doch sint eenige jaaren hebben zy dien jaarlykschen opbreng afgekocht voor een equivalent, dat maar eenmaal behoefde betaald te worden. De Portugeesche en Duitsche Jooden hebben ieder eene afzonderlyke Synagoge, die beide van hout en in eene zeer goede order gemaakt zyn. De Duitsche Jooden volgen de gewoonten der Portugeesche Jooden, van wien zy ook twee zangers, tot den dienst hunner Synagoge, verkrygenGa naar voetnoot(h). De Moravische broeders hebben 'er insgelyks hunne Kerk: deeze broederschap bestaat in Suriname even als elders. Zy hebben ondernomen om daar Godsdienstige beginselen in te boezemen aan de Indiaanen, en nieuwelings aan de vrygemaakte Negers en slaaven, die in menigte tot hen liepen, meer uit begeerte naar wat nieuws, dan uit eenige Godsdienstige zugt, om de lessen van deeze hunne nieuwe Priesters te hooren. Dus bragten zy, met deezen hunnen arbeid, ook weinig goeds te we- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 18]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ge: want deeze vrygemaakte Indiaanen en Slaaven voegen nu by hunne natuurlyke boosheid nog de ontveinzing en huichelaary; terwylze hunne oude gewoonten en heidensche bygeloovigheden blyven aankleeven. In den beginne, toen deeze Broeders de Negers katechizeerden, was het inderdaad iets aardigs, een Sermoen, door een' der Dienaaren van deeze broederschap, te hooren uitspreeken in het Neger-Engelsch, dat een brabbeltaal des lands is, en van order noch regel weet. Niettemin had men reden., om zich te verwonderen over de moeite, die hy zich gaf om de plaatsen uit den Bybel in die brabbeltaal over te zetten, en daarin de leerstellingen van den Godsdienst, nopens het H. Avondmaal enz. te verklaaren. Men heeft ook eenige Psalmen in die brabbeltaal vertolkt, en men zingt dezelve, onder 't speelen op een Klavecimbaal, die hun voor orgel dient. Sedert het jaar 1779, maakte men een begin van deeze Godsdienstige onderneeming; doch dezelve duurde maar 4 of 5 jaaren: want deeze nieuwbekeerden bezoeken thans hunne kerk maar zeldzaam, en geeven niet meer breed op van hunnen nieuwen eerdienst. De Roomsch-Katholieken konden het, in weerwil van alle hunne aangewende poogingen, nooit zo verre brengen, dat hun de vryheid gegeeven wierd, om hunnen Godsdienst in Suriname opentlyk te oeffenen. Van den tegenstand, dien zy ten tyde van den Gouverneur Sommelsdyk ondervonden, is reeds voorheen, in den loop deezes Werks, gesproken. Maar in 1785, hebben zy, met goedkeuringe van de Algemeene Staaten en Heeren Direkteuren, de vryheid verkreegen om eene eigene opentlyke kerk te hebben. Twe Roomsche Priesters kwamen, ter bedieninge van dezelve, uit Holland over, in den beginne van het jaar 1785, welke, na hunne schaapen, die zo veel jaaren lang, op de plantagien en elders, zonder herder en zonder eenige ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 19]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meenschaps oeffeninge, waren verstrooid geweest, by een vergaderd te hebben, zich in staat stelden, om een schoon huis van twee verdiepingen te koopen, waarvan de eerste tot eene wooninge voor de Priesters, en de tweede tot eene kerk zou dienen. Alle de bewooners der Kolonie, van welken Godsdienst zy ook waren, Christenen en Jooden beide, hebben, by de inzamelinge der liefde gaven tot voortzetting deezes werks, ook het hunne gegeeven. In gevolge hiervan werd de Kerk der Roomschen zindelyk afgemaakt, en van alles voorzien wat 'er in vereischt werd, om 'er den openbaaren eerdienst, op hunne wyze, in te verrichten. Op den eersten van Grasmaand 1787, werd dezelve plegtiglyk ingewyd, onder 't vieren eener hooge Misse, verzeld van een troep muzikanten. De Heer Gouverneur en de Raaden van Policy en Civile Justitie, waren verzocht daar by tegenwoordig te willen zyn; men bewees hun ook de verschuldigde eere, na alvoorens heilwenschende dankbetuigingen aan hunne Hoogmogenden en de Heeren Eigenaaren afgelegd te hebben. De toevloed van menschen was zo groot, dat men vreesde, dat 'er eenig nadeel aan het huis zou geschieden. Deeze nieuwsgierigheid viel echter ligtelyk te verschoonen: want diegeenen, welke in het land gebooren zyn, en nooit Europa gezien hebben, noch iets van het Pausdom weeten, stonden verbaasd, op het zien van kerkplegtigheden, die zo weinig overeenkomst hadden met den eerdienst, van welken zy belydenis deeden. De Jooden, inzonderheid diegeenen, welke eenige kennis droegen van hunnen ouden eerdienst, stonden geheel van verwondering opgetoogen, dat zy hier eenen eerdienst zagen, die zeer veel geleek naar den Godsdienst van Jerusalem, ten tyde der Priesteren. Naar alle waarschynlykheid, evenwel, zal deeze Kerk geen' grooten voortgang maaken; want het klein getal der Roomsch-Katholieken is niet in staat, om al het noodige | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 20]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te verzorgen, ja zelfs niet om de schulden af te leggen, die men tot den aankoop der Kerk heeft moeten maaken: en hier door zullen, veelligt, die weinigen, welke hier en daar verborgen zyn, worden afgeschrikt, om zich opentlyk by de kerk te voegen. Een der Priesteren, daarenboven, is reeds weder naar Europa vertrokken, en de andere is, in Slagtmaand van 1787, overleeden; echter verwachten zy eenen anderen. Misschien is in de gansche wereld niet eene plaats te vinden, daar de Godsdienstige verdraagzaamheid zich zo wyd uitstrekt, en zo naauwkeuriglyk onderhouden wordt, als in Suriname. Nooit hoorde men 'er van eenigerlei Godsdienstige geschilstukken; elk aanbidt daar God op zyne wyze; ieder doet daar, het geen hy 't beste en 't bekwaamste oordeelt ter behoudenisse zyner ziele. Hier van spreekende, konnen wy niet voorby 't geestig zeggen van zekeren Direkteur eener Fransche plantagie te melden: Hy verhaalde, aan iemand zyner Landslieden te Lions, (werwaards hy niet lang geleeden eene reize heeft gedaan) die zeer breed op gaf van de verdraagzaamheid in Frankryk, dat hy, in Suriname, gegeeten had in een huis, waarvan het gezin bestond uit Heidenen, Jooden, Roomsch-Katholieken, scheurzieke Grieken, en Calvinisten: zy zaten, voegde hy 'er by, aan tafel, vrolyk en wel te vreden, en leefden, voor het overige, in de volmaaktste eensgezindheidGa naar voetnoot(i). Beminnelyke Wysgeeren! vereenigt u toch, om | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 21]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het Opperweezen, in diepen eerbied, te bidden, voor de behoudenis eener Regeeringe, die, zonder de hoogachtinge, die men aan deszelfs eerdienst verschuldigd is, uit het oog te verliezen, juist het tegengestelde van 't geene zo veel beeken bloeds in Europa heeft doen stroomen, wist in gebruik te brengen en te beschermen. Mogten de burgerlyke onverdraagzaamheid en de nationaale vooroordeelen toch eens eindelyk, voor altoos, van de aarde verbannen worden! De Raad van Civile Justitie vergaderde oudtyds op dezelfde plaats als de Raad van Policy: en wanneer het gebeurde, dat zy beide te gelyk moesten vergaderen, dan bediende men zich van de Kerk tot eene vergaderplaats; maar sedert het jaar 1774, heeft de Kolonie een schoon huis van twee verdiepingen gekocht, staande recht tegen over het plein van 't Gouvernements huis. De eerste verdieping is de plaats waarin de Raad samenkomt, en deeze is voorzien met een groot en ruim voorhuis: op de tweede verdieping houdt de kleine Civile Rechtbank, bekend by den naam van Kommissarissen van kleine zaaken, als ook het Collegium Medicum, haare vergaderingen. Gelyks grond heeft men de Sekretary, die zindelyk onderhouden wordt, en in zeer goede order is. In 't vervolg zulken wy van 't eene en andere nog wat nader spreeken.Ga naar voetnoot(k) Behalven deeze publieke gebouwen, zyn 'er nog twee diakenye-huizen, het eene der Gereformeerden, en het andere der Lutherschen, waarin men behoeftige weezen, arme bejaarden, en die hun brood niet konnen winnen, aanneemt. De Jooden hebben geen byzonder huis, om | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 22]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarin hunne armen te onderhouden; maar ieder arm huisgezin geniet eene jaarlyksche inkomste, naar evenredigheid van zyne behoeften; waar aan men het heeft toe te schryven, dat hier nooit bedelaars op de straat gezien worden, gelyk in de meeste steden van Europa zo dikwyls gebeurt. Die van den Hervormden Godsdienst hebben, daarenboven, ook nog eene publieke schoole tot onderwys van de kinderen der Diakeny. |
|