Geschiedenis der kolonie van Suriname
(1974)–David Nassy– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |||||||||||||||||||
Bevolking, zo van de stad Paramaribo als van de gansche Kolonie in 't algemeen. Scheepvaart en Koophandel.Volgens de naauwkeurigste berekening beloopt het getal van de inwooners der stad twee duizend zielen, zonder het Garnizoen des lands en de bedienden van het Krygsweezen daar onder te tellen. Tot dit getal nu behooren 615 Portugeesche en 430 Duitsche Jooden, te samen uitmaakende een getal van 1045 persoonen, en dus meer dan de helft der bevolkinge van de Blanken der Stad bedraagende. Behalven dat zal men 'er ook (zonder de Militie van vrygemaakte Negers te rekenen,) aan Mulaters en vrye Negers een getal hebben van by de 650, het welk een geheel uitmaakt van 2650 vrye persoonen. De slaaven, die men 'er onderhoudt, zo tot verrichting van allerlei slag van huisdiensten, als die op eenige andere wyze, ten voordeele van hunne meesters, moeten werken naar hunne onderscheiden bekwaamheid, en onder welke men eene menigte timmerlieden, metselaars, smeden enz. enz. vindt, mag men rekenen op een getal van 6 of 8 duizend; waar uit volgt, dat de bevolking der Stad, over 't geheel, meer dan negen of tien duizend zielen bedraagt. De uitgave, welke men 'er jaarlyks doet voor koopwaaren, komende uit Europa en Amerika, is onbegrypelyk groot. Naar evenredigheid van haare bevolkinge is 'er niet eene Stad in gansch Amerika, die zo veel gelds verteert als Paramaribo. Zelfs heerscht 'er werkelyk eene buitenspoorige weelde en overdaad onder de slaaven; hebbende zy onder elkanderen eene soort van order ontworpen, waar aan zy den naam geeven van Dou; by voorbeeld, Dou d' or, | |||||||||||||||||||
[pagina 31]
| |||||||||||||||||||
Bigie dou, Dou de Diamant; 't geen zo veel wil zeggen als gemaakt van goud, van edelgesteenten enz. Eene buitenspoorigheid, die, althans eenigzins, beteugeld behoorde te worden; te meer wyl men 'er de schadelyke uitwerksels alrede, in meer dan in een opzigt, van gevoelt, zo uit hoofde van de dieveryen, die daaruit noodzaakelyk moeten voortkomen, als ook uit hoofde van de geringe belastingen, die de Blanken daarop van hun kunnen vorderen; welk alles te wege brengt, dat zy onverdraaglyk trots worden, en eene uiterste verachting opvatten voor de Vrouwen des lands. De algemeene bevolking der Kolonie, daar onder begreepen de twee duizend Blanken, welke wy rekenen in de Sad Paramaribo te zyn, zal, alles samen genomen, Blanken en Negers, Vryen en Slaaven, een getal bedraagen van 50 tot 55 duizend zielen. 'Er zyn, over 't geheel, in de Kolonie 591 groote en kleine plantagien: van dit getal trekke men af 46, toebehoorende aan Jooden, welke wy hier niet rekenen, om dat 'er van hunne bevolkinge afzonderlyk staat gesproken te worden; dus schieten 'er dan 545 plantagien over. Op deeze plantagien nu heeft men van 1 tot 4 Blanken, aan Direkteurs, Schryvers en Kommandeurs: eenige hebben maar twee, en de meeste maar één' Blanken. Weshalven, wanneer men, door elkanderen, aan elke plantagie, over 't geheel, twee Blanken geeft, het getal van 545 plantagien dat van 1090 persoonen zal bedraagen. De bevolking der Portugeesche Jooden, over 't geheel, daar onder begreepen die te Paramaribo, in de Savanne, en op de plantagien woonen, bedraagt 834, en die der Duitsche Jooden 477, dus te samen 1311 persoonen, behalven nog een getal van bykans 100 Vrye Mulater Jooden van beide deeze Natien. Voeg by het getal van deeze 1090 persoonen der plantagien nog het getal van 955 Blanken in de Stad Paramaribo, afgetrokken van 1045 Jooden, die te samen een getal van 2000 zielen in de | |||||||||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||||||||
Stad uitmaaken, met 1311 Jooden, zo zal de bevolkinge der Blanken, over 't geheel, bedraagen 3356 zielenGa naar voetnoot(n). Hier by voege men nog 650 Mulaters en vrye Negers, daar onder begreepen die 100, welke men gerekend heeft onder de Jooden; zo zal de algemeene bevolking van vrye persoonen der Kolonie beloopen 4006 zielen; invoege men in de geheele somme van 3356 Blanken der Kolonie vindt een aantal van 1311 Jooden, hetwelk meer dan een derde van de bevolkinge, over 't geheel, bedraagt. Het getal der slaaven heeft, sedert verscheiden jaaren, merkelyk afgenomen. De oorzaaken daar van vindt men in de sterste, in 't wegloopen, in den geringen aanvoer van nieuwelingen van de kust van Guinéé, in de groote menigte der geenen, die tot dienst der Kolonie (bekend by den naam van korps der vrye Negers, van welke wy reeds gewaagd hebben) zyn vry verklaard, enz. Niettemin mag men 't getal der slaaven, over 't geheel, volgens de naauwkeurigste berekening, getrokken uit de vereeniginge van verscheiden berichten, die ons door onderscheiden persoonen zyn bezorgd, onbeschroomd rekenen op 45 of 50 duizend zielen. Men sta nu by dit getal, en de bevolking van de vrye lieden der Kolonie, eens aandachtig stil, gelyk ook oy den jaarlykschen opbreng van alle haare plantagien, en men vergelyke het eene en 't andere, vervolgens, met het oneindig getal van Negers en de bevolkinge der Blanken te St. Dommingo en de inkomsten van dit Eiland; zo zal men bevinden, dat | |||||||||||||||||||
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||
Suriname, naar evenredigheid, veel meer opbrengt dan St. Dommingo en de andere Eilanden van Amerika. Zo men nu by deeze waarneemingen eens voegt de overgroote menigte van eetwaaren, van koopgoederen en allerhande snuisteryen, aangebragt met schepen, die uit Europa komen, die alle in de Stad en op de plantagien vertierd worden, zo zal men ook bevinden, dat niet eene Kolonie van Amerika zulk eene gunstige vertierplaats voor het Moederland is als Suriname. Deeze voordeelen, vereenigd zynde met die de Republiek trekt van de vragtloonen van 50 of 60 groote schepen, die, het eene jaar door het andere, daar op vaaren, en duizend andere voordeelen, die daar uit voor de Hollandsche Kooplieden, doch ten nadeele der Kolonisten, voortspruiten; zo zal men overtuigd worden, dat de Kolonisten met goed recht mogen verwachten, dat de bescheidenheid van Hunne Hoogmogenden, van de Heeren Eigenaars der Kolonie, en inzonderheid van de Kooplieden en Geldverschieters in Holland, groot genoeg zal zyn, om de Kolonie door edelmoedige opofferingen te ontheffen van den zwaaren last haarer schulden, en het voorteetend kwaad van derzelver renten. De vragtloonen van de in de Kolonie aangebragte koopwaaren, dienende, zo om op de plantagien gesleeten, als aan de byzondere winkels geleverd te worden, mag men, 't eene jaar door 't andere, rekenen op eene somme van tusschen de 5 en 6000 guldens, ieder schip, en wel inzonderheid sedert eenige jaaren: want voor dat het krediet der Kolonie zo merkelyk gedaald was, beliep het vragtloon van ieder schip meer dan 9000 guldens. De vragtloonen der van daar te rug gebragte waaren mogen insgelyks op 16000 guldens, ieder schip, gerekend | |||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||
worden. Deeze somme vereenigd zynde met de 5000 guldens schipvragt, wegens den invoer, maakt ƒ21000, welke vermenigvuldigd wordende met de 50 schepenGa naar voetnoot(o), die op Suriname vaaren, zo zal men eene somme krygen van ƒ1,050,000, zonder daar by te rekenen het voordeel, dat gemaakt wordt, zo van de schipvragt dergeenen, die derwaards reizen, als van de tigchelsteenen, die aldaar voor een' hoogen prys verkocht worden, en welke de schepen niet gevoeglyk konnen nalaaten derwaards mede te voeren, om dat zy hun tot ballast dienen. Men voege by deeze voordeelen ook nog de jaarlyksche uitgaven van alle de plantagien in 't gemeen, aan koopmanschappen, die men rechtstreeks van de Korrespondenten in Holland doet overkomen; en om deeze uitgaven, door eene zo natuurlyke en naauwkeurige berekening, als ons mogelyk is, te doen kennen, hebben wy het gansche getal van 591 plantagien, hoeveele 'er in de Kolonie zyn, verdeeld in 9 klassen, van ƒ200 tot ƒ4000, zo voor de kleeding der Negers, 't yzerwerk en allerhande soort van gereedschappen, als ook voor den noodigen voorraad der Direkteuren; en wy hebben bevonden, dat, de eene plantagie door de andere, jaarlyks, niet minder aan gemelde dingen kan besteeden dan ƒ1486, hetwelk, voor alle de plantagien samen genomen, eene somme maakt van ƒ878226. Trek nu van deeze somme een vierde af voor de Planters, zo Christenen als Jooden, die alles, wat zy noodig hebben, koopen van de Kooplieden des lands, nog zult gy eene somme overhouden van ƒ658679 ½, welke de Kooplieden Eigenaars, of de Korrespondenten in Holland, zenden | |||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||
aan de Planters, en waarvan zy een zeer aanzienlyk voordeel trekken; zonder nog te rekenen de ontzaglyke menigte van allerhande koopwaaren, en kostelyke huisgeraaden, die de Kooplieden in Holland, van jaar tot jaar, aan de Kolonie toezenden, zo voor eigene rekening, als voor die van partikulieren en winkels, waarvan het getal buitenspoorig groot is; welk alles samen genomen, zonder vergrootinge, wel gerekend mag worden op anderhalve Millioen guldens in het jaar. Deeze voordeelen vereenigd zynde met die, welke de Scheeps Kapiteinen trekken van de drooge en eetbaare waaren, die zy, voor rekening der Hollandsche Kooplieden, aanbrengen; met de voordeelen van meer andere dingen, inzonderheid de vragtloonen der schepen; de geweldig groote kosten, die 'er loopen op den verkoop van de voortbrengsels der Kolonie in Holland, en met de buitenspoorig hooge assurantien ten voordeele der Hoofdstad, zullen, op een inkomen van bykans negen millioenen guldens in het jaar, hoe groot dat der Kolonie over 't geheel is, een jaarlyksch voordeel maaken van 5 of 6 millioenen guldens; zonder nog te rekenen de renten van het geld, dat door de Kolonisten en bewooners der Kolonie is opgenomen, die ook voor een zaakelyk voordeel te houden zyn. De koophandel der Kolonie over het geheel, zo ten aanzien van dien, welke rechtstreeks betrekking tot de Hoofdstad heeft, als van dien, welke met de Engelsche Amerikaanen, tusschen Kolonisten en Kolonisten, gedreeven wordt, bestaat in den aan- en verkoop van eetbaare en drooge waaren, als Yzetwerk, Stoffen, Lakenen, Lynwaaten, Snuisteryen, Versierselen, Hoeden, koperen Gereedschappen, fraai Aardewerk, fyne Porceleinen, Wynen, Bieren, Brandewynen, en eindelyk alles wat de pracht in kleederen, en de goede cier het allerkeurigst hebben weeten uit te denken; waar by nog | |||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||
komt het Meel, de ingezouten Visch, het Vleesch, de gerafineerde Suikers enz. enz. Tot vertier van 't een en 't ander zyn 'er zeer veele winkels aangelegd, die, ten grooten deele, staan op den oever der riviere; als ook pakhuizen voor de eetwaaren en meeste andere zaaken, die door de Amerikaanen worden aangevoerd, om de Negers op de plantagien van het noodige te voorzien. Byaldien de belangen der Republiek konden toelaaten, dat 'er van Suriname eene vrye haven gemaakt wierd, en dat de Kolonisten verlof kreegen, om zelve hunne voortbrengsels te verkoopen, zo zou de Kolonie, buiten allen twyffel, eene gelukkige verandering ondergaan, zonder het minste nadeel aan de Hoofstad toe te brengen. Maar om dit denkbeeld te bewerkstelligen, en teffens voordeelig te maaken, zou het wel noodig zyn, dat eenige groote verstanden eens samen kwamen, om de belangen der Kolonisten met die der Hoofdstad te vereenigen; en als dan zou misschien deeze groote waarheid, waarvan wy maar alleen eene ruwe schets, en die met veele wolken omringd, begrypen, zich in haaren vollen dag vertoonen. Alle geldspecien zonder onderscheid gaan in Suriname; maar ongelukkig vindt men 'er byna geene andere kaarten, dan die in het land gemaakt zyn, welke de plaats van gangbaare munt bekleedenGa naar voetnoot(p), en nog verder Deensche Schellingen, die, sedert het jaar 1768 of 1769, in groote menigte in de Kolonie zyn ingevoerd, | |||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||
en wel inzonderheid door zekeren VettewaarierGa naar voetnoot(q) die, in Holland niet hooger gaande dan voor 3 ½ tot 4 stuivers, hier gaan voor 5 stuivers, wanneer menze voor gemunte kaarten der Kolonie verwisselt. |
|