schermheilig of Patroon dezer stad was Sint Martinus. Zie Oudheden en Gestichten van Vriesland, 2de deel, pag. 52 en 53.
In de nabijheid van Sneek waren ook verscheidene Kloosters, als: het Hospitaal, waaronder behoorde de Meenschar op de Ee, van 63 koegangen te gras, en 64 te hooi, en het Klooster of Convent, de Groendijk genaamd, door graauwe Bagijnen en één Pater bewoond. Dit had 51 koegangen te hooi en te gras. Wat verder af, was het Klooster Tabor, te Tirns, en Nazareth, te Idzega, beiden bewoond door graauwe Bagijnen en één Pater. Voorts Nieuw Klooster of Aula Dei, te Scharnegoutum, waarin eenige nonnen woonden en één Preor, en het Vrouwen-Broeders of Karmelijten Klooster, te Woudsend, die elk een' Preor hadden, en meer anderen. Zie Winsemius, beschrijving van Sneek.
Deze stad is oudtijds begiftigd geweest met zeer vele previligien of voorregten: zoo als bij voorbeeld, van Georg, Hertog van Saksen, in dato den 9 Julij 1504, waarbij op aanzoek van de Regering van Sneek, aan de Griets-lieden van de omliggende dorpen, op straffe van ongenade verboden werd, eenigzins van stedelijke voorregten te profiteren, of eenig waaggewigt te houden, en daardoor der steden voorregten mede aan zich te trekken.
In 1517 den 3 Mei, werden deze preveligien nog meer vergroot door Carolo, Hertog van Gelder, want nu werden de ingezetenen dezer stad van de betaling der tollen van hunne landen ontheven. Op de dorpen in haren omtrek mogten ook geene jaarmarkten gehouden, en geene ambachtslieden, zoo als wevers, schoenmakers, pelswerkers, noch ook kooplieden in het groot, geduld worden, zonder toestemming van het stedelijk Bestuur van Sneek. Ook mogt er geen zware waag, van boter, kaas of andere waren op de dorpen zijn, maar alleen binnen de stad gehouden worden. Voorts werd hun het volle genot van alle zoodanige inrigtingen toegezegd, als de Magistraat tot welzijn der stad, daarbij zoude voegen.
In 1523 den 6 December werden deze preveligien nog nader herhaald, vermeerderd en bevestigd door den Keizer Karel de V. Bij gemeld besluit, werd de stad Sneek gelijke voorregten toegekend als de steden Leeuwarden en Franeker, voorts, dat het hun vergund zoude zijn, om een stads Resolutie-boek te houden, en dat Sneek als een