Vondelingskens(1926)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Avondwind Ik lieve, wat des avonds in De winden hangt te neuren...; Die melodijkens zonder zin, Die lachen noch en treuren. Die liedjes tusschen lach en leed, Waaruit ik voel gedijen, Wanneer m'n mond geen woorden weet, - Gepeinzen, om te schreien... Want zelden zongt ge, o winde-lied, Langs grijzend' avond-wegen, Dat ik van bei m'n wangen niet Iets blinkends weg moest vegen... En toch..., 'k en wete niet, waarom Dat van m'n wimpers perelt...; Maar zeg me, waarom schreit een blom, Als 't avondt in de wereld? Vorige Volgende