Vondelingskens(1926)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Deemstering Het deemstert ginder buiten - Een goedheid zonder naam! - Ik tuur door regen-ruiten En vouw m'n handen saam. O 'k droom en bid en luister Bij deemstering zoo graag; M'n kamerken wordt duister, De vormen worden vaag. Het deemstert in m'n oogen: Ik voel ze minder klaar, Heel zacht bewaasd, bewogen... Alsof een traan er waar... Toch welt, door wee en grieve, Een woordelooze beê... Ik peins aan u, m'n lieve, Ginds, in de doode steê. [pagina 23] [p. 23] M'n hoofdje hangt gebogen, M'n woningske wordt zwart; Het deemstert in m'n oogen..., Het deemstert in m'n hart... Vorige Volgende