Vondelingskens(1926)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] O Kind'ren van mijn Droomen O kind'ren van mijn droomen, O bloemkens van mijn tuin, Wat buigt ge droef en loome Uw teng're kopkens schuin... Ge waart zoo frisch te voren Als klokskens van de Mei, O lievekens, geboren Uit droom en mijmerij... En 'k heb u, stil-bewogen, Gevoed, bij nacht en dag, Met regen van mijn oogen, Met zonne van mijn lach. Ik wil u niet zien welken; Ge moet herleven nog. O liefde..., warm die kelken, O zonne..., zoen ze toch. [pagina 15] [p. 15] En koester, lieve, goede, Mijn zielekind'ren weêr; Ik kan ze niet meer voeden: 'k Heb geen illuzies meer. Vorige Volgende