Schaduw(1929)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Dat lied XXII Het lied waarvan een menschenziel het heiligst is doordrongen daar zijn op aard geen woorden voor, dat blijft onuitgezongen. Dit leerd' ik toen ik eens voor u een zuiver lied wou zingen dat stil- en langer trillen bleef dan klank van aardsche dingen. Ik wou dat parelwoordensnoer om regenbogen vlechten maar vond geen droppels licht genoeg om aan mijn droom te hechten. Ik heb er dikwijls om geschreid maar op een klaren morgen heb ik het in Gods hand geleid, die zal er nu voor zorgen. [pagina 40] [p. 40] Zoo zonder einde of begin, alleen gedriegd van droomen, zoo is mijn arm liedeke bij Lieven Heer gekomen. En 't zal niet van deez' aarde zijn, och, in ons beetre leven, met in zijn mond mijn kleinen naam zal God u 't liedeke geven. Vorige Volgende