Schaduw(1929)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Middag-wiedsters XVII Ze kwamen traag door den zomerschen brand, zwijgende vrouwen van arbeid en leed; ze veegden bijwijlen met bronzen hand van hun blinkende kinne 'nen droppel zweet. Al hingen hun hoofden zoo sprakeloos-moe, al lag er geen rust over d'akkeren rood, toch zong er berusting in 't loome gedoe van hun voeten en armen en halzen bloot. En wijzende naar de gewassen een poos viel van hun lippen een schraal gezeg. Toen keken ze weder gedachteloos in de schamele kruidekes langs den weg. Vorige Volgende