Schaduw(1929)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Trotsche vriend VI Als ik aan u denk word ik altijd stiller, sober van gebaren, milder van oog en mond; lijk getroffen vogel stuikt de zilvren triller van mijn rinkel-lach naar den doffen grond. Reis ik uwaarts dan met zorge-schreden, fier treedt gij ten drempel, uitverkoorne Gods; mijn erbarmen wordt een mager vlamke op de steile paaschkeers van uw trots. Tot gij overbuigt waartoe ik ben gekomen; in uw smalen dooit mijn wit medelij en ik vlucht, vernederd als een bloote zonde in het veilig donker, dat de schaamte keer' van mij. Maar nog vóor ze keert is deemoed mij uw bode; weigerlijk van woorden en van teederheden schaars meldt hij - bloo relaas van kinderlijke sprake - de peis van uw nachten door het vlamke van de kaars. Vorige Volgende