Schaduw(1929)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Ons handen VII Eenvoudig als ons handen zijn bij vaal verdriet en gulden feest, zoo zijn wij, lieve, met elkaar zelden geweest. Tusschen der woorden hoovaardig spel, ons handen, zij alleen, die wisten van elkander wel 't geheim van ons getween. Die hebben 't schoonste deel gekend van 't heimwee waar een mensch in mint; die wisten niet waar waken endt of waar de droom begint. En wijd van allen valschen schijn, zoo zonder teeken, zonder woord, hebben ze, zuiver als ze zijn, elkander toebehoord. [pagina 16] [p. 16] Mijn jongen, toen uw leste kus vaarwel zong door mijn blonde haar, deden ons beider handen nog van komen 't schoon gebaar. En toen de leste trein vertrok wuifden zij nog elkander toe, die zwijgend hebben liefgehad, die minnen elkaar voorgoê. Och, mochten, moe van dool en pijn, wij eens, aan avondraam, eenvoudig als ons handen zijn zwijgend tesaam. Vorige Volgende