Op zachte vooizekens(1923)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Mijn Jeugd Mijn jeugd is een roep door de stilte Een galm, die geen echo gelooft; Maar beter berust, Als in zegening rust Uw hand op m'n hunkerend hoofd. Mijn jeugd is lijk smeulende branken Van meivuur, gedoofd in zijn kracht, Dat prachtig weer brandt Over 't avondlijk land, Wanneer ik uw armen verwacht. Mijn jeugd is muziek van verlangen, Die wild over 't heideland zwerft... Maar nimmer voldaan, In wat glimlach of traan Ter venstren mijns herten versterft. Vorige Volgende