Op zachte vooizekens(1923)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Hart en Ziel Die nooit, door 't schoon bewogen, Zijn menschelijk gemoed Naar Godes gaarde richt; Daar brandt niet in zijn oogen De lamp van 't eeuwig licht. En hij, die, de aard vergeten. Vereenzaamt in gebed Al de uren van den dag, Hoe zou zijn ziele weten, Wat aarde-leed vermag? 'k Wil iedren avond knielen, Dat mij mijn leven lang Die schoone gunst geschiê...: Zoo, tusschen hart en ziele, Wat lieve harmonie! Want menigmaal mij smertte De ziekelijke lijn In 't wezenloos profiel, Van zielen zonder herte, Van herten zonder ziel... Vorige Volgende