Op zachte vooizekens(1923)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Deemster-vrage Waar mag uw ziel wel toeven, Uw ziel, die zeker weet Mijn schoon' geheimenisse: Dat ik u niet kan missen In al dit leed... Daar stierven zóóveel dagen, Die 'k leefde ver van u, En zooveel deemsteringen, Die in den nacht vergingen, Zoo leêg als nu... Ik heb ze mooi gedragen, Al deden ze mij zeer... Och, nu 'k uw ziel moet derven, Kan ik het zonne-sterven Niet dragen meer... Dies neig ik iedren avond Mijn hoofd. zoo smeekens-moe; Zult gij mijn ziel niet hooren? Heb ik u dan verloren Voorgoê...? Voorgoê...? Vorige Volgende