Aan flarden
(1901)–Top Naeff– Auteursrecht onbekend
[pagina 72]
| |
1e Tooneel.
max van kalstra, jeanne.
(Jeanne blond etherisch persoontje, zwak, kinderlijk, zij draagt een wijde, lichte peignoir vol kanten en strikken, zij zit in den ziekestoel, overal door sjaals en kussens gesteund).
max
(jeugdig in zijn licht zomerpak, stopt een kussen achter haar rug, gaat bij haar zitten).
Is 't zoo goed, kindje?
jeanne.
Hé ja, dank je wel, Max.... Wat schijnt de zon lekker.... 'k wou dat ik eens uit kon....
max.
Wel, wie weet hoe gauw dat al zijn zal. (vriendelijk) Haast je maar om gauw beter te worden.
| |
[pagina 73]
| |
jeanne
(met iets eigenaardigs).
Wou je dat écht graag?
max.
Natuurlijk!
jeanne.
Ja maar, ik meen niet alleen voor mij, ook voor je zelf.... Och ik dacht zoo, je begint er al haast aan te wennen, altijd alleen uit te gaan.
max
(praat er over heen).
Dan gaan we een eindje rijden in 'n open koets he?...
jeanne.
O, ja, met ons beidjes, en dan geen mensch anders... 't Begint me zoo te vervelen altijd in huis....
max.
Je krijgt toch nog al eens aanloop.
jeanne.
Visites zijn zoo gauw om.... zeg, heb je Antje een briefje bij Nini Verhulst laten brengen?
max
(verward).
Eh.... ja.... dat 's te zeggen, ik ben er zelf maar even aangeloopen voor 't gemak, ik moest er toch langs.
jeanne
(zichtbaar geschrokken).
Ben je binnen geweest?
max.
Even.
jeanne.
Was ze alleen?
max
(raapt iets op van den grond).
Ja, Verhulst was naar de praktijk. Ik ben er maar | |
[pagina 74]
| |
héél even geweest.... Al die briefjes is zoo'n last.... (Jeanne ligt met gesloten oogen achterover en zwijgt).
max.
Ik geloof, dat je je alweer te veel vermoeid hebt... dat drukke praten....
jeanne
(richt zich op).
Ik ben nu nog niet moê.... Zie ik erg bleek van daag?
max.
Wel neen, niets bijzonder, daar moet je niet aanhoudend over denken....
jeanne.
Dat doe ik ook niet. Weet je wat mevrouw Holster laatst zei, toen ze hier was? Dat me deze peignoir zoo bijzonder goed staat. Vindt jij dat ook?
max
(met toegeefelijken glimlach).
Ja zeker. (goedig) Alles staat jou goed, klein vrouwtje.
jeanne
(nadenkend).
Meen je dat nou?.... Vindt je me heusch knap om te zien? net zoo knap als.... Zeg Max, hoe laat zei Nini Verhulst dat ze komen zou?
max.
Ze heeft geen tijd genoemd.
jeanne.
O!.... Mocht Marietje er den heelen dag blijven?
max.
Ja, tot 7 uur. Antje heeft haar zoo even weggebracht. 't Kind vond 't een pretje. | |
[pagina 75]
| |
jeanne
(zucht).
Natuurlijk.... Zeg, hadden ze gisteren niet een feestje bij dokter Verhulst?
max
(starend).
Ja, hun trouwdag! (haastig) Twee jaar zijn ze getrouwd. Hoe weet jij dat?
jeanne.
Antje had 't van de meid gehoord.
max
(wrevelig).
Hè, je moet niet zoo praten met Antje...., die meidenpraatjes!....
jeanne.
Ach, 't is nog eens 'n verzetje.... (gedwee) Maar als je 't liever niet wilt, doe ik 't natuurlijk niet meer.... (stilte) Ik was gisterenavond zoo akelig, dat ik heelemaal vergat, dokter er mee te feliciteeren.... Ik zal 't nu nog doen. 't Staat zoo onhartelijk.... Dokter zal wel trotsch zijn op z'n vrouw.... 'n Mooi gezicht, hè?.... En zoo elegant! (Ziet angstig naar Max).
max.
Ik geloof, dat ik dat raam eens 'n eindje op zal schuiven. 't Zal, dunkt me, geen kwaad doen. Als 't tocht moet je 't zeggen.
jeanne
(ligt achterover, in zichzelf).
Ik vind 't toch een koud gezicht.... niets vriendelijk.... (gejaagd) Waar blijf je Max? Toe, kom hier zitten. (dwingend) Kom Max!
max
(gaat zuchtend zitten).
Ik keek maar even uit 't raam, lieveling! | |
[pagina 76]
| |
jeanne
(half overeind).
Wie zag je?
max.
Niemand. Een paar jongens, die een vlieger oplaten....
jeanne
(speelt met Max vingers, oogen half gesloten).
O, ik heb vannacht weer zoo vreeselijk naar gedroomd.... (huiverend) Zóó vreeselijk....
max
(weemoedig).
Helpt dat nieuwe middel dan ook al weer niet?.... (streelt haar) Arm kindje!
jeanne
(gejaagd).
Weet je wat ik gedroomd heb?
max.
Hoe zou ik....?
jeanne
(kijkt hem plotseling strak aan).
Dat ik dood was....
max.
Maar vrouwtje-lief....
jeanne.
't Was zóó akelig.... zóó akelig. Ik was dood en ik wist toch alles.... Ik was begraven hier op 't kerkhof, buiten de poort.... Er lag een steen op me, maar ik zag toch alles, en hoorde alles! (windt zich meer en meer op).
max.
Kalm Jeanne, zet die nare gedachten gauw uit je hoofd. | |
[pagina 77]
| |
jeanne
(hijgend).
Ik moet 't eerst vertellen. (recht overeind met wijd open oogen) Jij stond er bij.... met Marietje.... en.... en Nini Verhulst was er ook bij. O, en jelui lachten maar, lachten maar.... jij en Nini! Marietje had zwarte kleertjes aan, en ze huilde zoo!.... maar jij en Nini waren zoo vroolijk.... Jelui lachten, lachten, lachten! 't Was zóó akelig.... (valt hijgend in de kussens).
max
(diep ontroerd, veegt haar 't zweet van 't voorhoofd, kalmeerend).
Zie je nu wel dat 't verkeerd is, om je zoo op te winden? Wat is dat nu, een droom! Je kent toch wel 't spreekwoord: ‘droomen zijn bedrog!’
jeanne
(trekt zich op aan zijn arm).
Ja, hé, ze komen nooit uit,.... altijd andersom gelukkig!.... (valt terug) Och, klein Marietje huilde zóó.... Jij zou ook wel huilen.... niet waar Max, als.... als ik er eens niet meer was?
max
(wanhopig).
Natuurlijk kindje. Toe, praat niet zooveel, je maakt je zoo moê. Hier, laat ik je de druiven eens aangeven.
jeanne
(afwerend).
Ja, 't is een getob met me; - ik kan 't niet helpen,.... 't is zoo vervelend voor jou.... altijd een zieke vrouw, altijd sukkelen.... (angstig) Maar je zoudt me toch niet willen missen.... zou je?
max
(ten einde raad, tracht te schertsen).
Alles behalve, hoor! Wil je geen druiven? | |
[pagina 78]
| |
jeanne
(vleiend).
Sla je armen om me heen, en zeg 't me nog 'ns, Max, dat je nog evenveel van me houdt als vroeger (in tranen) toen ik gezond was.
max
(drukt haar zwijgend in z'n armen).
Och....
jeanne
(hangt aan zijn hals).
Toe zeg 't nog eens.... Ik hoor 't zoo graag - altijd weer....
max
(met trillende stem).
Ik houd nog evenveel van m'n vrouwtje, heusch, nog evenveel. - (legt haar neer in de kussens) Toe, slaap nu nog wat. 't Is tijd voor je bouillon - ik zal Antje zeggen....
(rechts af).
jeanne
(overeind, slaat haar hand aan 't hoofd, suffend).
Neen, het kan onmogelijk.... | |
2e Tooneel.
jeanne, antje, later max.
antje
(met een kop bouillon).
Pas op, mevrouw, ze is heet. Even 't schoteltje vasthouden? (Jeanne drinkt) Heeft mevrouw 't ook al gehoord?
jeanne
(gretig).
Wat?
antje.
Ze zeggen, dat die jongste bij Mattus ook aan 't verkeeren is. | |
[pagina 79]
| |
jeanne.
Juffrouw Ada?.... Zoo, met wien?
antje.
De een zegt, met meneer Holster, hier van 't secretarie, en de ander, met 'n schilder uit de stad.... ja, den naam ben ik....
jeanne
(zet 't kopje op 't schoteltje, met mislukte waardigheid).
Antje, je moet niet meer zoo praten in de kamer, in 't vervolg.
antje
(brutaal).
Ik miszei er toch niks an!
jeanne
(verlegen).
Och neen.... maar meneer.... zei....
antje.
Nou nog mooier!... Niet of graag, je zou allevel... (af. - Jeanne barst in huilen uit).
max
(ontstemd op).
Wat heb je nou weer?
jeanne
(schrikt op).
Nou is Antje.... en ik zei alleen maar....
max
(ontstemd).
Hè, je bent ook net 'n kind! Wie zegt dat nou weer dadelijk!
jeanne.
En jij wou niet hebben....
max.
Ja, 't is goed. | |
[pagina 80]
| |
jeanne
(zielig).
Ben je boos?
max
(geforceerd vriendelijk).
Och wel neen.... maar je moet een beetje tact hebben.... Kom, huil nou maar niet....
jeanne.
Hoe laat is 't?
max.
Half elf, even er over.
jeanne.
Dan zal ze nu wel gauw komen. Je gaat toch naar 't kantoor?
max
(besluiteloos).
't Is al zoo laat.... ik kon wel thuis blijven vandaag.
jeanne
(geagiteerd).
Wel, waarom? Zoo laat is 't nog niet. Ga maar, ik heb nu toch gezelschap. (er wordt gebeld).
max.
Dan heb je dubbel gezelschap.
jeanne
(dringend).
We kunnen je hier niet gebruiken. Nini en ik hebben wat samen te bepraten.... heeren worden geweerd.
max
(droef schertsend).
Zoo, staatszaken te behandelen? Modes wed ik....
jeanne
(wuft).
Hè ja, ik kan er naar verlangen weer eens een mooi, nieuw toilet aan te hebben....
antje
(komt op van den achtergrond).
Daar is de dokter. | |
[pagina 81]
| |
max.
Laat maar binnen. Vroeg vandaag.
jeanne.
Misschien komt Nini.... | |
3e Tooneel.Vorigen, tom.
(Tom komt binnen, strak, als oud geworden).
jeanne.
O, dag dokter.
max.
Morgen Verhulst.
tom
(negeert Max, zakelijk).
Mevrouw, hoe is 't gegaan met de poeiers.... geholpen?
jeanne.
O neen, niets. Ik heb weer zóó gedroomd. Er is toch niets aan te doen.
tom
(dringend).
Wat heeft u gedroomd?
jeanne.
Dat ik dood ging.... (krimpt ineen) en dat m'n man.... Neen, dat vertel ik niet.... En droomen zijn toch maar bedrog, hè?....
tom
(kort lachje).
Ja, droomen zijn bedrog. | |
[pagina 82]
| |
jeanne.
O, ik feliciteer u nog, met uw feest van gisteren dokter.
tom
(doet zich geweld aan).
Dank u.
jeanne.
Hebt u een prettigen dag gehad?
tom.
Ja, heel prettig.... heel goed....
jeanne.
Leuk om den trouwdag te vieren. Wij hebben er eigenlijk nooit zoo over gedacht, waar Max?
max.
Neen. (Tom kijkt Max aan).
jeanne.
Hoe laat komt uw vrouw nu?....
tom
(schrikt op).
M'n.... Nini.... Zou die.... (bezint zich) O, die kan niet komen van morgen.... 't Spijt haar wel.
jeanne
(geagiteerd).
Zie je nou wel. Nu komt ze wéér niet. Ik heb 't al zoo dikwijls gevraagd, en telkens kan ze niet. Ik geloof dat ze niet wil.... Waarom nou weer niet?
tom
(mat).
Ze heeft wat hoofdpijn.
jeanne
(huilerig).
Dat 's toch geen reden. Ik heb elken dag hoofdpijn. Hè, vraagt u 't haar nog eens, (zich opwindend) en als ze dan nog niet komt, moet u maar zeggen, dat ik denk dat ze niet wil....
| |
[pagina 83]
| |
tom.
Kalm mevrouwtje....
jeanne.
Kalm.... Kalm!.... ik moet altijd maar kalm zijn!.... Niemand doet ooit wat ik vraag.... Toe nou dokter... Wacht, ik zal een boodschap sturen...
tom.
Werkelijk, ik zou nu liever....
jeanne
(slaat op de bel).
Ze moet komen (woedend) ik wil 't nou eenmaal... ik moet haar wat vragen.... (Antje op) Antje....
tom
(streng).
Nu kalm mevrouw. (aarzelend) Ik zal Nini een briefje schrijven (schrijft op een papier met potlood).
max.
Wacht maar even Antje....
jeanne
(uitgeput).
U moet zeggen.... (valt in de kussens).
max.
Jawel.... jawel.... Dokter doet 't nu al....
jeanne.
Dringend.... heel dringend....
tom
(doet 't briefje in 'n enveloppe).
Hier meisje breng even bij m'n vrouw. (Antje af).
jeanne.
Nou zal ze toch wel niet meer.... | |
[pagina 84]
| |
tom.
U moet u rustig houden. Zoo wordt u nooit beter... (Jeanne ligt met gesloten oogen achterover, Max staat bij 't raam links).
tom
(achter hem, koud).
Je zult een ander over je vrouw moeten raadplegen... het is geen ziekte die ik genezen kan....
max
(verbaasd).
Maar we zijn heel tevreden zooals 't nu gaat.... onder jouw behandeling.
tom
(strak).
En ik wensch die niet verder voort te zetten (Max ontsteld).
jeanne.
Max, toe kom bij me zitten....
max
(wrevelig).
Ja direct (zacht tot Tom). Ik begrijp je niet.
(Tom lacht minachtend, Max onrustig).
Kan ik je straks even alleen spreken?
tom.
Dank je, 't is onnoodig.
jeanne
(dringend).
Kom nou....
max.
Wat zanik je toch....
jeanne.
Zet even een stoel klaar voor Nini. Ik zou 't zelf wel doen, als ik maar kon!
max.
Dáár!
jeanne.
Hier, naast mij.... asjeblieft Max. | |
[pagina 85]
| |
4e Tooneel.De vorigen, nini.
(Nini eenvoudig gekleed komt binnen. Tom ziet droevig spottend Max aan, dan Nini, die 't hoofd buigt).
jeanne
(onnatuurlijk vroolijk).
Ha! Eindelijk!.... Zie je nou wel, als je maar wilt! Heb je nu nog hoofdpijn?
nini
(afwezig).
Ja, dat kan wel) (bezint zich) Hoe is 't met jou Jeanne?
jeanne.
O, goed, ik zal gauw beter zijn.... Zeg, ik feliciteer je nog met gisteren.... 't Was erg aardig zeker?.... (Nini durft niet opzien) Kom nu gezellig hier zitten, doe je goed af. Wat heb je een aardig hoedje op!
(Nini doet haar goed af).
max.
Wacht laat mij,... (helpt haar, Tom kijkt er spottend naar, Jeanne's oogen zijn niet van hun af. Nini gaat zitten iets achter Jeanne, dof).
jeanne.
Heb je visite gehad gisteren?
nini.
Ja, Pa en Ma en een van de zusjes....
jeanne.
Den heelen dag?
nini.
Ja.... | |
[pagina 86]
| |
jeanne
(bekijkt Nini).
Heb je die blouse uit den Haag?
nini.
Neen....
jeanne.
Waar dan vandaan?
nini.
Arnhem....
jeanne.
Netjes.... eenvoudig en toch smaakvol.... (haar steeds opnemend) Zij staat je goed, vindt je ook niet Max?....
nini
(verschrikt).
Och zeg toch niet zulke gekke dingen!....
max
(die in gedachten stond).
Wat vroeg je?....
nini
(legt haar hand op Jeanne's mond).
Niks!....
jeanne.
Ik ben van plan als ik weer uit mag 'n beige toilet te nemen.... Mantel en rok.... laken. Lief jurkje hé, dat Marietje aan heeft.... Dokter, hoe vindt u dat mijn dochter er uit ziet?.... Flink, niet waar? Ze is zoo stevig.... Wie past nu op haar?
tom.
We hebben een heel vertrouwde meid.
jeanne.
't Is een erg zoet kind, gelukkig! (Tom wendt zich af, gaat voor 't raam staan links).
jeanne.
Max wil jij die poeiers nog eens voor me bestellen, je komt er meteen toch langs. | |
[pagina 87]
| |
max.
Ja, goed, dadelijk.
tom
(met vreemde stem).
Nini!
nini
(gaat naar hem toe, droevig).
Wâblief? (Max zit met den arm om Jeanne op de armleuning van haar stoel, zij praten vertrouwelijk).
tom
(halfluid, koud).
Ik wou je verzoeken als dokter, de komedie nog één uur vol te houden. (Nini maakt 'n gebaar) O, dat zal jou geen moeite kosten.
nini
(droevig verwijtend).
Waarom heb je haar niet gezegd, dat ik niet komen kón?....
tom.
Waarom zou ik je sparen! Ik vraag dus alleen aan je dat je tegen over háár (wijst op Jeanne) huichelt, zooals je het die jaren tegen mij hebt gedaan. Ik ben blind geweest voor alles, ook voor haar ziekte. Je hebt mijn oogen geopend, laat de hare dicht, zij zou er niet tegen bestand zijn. (Nini knikt werktuigelijk) Weet dat ze zeer zwak is, zekerheid zou haar dood kunnen zijn, die dan je.... (minachtend) je vriend op zijn geweten zou hebben. Ter wille van hem dus, zal je wel....
nini
(smeekend).
Tom!
tom
(wreed).
Want haar leven zullen jelui toch nog wel niet over hebben, voor je mooie liefde....
nini
(heesch).
Hou op!!.... | |
[pagina 88]
| |
tom
(gaat terug naar Jeanne).
Nu mevrouw, dus de zelfde poeiers nog eens weer, en dan maar rustig houden.... (geeft haar een hand) Beterschap!
jeanne.
Dag dokter.
tom
(tot Max en Nini die naast elkander staan).
Adieu! (Tom af, Nini gaat zitten).
max
(na een kleine aarzeling loopt Tom na).
Ik moet hem nog even wat vragen.... (Max af).
| |
5e Tooneel.
jeanne, nini, max.
jeanne
(is zeer onrustig).
Draai je een beetje om, ik kan je zoo niet zien.... neen nog een eindje, ik zie graag de menschen in hun gezicht als ik praat.... Wat zou Max je man nog te zeggen hebben?
nini.
Dat weet ik niet.
jeanne.
Zeker iets, dat wij niet mogen hooren.... Max is altijd zoo geheimzinnig. Jouw man ook?
nini.
Neen.
jeanne.
O, Max wel, hij vertelt me nooit eens wat, nieuwtjes uit de stad, of zoo.... Wat ik weet, hoor ik nog van de meiden of van de buitenwereld.... Antje zei van morgen dat Ada bij jelui geëngageerd is.... Is dat waar?.... | |
[pagina 89]
| |
nini
(herademend).
Wel neen, hoe komen ze er aan! (druk) Altijd die praatjes.... echt kletsoord hier! Ada is nog zoo jong, net negentien.... dan denk je nog niet over trouwen.
jeanne.
Ik was pas 18....
nini.
O, ja. (steeds drukker) Maar dat zijn toch excepties, eigenlijk, ben je dan nog veel te jong om te decideeren. (verward, praat steeds gauwer) Neen maar hoor, er is niets van aan, van Ada, als ze je er naar vragen spreek je 't maar tegen. (lacht luid en schel) O, verbeeld je, onze Ada, de baby geëngageerd, ze heeft net opgestoken haar! De kinderen beginnen zich tegenwoordig in de wieg al te engageeren, 't is te gek! Haha!
max
(komt binnen hij ziet er ontsteld uit).
Pardon, even m'n hoed halen. (kijkt Nini smeekend aan. Jeanne ziet 't) Zal je 't haar niet te druk maken, Nini (heengaande) Ladies. (Max af).
jeanne.
Druk.... altijd maar bang van druk....
nini
(haastig).
Lees je veel? Noem 's wat je 't laatst gelezen heb?
jeanne.
Neen, ik lees nooit. Ik houd er niet van, ik krijg er pijn van in m'n hoofd ook.
nini.
Och, hoe akelig toch voor je, ja dan is lezen er niet goed voor. Maar voorlezen misschien? Houdt je daar | |
[pagina 90]
| |
niet van? (neemt een boek van 't tafeltje) Ik had zoo gedacht als ik je eens wat voorlas?
jeanne.
O neen, dank je, ik praat veel liever, daar kom je voor; lezen heb ik niks an.... je zou nu toch zeggen zoo'n praatje over Ada.... hoe komen de menschen er aan.
nini.
Ja, hoe ze daar altijd aan komen....
jeanne
(dringend).
De gekste dingen verzinnen ze.... maar gewoonlijk is er dan toch wel iets van waar.... Er is geen koe bont....
nini.
Wat heb je daar prachtige druiven.
jeanne.
Wil je ze hebben?....
nini.
Neen, daar zeg ik 't niet om, dank je.... Van wie heb je ze?....
jeanne.
Van Max.... Je vond, zei je, negentien te jong. Hoe oud was jij eigenlijk toen je trouwde?
nini
(wrijft haar handen).
Zevenentwintig. (geforceerd) Al een oudje!
jeanne.
't Scheelt haast tien jaar! En was je al die jaren uitgeweest.
nini.
Ja, al die jaren. | |
[pagina 91]
| |
jeanne.
Begon 't je niet te vervelen?
nini.
Wel neen.
jeanne.
Ik ben heelemaal niet, wat je noemt ‘uit’ geweest. Alleen in onzen engagementstijd een beetje. Maar die was maar heel kort. Bij jelui ook zoo kort, hé?
nini.
Vier maanden.
jeanne.
En je kende je man ook haast niet vóór je engagement, wel?
nini.
Neen, Tom vestigde zich hier vreemd, zijn ouders wonen in 't Noorden, en.... Ben je wel eens in die streken geweest, Groningen en Friesland? Daar is 't toch zoo aardig, zoo heel anders al hier, zoo....
jeanne.
Ik heb er wel eens gelogeerd.... ja heel aardig.
nini.
Groningen zelf is een vroolijke stad.... vondt je niet?
jeanne
(zonder te luisteren plotseling).
Ben jij niet, vroeger, nog eens, ik hoop niet dat je me indiscreet vindt.... ik heb 't laatst eens gehoord.... ook al eens geëngageerd geweest? (ziet Nini strak aan).
nini
(vrij kalm).
Ik? - neen.... wat 'n ideé....
jeanne
(met inspanning).
Ja, maar niet publiek; in stilte. Of dat ook niet? | |
[pagina 92]
| |
nini
(trillend).
Neen, dat ook niet.
jeanne
(één zenuw).
Ik moet 't toch vragen, ik wil 't weten. (ademloos) Ze zeiden.... dat jij.... en mijn man.... (Nini krimpt ineen) vroeger, eerst als kinderen, en toen later nog, heel lang,.... in stilte.... Is dat dan niet waar?!....
nini
(zich vermannend, uitbarstend in lachen).
Jouw man, en ik! Och wie verteld toch zulke dingen, geloof dat toch niet, Jeanne, er is niks van an, heusch, geloof me, niks.... Je man zou er om lachen, net als ik nou, hahaha....
jeanne
(grijpt plotseling Nini's handen).
Lach niet zoo, luister naar me. Ik zal je iets zeggen, wat geen een vrouw misschien aan een andere zou bekennen, maar ik kan niet meer, ik ben óp. Ik wil zekerheid. Weet je wat ze gezegd hebben, Nini!.... Ze hebben gezegd, (zit recht overeind, koortsig) dat Max jouw het hof gemaakt heeft, jaren lang, en dat hij wel wist, dat jij ook van hem hieldt, maar dat hij zich toen ineens teruggetrokken heeft, omdat jelui geen van beiden geld hadden, en dat hij toen.... dadelijk daarna.... (slaat de handen voor 't gezicht) O, God, 't is zoo vreeselijk! mij heeft genomen om m'n geld!.... En als dat waar is, dan heeft ie me al die jaren bedrogen, dan heeft ie geen woord gemeend van alles, dan heeft hij me maar hier geduld om dat geld! O, en dan heb ik 't ook wel gemerkt, aan kleinigheden. Maar ik kan toch niet gelooven, dat hij zoo slecht zou zijn, dat hij me daartoe heeft willen verlagen, dat kan haast niet. Maar ze zeiden
| |
[pagina 93]
| |
't toch zoo stellig.... O, niet in m'n gezicht, van 't een kwam 't ander.... ik ving 't op, hier en daar.... Misschien had ik 't nooit moeten gelooven.... Maar ik twijfelde toch, van zelf, hoe ik er me ook tegen verzette.... En dáár ben ik ziek van, die angst.... dat vreeselijke, om te denken, dat je man.... (balt machteloos de vuisten, uitgeput).
nini
(trillend).
Maar Jeanne, Jeanne, God, kalm....
jeanne
(opvliegend).
Kalm, ik?.... Neen jij kent 't niet.... jaloezie, want dan zou je me dat niet zeggen. Jij weet niet wat 't is, die marteling, die elken dag weerkomt, elk uur, elke minuut! Bij alles wat hij zegt zoek ik er iets achter, als ik 'm uit zie gaan, dan denk ik.... Zoo dikwijls heb ik 't hem gevraagd, maar altijd zei hij ‘neen’, en nog geloofde ik 't niet.... Och, wie eens liegt.... En nou dien laatsten tijd, nou ik niet meer voort kan, niet meer mee, nu ik hem nog tot last ben! Altijd als hij uitgaat, dan lig ik hier machteloos, te denken, te denken tot m'n hersens haast bersten; tot ik 't uit zou willen gillen van achterdocht! van jaloezie!.... God, geloof je niet dat 't hoog, héél hoog moet gekomen zijn voor ik aan jou, aan jou Nini, dat durf te zeggen. 't Is ook 't laatste, ik ga zoo achteruit, maar hoe ook, nu zal ik rust, nu zal ik zekerheid hebben. Nini, neem 't van me af! Ik heb jou niets te verwijten. Nini, ik smeek je, neen kijk me an, is 't wáár geweest?!!....
nini
(uiterste inspanning doodsbleek).
Heusch Jeanne..,. | |
[pagina 94]
| |
jeanne
(hijgend, houdt haar vast bij de schouders).
Neen, zoo niet! zoo niet! Zweer me Nini, dat er nooit, nooit iets geweest is tusschen jou en mijn man! Zwéér me!!
nini
(toonloos).
Ik zweer je....
jeanne
(valt achterover).
Goddank, o, Goddank! (snikt hartstochtelijk).
(Nini, als versuft, wrijft haar zakdoek langs haar hoofd, stilte.)
jeanne
(zacht).
Nou 's 't goed.... Dank je.... dank.... Ik ben zoo moe, ik zal maar naar bed gaan.... Wil je me nog even helpen? (geeft haar een hand, lief) Ik dank je wel, hoor! (Nini helpt haar). Het blijft tusschen ons, natuurlijk, je man ook niet....
nini.
Neen....
jeanne
(heengaande, zacht).
Die goeie Max.... hoe heb ik hem ooit.... O, 't was slecht van me (leunt op Nini's arm) Maar hoe of toch ooit zoo'n praatje.... ik begrijp 't niet.... ik begrijp 't niet....
(Jeanne en Nini af, achterdeur links.)
| |
6e Tooneel.
nini, max, later jeanne.
nini
(komt terug, wezenloos starend, zacht in zichzelf).
Een eed! Dat ook nog! Och voor mij.... Max, ik heb je niet verraden.... ik heb me niet gewroken.... | |
[pagina 95]
| |
mijn liefde was niet als de jouwe (zich bezinnend) Nu moet ik.... o ja.... (rillend) naar huis (kleedt zich aan rechts in den hoek).
max
(komt bruusk op).
M'n God, Nini, hoe kon je nou!
nini
(kalm).
St! Ze slaapt....
max.
Heb je haar soms ook?
nini
(strekt haar hand gebiedend naar hem uit).
Neen, dat 's jouw werk!
max.
Ik heb haar niet getrouwd om haar ongelukkig te maken, dat tenminste niet.
nini.
Je hadt aan mij alleen genoeg.
max
(smartelijk).
Nini! Laat dat ellendig misverstand tusschen ons uit den weg geruimd worden vóór....
nini
(kalm).
Voor we elk ons weegs gaan.
max
(bitter).
Ja helaas.... Ik met haar (wijst naar de deur) en jij....
nini.
Alléén, hoop ik.... Wat wou je zeggen van 'n misverstand?.... Gauw dan wat. Ik wil hier niet blijven.
max.
Ga even zitten.... | |
[pagina 96]
| |
nini.
Neen.
max.
Luister dan. Toen ik nu vier jaren geleden, opeens me terug trok, schreef je dat aan een gril toe?
nini.
Eerst wel; gisteren zei je me, dat 't om geld was.
max.
Dat je dacht, dat ik voor me zelf begeerde, uit zucht naar weelde, of zoo iets, niet waar?....
nini
(knikt).
Zoo iets.
max.
Laat me je dan nu zeggen, wat niemand ooit geweten heeft, ik zeg 't niet om me te verontschuldigen, alleen ter opheldering: ik moest geld hebben, (zacht) vader's zaken waren in de war.
nini
(verheugd).
O!!
max.
Je houdt 't voor je, natuurlijk.... Niemand had er vermoeden op, niemand (zacht) zelfs moeder niet.... De boel stond op springen.... Er was maar één uitweg, dien men mij als eenigen zoon voor oogen hield: de rijke partij. Bah, er is wat geknoeid, gekonkeld en gedraaid in die dagen! Enfin, 't is terecht gekomen.... 't financieele bedoel ik. Ik voelde me zelf dien eersten tijd een opofferende zoon, een held, een martelaar! En nou.... nou voel ik me een schurk.... zoo verander je van binnen....
(Deur links kraakt even open, men ziet iets bewegen er achter).
| |
[pagina 97]
| |
max
(vervolgt niets bemerkend hartstochtelijk).
Ik was een schurk, toen ik jou opofferde, aan dat geld! Ik was een schurk toen ik me aan Jeanne verkocht! Aan haar kan ik misschien nog wat goedmaken, maar aan jou en aan Tom.... (droevig) Ik heb je leven verwoest, Nini.
nini
(vriendelijk).
Neen, alleen m'n jeugd, 't andere deed ik zelf.
max.
Hoe heb je ooit gedurfd, tegen Tom!
nini.
De maat was vol. Toen bracht jij me den moed, gisteren.
max.
Noem je dat nog zóó! (snikkend) God Nini, ik ben 'n gek geweest!
nini
(waardig).
Stil. 't Is nu allemaal voorbij. Ik dank je, dat je, me dat gezegd hebt, van je vader - ik ben er (glimlacht droevig) nog een soort verguld mee, dat 't niet om mijn persoon was.... Wees goed voor Jeanne; dráág dat, waar ik onder bezweken ben, om harentwil,.... ze is zoo zwak. (met moeite) Wij zullen elkander niet weerzien. (geeft hem een hand) Het beste. - Adieu.
(Max drukt haar hand krampachtig in de zijnen. - Een kreet, een slag achter de deur).
max
(ontstelt, fluistert).
Geluisterd! (hij wankelt naar de deur links).
(Nini slaat de handen voor 't gezicht en snelt de kamer uit).
het scherm valt.
|
|