Aan flarden
(1901)–Top Naeff– Auteursrecht onbekend
[pagina 45]
| |
1e Tooneel.
nini, tom, mevr. mattus, mijnheer mattus, ada, later dina.
tom
(schertsend).
Menschen het plechtig oogenblik is daar om de taart te snijden! Wie durft!
nini.
Geef maar hier. (snijdt).
tom.
O, 't gaat je door je ziel, die datum!
ada.
Zonde!
nini.
Je kunt 'm niet heel eten.... Mama wilt u beginnen? (geeft de taart rond).
| |
[pagina 46]
| |
tom
(staat op, haalt een flesch champagne onder de schrijftafel uit, houdt hem in de hoogte).
Tot verhooging van de feestvreugde!
ada.
O, Champy!! (Nini staat op haalt glazen).
mattus.
Goeie boel bij jou.
mevr. mattus.
Je tast Nini in haar zwak. Niet waar, jij houdt er zooveel van.
nini
(lacht gedwongen).
Ja, o ja, dol! (gaat zitten).
mattus
(staat op, glas in de hand).
Bij de Pagne behoort een hartelijk woordje. Kinderen het is vandaag twee jaar geleden (ziet op de klok) ja, juist om dezen tijd dat wij ook om een feestmaal zaten, en ik den wensch uitsprak, dat 't zoo juist voltrokken huwelijk in de toekomst niets dan vreugde en geluk zou brengen, dat Nini noch Tom ooit spijt zouden hebben van de afgelegde belofte. (Nini zit met opeengeklemde lippen, starend) Die wensch is vervuld. Mama en ik, wij verheugen ons in de beide zonnige jaren die achter u liggen, (Tom knikt telkens instemmend) en hopen dat de volgende even gelukkig als de eerste zullen zijn, waar we trouwens niet aan twijfelen. Nini, Tom, daar gaan jelui!
(Mevr. Mattus wrijft haar oogen, Nini, tusschen
| |
[pagina 47]
| |
huilen en lachen in, slaat over in lachen, luid, uitgelaten. Ze klinken allen).
tom.
Dank u wel Papa, wij hopen, dat u met Mama er nog lang getuigen van zullen zijn. (tot Ada) Nou hoor, je weet er alles van, op z'n gezondheid!
ada.
Hou je toch....
dina
(op van rechts).
Mijnheer of u nog eens even bij vrouw Beuze kon komen vóór van nacht. 't Is toch naar met die eene dochter.
tom.
Daar nou! Nu dacht ik eens vrij te zijn! Zeg maar dat ik dadelijk kom.... (Dina af).
tom.
't Is gelukkig nog al in de buurt.
nini
(bezig haar taart in kleine stukjes te snijden).
O ja.... Je moest ook nog even naar de Kalstra's.... Jeanne is weer minder goed.
tom.
Och!.... Is de boodschap daar net pas gekomen?
nini
(ziet niet op).
Neen.... van morgen al....
tom.
Maar kind, dat had je me eerder moeten zeggen.
nini.
Heelemaal vergeten. | |
[pagina 48]
| |
tom.
't Is je te vergeven vandaag. Hoe laat ongeveer van morgen?....
nini
(aarzelend).
Elf uur zoowat.... Max.... eh.... Kalstra is 't zelf komen vragen.
tom.
Zoo, zei hij ook bijzonderheden?
nini
(aarzelend).
Neen....
ada.
Max van Kalstra is nog 'n ouwe vlam van haar.... (wijst op Nini) toen ze op school was.... Wist je dat, Tom?
tom
(lachend).
Neen, van de ouwe aanbidders van m'n vrouw ben ik niet erg op de hoogte, moet ik bekennen. (bewonderend knikje naar Nini) Maar zij zal er wel ontelbare gehad hebben, daar twijfel ik niet aan....
ada
(plagend).
Kijk Nini 's 'n kleur krijgen.... Oooooo!!
nini
(bits).
Och kind, zanik niet....
ada
(met vuur).
Nou, je vond 'm wat aardig vroeger!....
nini
(driftig).
Kijk maar liever naar je eigen. | |
[pagina 49]
| |
mevr. mattus
(geagiteerd).
Kom, als we eens opstonden, 't is niet vroeg meer!
nini
(herstelt zich).
Eet er niemand meer wat?.... Laten we dan maar naar buiten gaan. (allen staan op).
ada
(tot Nini).
't Was maar gekheid, zeg.... Ben je boos?....
nini
(starend).
Neen.
tom
(zijn arm om haar heen).
Even in den tuin wandelen? | |
2e Tooneel.De vorigen, jhr. holster.
Jhr. Holster, fattig, gefaneerd, kaal hoofd, welgemanierd, komt haastig op door den tuin, juist als men opstaat.
holster.
O, pardon, ik dérangeer toch niet?
tom
(laat Nini los, joviaal).
Zeker niet, kerel, je ziet we staan net op. We zijn een beetje in de late..,.
holster
(tot Nini).
Mevrouw Verhulst ik hoorde van uw Mama de aanleiding van haar komst van daag.... ik hoop dat 't niet indiscreet is.... als ik u mijn hartelijke geluk- | |
[pagina 50]
| |
wenschen aanbied. Ik kon tot mijn spijt niet eer komen.... (drukt haar hand) Van harte mevrouw!....
nini.
Dank u wel. Ik apprecieer 't zeer.
holster
(geeft handen).
Verhulst gefeliciteerd. Mevrouw Mattus, ik had van morgen reeds het voorrecht.... Mijnheer Mattus hoe maakt u het? (tot Ada) Ah freule.... hoe gaat 't u sinds onze laatste ontmoeting?....
ada
(leuk ongegeneerd).
Perfect.... Dank u, (trekt een mal gezicht achter z'n rug).
tom.
Holster je neemt me niet kwalijk, ik heb nog 'n paar patiënten.... ik wou graag vóór donker.... (neemt z'n hoed).
holster.
No question about. (tot de dames) Ik mag misschien de dames nog wel even gezelschap houden?
(Ada staat voor het raam en zegt niets).
mevr. mattus
(in-vriendelijk).
Natuurlijk, natuurlijk, het zal ons heel aangenaam zijn!,... Gaat u zitten. (men schaart zich om 't tafeltje links, Mevr. Mattus zet zich op de canapé, Holster tegenover haar met z'n rug naar 't raam, Mijnh. Mattus in een luien stoel, Nini loopt bij de tafel).
tom
(in 't voorbijgaan tot Ada, maakt 'n walspas, neuriet).
Das ist die Liebe....
ada
(wijst op 't groepje links).
Chut!!.... | |
[pagina 51]
| |
tom
(kust Nini achter Holster's rug).
Dag lieve, kleine bruid, ik zal blij zijn, als ze allemaal weg zijn, en jij?
nini
(met angstig gezicht).
Zeg aan Jeanne, dat ik morgenochtend niet kom, dat ik niet kan.... Zal je 't zeggen?
tom.
Had je dat beloofd?....
nini
(haastig).
Ze had 't gevráágd.
tom
(goedig).
Nou, dan zou ik maar gaan, 't is zoo'n stumper.... Een zenuw, al zenuw!.... Ze mag jou zeker graag, want ze praat altijd over je....
nini
(angstig, wijd open oogen).
Wat zegt ze over mij? (Mevr. M. maakt gebaren, over Holster heen naar Ada om haar te beduiden zich bij hun te voegen. Ada merkt niets).
tom.
O, niets bijzonders alleen maar vragen hoe je 't maakt en zoo. Kan je niet morgenochtend....
nini
(weifelend).
Neen.... of misschien! (gretig) O, is 't beter haar niet teleur te stellen?.... Zeg dan maar niks....
tom.
Best kind. (kust haar nogmaals) Dag dames, Papa, bonjour, dag Holster....
| |
[pagina 52]
| |
holster.
Adieu! adieu!....
nini
(starend, zacht).
Hij zegt 't zelf....
dina.
Afnemen, mevrouw?
nini
(ontwakend).
Neen, laat maar staan zoo lang. (gaat zitten bij de anderen).
(Dina af).
mevr. mattus.
Ada, kom hier wat zitten.
ada.
Ja, dadelijk.... (wuift naar buiten).
holster
(tot Nini).
Het is wel eigenaardig, den trouwdag elk jaar te vieren, zéér poëtique.
nini
(angstig).
O ja....
holster
(enthousiast).
Niet alle menschen doen 't, maar 't lijkt me een aardige gewoonte, vooral zoo en petit comité.
mevr. mattus
(mal ondeugend).
Nu mijnheer Holster, goed voorbeeld, doet goed volgen, wie weet wat u nog eens....
holster.
Och mevrouw, men moet er altijd twee voor zijn, nietwaar?.... En niet iedereen is zoo'n geluksvogel als onzen goeden Verhulst. (zucht).
| |
[pagina 53]
| |
mevr. mattus
(lacht verlegen).
Nou, kom, een beetje moeite....
nini
(geërgerd, valt in).
Hoe maakt 't uw Mama, meneer Holster?....
holster.
Dank u, dank u. Mama gaat nog niet uit, maar is toch veel beter.
mevr. mattus
(staat op, ongemerkt, woedend fluisterend tot Ada).
Wat mankeert jou, kom dan toch als ik je roep! Schandelijk onbeleefd ben je....
ada
(onverstoorbaar).
Gaat ie nog niet haast weg?
mevr. mattus.
Je komt onmiddellijk bij me op de kanapé zitten, verstaan!
Mevr. Mattus gaat weer zitten.... Ada knikt uit 't raam loopt op haar teenen achter Holster's stoel, valt met gevouwen handen op een knie, quasi in aanbidding. Mevr. Mattus in doodsangst.
holster
(praat door).
Wat beginnen de dagen al te korten. (Buiten wordt 't donker, Ada gaat zitten).
mattus.
De gezellige winteravonden staan voor de deur.
holster.
Ik prefereer toch den zomer met zijn genoegens in de buitenlucht. (tot Ada) Is uw fiets er goed afgekomen freule, van onzen tocht in den regen?
| |
[pagina 54]
| |
ada.
Neen, hij is geroest; dat is nog al glad na zoo'n weer....
holster.
Ach wat jammer is dat. Misschien gaat 't er wel af met nikkelpoeier. Ik heb heele goeie uit Londen. Als ik morgen in de stad ben, zou ik misschien eens kunnen komen kijken....
ada.
O dank u, doe u geen moeite, 't gaat er toch niet af.
holster.
Hé, nu is u pessimiste!
mevr. mattus.
Hm!
ada
(houdt 'm voor den gek).
Och vindt u, wat spijt me dat ontzettend! Zoo'n slecht oordeel!
holster.
O, neen, maar zoo bedoel ik 't niet.... op dat ééne punt, meen ik....
mattus.
Moeder 't zal onze tijd zoo langzamerhand worden.
mevr. mattus.
Nou, er is nog wel een latere tram.
mattus.
En jij wou?....
holster
(staat op).
Ik zal ook eens opstappen.... Ik ben wel wat lang blijven plakken....
nini.
Och!.... | |
[pagina 55]
| |
mevr. mattus.
Integendeel....
ada.
't Is al heelemaal donker.
holster.
Dag mevrouw Verhulst, aangenamen avond verder. Groeten aan uw man, als 't u belieft.... Mevrouw, mijnheer Mattus, freule, tot genoegen. (Mijnheer Mattus laat Holster uit).
(Holster af).
| |
3e Tooneel.De vorigen, behalve holster, tom.
mevr. mattus
(tot Ada).
Wat beleef ik toch aan jou! Je bent gewoon onmogelijk tegen alle jongelui!....
ada.
Op één na....
mevr. mattus.
Jawel, denk maar niet, dat je dien ooit krijgt! (tot haar man) Hoe kwam jij nou zoo uilig om 'n kwartier van te voren al over naar huis gaan te praten. Geen betere manier om de menschen weg te jagen.
mattus
(beschaamd).
O, 't spijt me, daar had ik niet aan gedacht.
mevr. mattus.
Ja, jij denkt aan niks.... Als ik er niet geweest was.... nou!.... (tot Ada) Zet je hoed op, we gaan weg!
| |
[pagina 56]
| |
nini
(angstig).
O neen, toe blijft u nu nog maar tot de laatste....
mattus.
Ja, me dunkt ook....
mevr. mattus
(beslist).
Neen, niet zoo in en uit.... (tot Ada) Klaar?
(Nini's gezicht wordt steeds angstiger).
tom
(op uit den tuin).
Zoo, worden de vertrekpreparatieven al gemaakt?.... Ja, u komt zeker niet graag zoo heel laat thuis. Ik ben nog net op tijd om u uitgeleide te doen. Och, och, wat 'n getob bij Kalstra, ik heb met den kerel te doen. Ze is zoo gejaagd en angstig, soms praat ze volslagen wartaal!.... En zwak!.... 't Is goed dat je maar eens gaat morgen, Nini! 't Is misschien heilzaam wat afleiding; hoewel 't ook alweer agiteert. Ze lag maar stil te praten, nu, met haar oogen dicht, ik kon haar niet verstaan, maar ze noemde telkens jou naam, 'n bewijs dat ze er vol van is. (Mevr. Mattus kijkt Nini strak aan, Nini richt zich hoog op, uitdagend).
Dat kind is veel te druk daar in huis, ik heb gezegd dat ze 't overdag maar hier moeten sturen, ze kan hier spelen in den tuin. Na 't ontbijt morgenochtend wordt ze gebracht tot zeven uur.... (Men hoort een tram bellen).
Komt menschen, daar belt ie.
nini
(gejaagd).
't Is maar één minuut loopen.... Blijf nog maar even.... | |
[pagina 57]
| |
mattus.
Dan kunnen we 't op ons gemak doen. (kust Nini) Nu, kindlief, hartelijk dank voor je gezellig dagje....
nini
(hartelijk).
Dag Papa, aardig dat u geweest ben.... Dag Ada, complimenten aan de tweelingen.
ada
(zacht).
Dus je laat 't me weten, van die brieven? (Nini knikt afwezig).
mevr. mattus.
Dag m'n kind.... (zacht) Denk eens aan wat ik van morgen zei, à propos van die intieme conversatie met de Kalstra's.
nini
(strak).
Daar denk ik genoeg aan.... (Men gaat langzaam den tuin in. Tom blijft even achter).
tom
(slaat zijn arm om Nini).
Nu nog vijf minuten dan heb ik je voor mij alleen, m'n lief mooi vrouwtje (kust haar hartstochtelijk).
ada
(die terugkomt, spottend in de open deur).
Och, hoe aandoenlijk!.... Een afscheid voor eeuwig! Nog 'n laatsten kus, vaarwel voor altijd!.... (trekt Tom aan een arm mee) Ik zal met vaste hand aan deze hartverscheurende scène een einde maken. (met Tom op een drafje af, zingend) Das macht die Liebe....
(Nini wrijft rillend haar hand langs haar mond).
| |
[pagina 58]
| |
4e Tooneel.
nini, dina.
(Men hoort de nagalm der stemmen buiten. Nini rekt zich nerveus uit, wrijft langs haar hoofd, kijkt naar de klok, loopt gejaagd heen en weer).
dina
(komt op).
Nu toch zeker maar even afnemen, mevrouw?
nini.
Eh.... ja.... een beetje gauw.
dina
(ruimt op).
Die bloemen maar weer op tafel zetten?
nini
(ziet strak naar de klok).
Ik weet niet.... O goed. (zacht) Nog 5 minuten.... (plotseling tot Dina) Ben je nog niet klaar? (helpt geagiteerd, zet alles in elkaar) Neem maar mee naar de keuken. (wijst overschot van de taart) Die kunnen jelui verder opeten!
dina.
Dank u mevrouw. (met schaal in de hand af).
nini.
Ik durf niet.... (in stijgenden angst) Hoe zal ik... God, God!.... (hoort de bel, geeft 'n gil gaat zitten, de handen om de knieën) Ik kan niet!....
| |
[pagina 59]
| |
5e Tooneel.
nini, tom.
tom.
Zie zoo!.... Enfin seuls!.... Zal ik de deuren maar sluiten vrouwtje, 't wordt frisch,... Wat zit je hier nog in 't donker.... Prachtige dag geweest van daag....
nini
(beweegloos).
Ja. (Tom sluit, steekt licht op. Nini schrikt van 't licht, staat plotseling op, valt besluiteloos weer neer. Tom fluit 't Brautlied uit Lohengrin).
tom
(zonder om te zien).
Hoe is 't ook weer verder?
nini
(starend).
Ik weet niet....
tom
(zoekt in 't muziekkastje).
Schandelijk dat we dat geen van beiden meer weten, iets wat zóó nauw in verband staat met 't mooiste oogenblik in ons leven.... Waar is ze nou gebleven!
nini
(springt op).
Wat zoek je?
tom.
De partituur van Lohengrin. Ze moet er toch zijn.
nini
(haastig).
O, die is er niet, zoek maar niet.... ik heb ze uitgeleend....
tom.
Ah, daar is ze al! Je hebt zeker wat anders uitge- | |
[pagina 60]
| |
leend.... (gaat naar de piano, begint zacht 't Brautlied te spelen).
nini
(rijst op, met iets verwezens, fluistert).
Tom.... (Tom hoort niet, speelt door. Nini staat onbeweeglijk, haar zenuwen tot 't uiterste gespannen).
tom
(stil gelukkig, spreekt al spelende).
Nu zie ik alles weer voor me.... de kerk.... de menschen.... ik hoor 't orgel.... de preek: ‘tweeling is de mensch geboren.... en toch in zijn tweeheid één.’ Weet je 't nog, Nini.... Wat was je mooi.... ik moest telkens naar je kijken, jij zag niet op.... je liep als in 'n droom.... maar je drukte telkens even m'n hand.... om me je liefde te verzekeren.... Weet je 't nog?....
nini
(in 'n luiden hartstochtelijken gil).
Tom!! (zij krimpt ineen, handen voor de oogen, Tom staat op, stom verbaasd).
nini
(gillend, de handen aan 't hoofd).
't Was niet waar, 't was leugen, leugen, leugen! Ik zal alles zeggen, alles, alles! ik kan niet meer, ik zal alles zeggen!.... (hijgend als Tom in angstige verbazing een stap naar haar doet) Raak me niet aan! Raak me niet aan! Veracht me, sla me! Trap me! (op haar knieën) Ik wil alles voor je zijn, je huishoudster, je meid, je slavin, maar niet meer je vrouw. O, niet meer je vrouw! (snikt door, op haar knieën, gekromd).
tom
(niets begrijpend).
Nini, Nini, kind!.... | |
[pagina 61]
| |
nini
(opspringend).
O, je denkt dat ik krankzinnig ben, maar dat ben ik niet, ik weet heel goed wat ik zeg. (valt op een stoel) Ga daar zitten, Tom. Denk niet dat ik gek ben. Luister nou. O, je zult me misschien niet dadelijk begrijpen, 't niet kunnen gelooven, zóó iets slechts! zóó iets gemééns!!
tom
(radeloos).
M'n God, wat zeg je toch?
nini
(plotseling opstaande met ijzige kalmte).
Ik zeg, dat ik hier twee jaar lang als je huishoudster met je geleefd heb, want dat ik je trouwde zonder liefde, en met de volle zekerheid, dat ik je die nooit zou kunnen geven, want dat ze aan een ander behoorde voor altijd. (Tom maakt een gebaar van ontzetting en ontgoocheling) Ik deed 'n misdaad tegenover jou en tegenover me zelf. Mijn huwelijk is een aaneenschakeling van leugens geweest, ieder woord, iedere liefkoozing, iedere blik was een leugen! (spreekt steeds zachter met moeite) Ik heb gedacht.... dat ik 't vol zou kunnen houden, een heel leven, ik heb ook daarin gefaald. Ik ben er onder bezweken, na twee jaren.... Nu weet je alles geloof ik.... (ze gaat zitten doodstil wrijft zacht haar handen, Tom staat als versuft. Nini ziet schuw op).
tom
(heesch).
Wat! (fluisterend vlak bij haar) Wat zei je?.... Zeg 't nog eens weer?....
nini
(ziet niet op, toonloos).
Ik heb je niet lief, Tom. | |
[pagina 62]
| |
tom
(woord voor woord in zich opnemende).
Je - hebt - me - niet - lief!
nini.
Nooit liefgehad!
tom
(de hand aan 't hoofd).
En toen ik je vroeg m'n vrouw te worden, toen ik je van m'n liefde sprak, en vroeg of je die beantwoordde, toen zwoer je me.... God dat kan toch niet!
nini.
Ik zei je immers, dat alles leugen was.
tom
(langzaam begrijpend grijpt haar bij de armen, trekt haar voor op 't tooneel, staart haar in de oogen, hartstochtelijk).
Waarom nam je me dan?.... Waarom deed je 't?... Waarom loog je?.... (Nini hangt achterover met gesloten oogen).
tom
(dringend meer en meer begrijpend, heesch).
M'n geld!?
nini
(opent even haar oogen krachtig).
Neen....
tom.
Had je 't slecht bij je ouders, wou je 't huis uit?... (Nini schudt van neen).
tom.
Wat dan? Wat bracht je er toe? Was je bang ongetrouwd te zullen blijven? | |
[pagina 63]
| |
nini
(zacht).
Ja, dat ook.
tom
(schudt haar armen, heftig).
Wat nog meer?.... Zeg op!
nini
(met gebogen hoofd).
Ik had m'n heele leven gewacht op een ander, hij liet me oud worden in 't vaste geloof aan zijn liefde. (fluisterend) Toen liet ie me zitten....
tom
(smartkreet).
En toen nam je mij?! (alles begrijpend) Uit dépit!!
nini
(gesmoord).
Ja.
tom
(gooit haar van zich af).
Bah!! (stilte. Eindelijk droevig) God, je hebt geen besef gehad wat je deedt!
nini
(zacht).
Eerst niet, later wel, 't volle, ondragelijke besef.
tom
(hard, koud).
Wanneer kwam dat dan?
nini
(gebogen hoofd).
Op den dag van mijn trouwen....
tom.
Van daag voor twee jaar.... En van dien dag af heb je je rol gespeeld, heb je liefde gehuicheld, je opgeschroefd om me te bedriegen, dag aan dag, twee jaar lang!
nini.
Ik heb onuitsprekelijk geleden.... twee jaar lang.... (ziet hem smeekend aan).
| |
[pagina 64]
| |
tom
(uitbarstend).
Kijk voor je.... Wou je m'n meêlij soms nog opwekken?.... Jij, die leugen en bedrog in m'n huis bracht, die mijn liefde offerde aan je ijdelheid, die trouwde om getrouwd te zijn en mij gebruikte om aan de verveling van je bestaan te ontkomen! Jij, die m'n leven brak en geen meêlij kende. Kijk voor je, zeg ik je! Ik begrijp niet, hoe je me nog aan durft zien!
nini.
Eindelijk durf ik 't weer. Voor 't éérst!
tom
(stil voor zich heen).
En ik die me verbeeldde.... (lacht schamper) De ouwe man dacht nog liefde te wekken.... Wat 'n verbeelding.... m'n heele leven was verbeelding.... en ik heb 't niet gemerkt.... Niet willen merken misschien. Ik begin 't nu zoo goed te begrijpen. (heftig) Je vond, dat 't tijd werd om te trouwen.... hé! 27 jaar was al niet zoo jong meer.... Je vriendinnen trouwden, 't uitgaan begon je te vervelen, je wou 'n eigen huis hebben, je eigen baas zijn! Toen heb je alle pogingen gedaan om een man te krijgen, en dat lukte je niet, je werd uitgelachen om die vruchtelooze moeite!.... Je was bang ouwe jongejuffrouw te worden, bang voor dat eentonig, emotieloos leven van teleurgestelde vrouw! Toen kwam ik, dat was 'n uitkomst, ik kwam hier vreemd, ik wist van niets. Je deedt je zoo lief mogelijk voor.... en toen lúkte 't: ik bood je mijn eerlijke waaráchtige liefde!.... en jij!.... je nam ze aan, omdat je niet anders krijgen kon, om je fatsoen op te houden, om getrouwd te zijn, om honderde kleine redentjes, die elk mooi gevoel in je gedood hebben en die 't heiligste hebben ontheiligd!!
| |
[pagina 65]
| |
nini
(spreekt snel).
Ja, zoo is 't gegaan, zoo is 't gekomen!.... Maar geen man zal beseffen, de ellende van dat vruchteloos pogen.... Niemand, die 't niet ondervond zal weten wat 't is, jaar op jaar uit te moeten gaan, naar bals en diners en partijen, al maar met dat ééne doel, te trouwen. Want ik moest trouwen. Ons heele leven in zoogenaamde weelde, voor 't uiterlijk alleen, was er op gebazeerd een goed huwelijk te doen. We waren met ons vijven meisjes: ik was de oudste. Het viel zoo tegen, dat ik niet dadelijk van de markt was. Niemand wist dat ik wachtte, al maar wachtte op één die me alles beloofd had! Zoo werd ik oud, zoo kwamen langzamerhand de andere zusjes ook op de markt.... O, ik zie ons nog gaan, 't was zoo belachelijk.... Mama met die vijf dochters, we waren de risée van 't publiek, vooral ik, de oudste, de eenige van mijn leeftijd, die nog danste, danste als een achttienjarige.... terwijl mijn vriendinnen vrouw en moeder waren! 't Was zoo belachelijk! En niemand wist dat ik nog altijd wachtte.... (zwijgt even, Tom maakt een beweging om haar te stuiten, dan snel) Neen, val me niet in de reden, laat me uitspreken, 't is niet lang meer.... Daarna kwam de vreeselijke zekerheid dat ik vergeefs gewacht had en naast teleurstelling en jaloezie, de vernedering door allen medelijdend te worden aangezien.... O, ik zag het op de vriendelijke belangstellende gezichten om mij heen: Ze hadden allen zoo'n meêlij met die arme Nini Mattus, zoo'n deceptie op háár leeftijd!.... Toen Tom, toen kwam jij, je bood me, de door allen zoo begeerde uitkomst. Ik nam ze aan. Ik nam ze aan, om 'n goeien man te hebben, om verzorgd te zijn, om alle praatjes den kop in te drukken, om te ontkomen aan 't vreeselijk vizioen eens deel uit te zullen maken van die droeve rij teleurge-
| |
[pagina 66]
| |
stelde vrouwen.... Ik nam ze aan om de leegte te vullen en om hém te toonen, dat ik óók nog wel.... (Tom maakt een gebaar van minachting) O, ik weet 't, 't was een armzalige glorie!.... In 't begin woog 't me niet zwaar, je was zoo verrukt van me, zoo verliefd, het viel je niet op dat ik anders was. Het was zoo druk ons engagement, we hadden geen tijd tot ons zelf te komen. En ik genoot nog van mijn arme zegepraal..,. Zóó ben ik getrouwd, heel gauw, ik drong er zelf op aan, om 't onherroepelijk te maken, vóór ik tot bezinning kwam.... Toen die kwam, was 't zoo ontzettend! Ik heb me zoo geschaamd, zoo geschaamd! Dag aan dag heb ik gehoopt dat 't wel gaan zou, dat ik om jouwent wil de verachting voor me zelve zou kunnen dragen, me zou kunnen onderwerpen aan een liefde waar ik onder bezweek,... Het is me niet gelukt.... Ik loog en bedroog en huichelde.... ik speelde comedie tegenover jou, tegenover de menschen, tegenover de heele wereld!.... Ik schroefde me op tot 't uiterste!! tot ik wálgde van me zelf!! (fluisterend) Dat was vandaag. (gaat zitten schokkend van overspannen zenuwen. Stilte).
tom.
Vandaag.... En ik heb niets begrepen, vandaag zelfs nog niet.... Die tranen.... weet je waaraan ik ze toeschreef, Nini? (teer) Aan het nog onbereikt verlangen naar een kind!
(Nini deinst even terug, maakt 'n afwerend gebaar).
tom
(smartelijk).
En dát was mijn huwelijk.
nini.
Ja, dat was ons huwelijk, mijn werk. | |
[pagina 67]
| |
tom
(hoopvol).
Hadden je ouders je er toe aangezet?
nini
(aarzelt even).
Neen....
tom.
Ook dat niet eens, niets, niets ter verontschuldiging.
nini.
Niets.... (stilte).
tom.
Nu weet ik dus alles. Wat wou je nu eigenlijk?
nini.
Alleen dat je 't wist. Meer niet.
tom
(bijtend, vlak bij haar).
Me kwijt zijn misschien, de ouwe man kwijt zijn! (gooit de tuindeur open. Men ziet den donkeren tuin) Dáar, ga maar heen! Wat zou je nog hier! Ga maar! Ga maar heen, dan bén je me kwijt!
nini
(drukt zich angstig tegen den muur).
Daar had ik nog niet over gedacht....
tom
(schamper).
Niet?.... Och kom! dat geloof ik niet. (lacht) 't Zou in jouw hoofd nog niet opgekomen zijn, hoe je je van mij ontslaan zou! Zeg op dus, hoe wou je me kwijt zijn (Nini zwijgt stil, Tom trekt met een smak de deur dicht) Zóó niet.... Hoe dan wel? Zeg op!!.... Echtscheiding aanvragen?.... Moet ik 'n eind aan m'n leven maken? Je hebt 't maar te zeggen!....
nini
(toonloos).
Je kunt met me doen wat je wilt.... | |
[pagina 68]
| |
tom
(woedend op haar toe).
Ik zou je kunnen vermoorden!
nini
(zacht).
Doe 't dan maar.
tom
(ziedend).
Geen komedie asjeblieft! Je hoeft me niet meer te toonen, dat je daar volleerd in bent (komt langzaam terug van de deur ziet zijn bouquet staan, lacht luid onaangenaam, gooit plotseling met een smak de bloemen voor de voeten van zijn vrouw).
(Nini deinst achteruit).
tom.
Dáár de getuigen van mijn liefde waar je onder bezweek, dáár, het overblijfsel van onzen feestdag, onzen mooien feestdag!.... 16 September! (plotseling tot Nini) Hoe kwam je er toe juist vandaag me alles te ontnemen?... Dat had je even goed gisteren of morgen kunnen doen.
nini.
Gisteren had ik den moed nog niet.... morgen zou 't te laat geweest zijn!
tom.
Waarom te laat?
nini.
Om 't allerslechtste te voorkomen.... Altijd voelde ik 't naderen, vandaag wist ik, dat ik er alleen niet meer tegen bestand zou zijn....
tom.
Wil je zoo goed zijn duidelijker te spreken.
nini
(fluisterend, naar woorden zoekend).
Hij was hier van morgen? | |
[pagina 69]
| |
tom.
Wie?....
nini
(met gebogen hoofd).
Max van Kalstra!
tom
(steeds niet begrijpend).
Wat zou dat?
nini.
O, begrijp je dan niet....
tom.
Hij!! (grijpt haar ruw bij den pols) God almachtig wat is hier gebeurd van morgen?.... Hier in mijn huis tusschen jou en Kalstra?.... Lieg niet, Nini!... (sleurt haar over 't tooneel) De waarheid, ik wil de waarheid! Wat is hier gebeurd?!
nini
(hijgend).
Niets, niets....
tom
(ziedend).
Dat lieg je!... Je liegt altijd, dat weet ik nu immers.
nini
(hartstochtelijk).
Ik zwéér je!....
tom
(minachtend, laat haar los).
Spaar je de moeite.... ik ken de waarde van jouw eed. (Nini, gebroken, zwijgt).
tom
(iets kalmer).
Vertel precies wat er tusschen jelui is voorgevallen. Ik heb nog 't recht 't te weten zoolang je mijn naam draagt.... | |
[pagina 70]
| |
nini
(tracht haar gedachten te verzamelen).
Ik kan 't me niet precies herinneren. Ik heb hem de deur gewezen vóór hij 't gezegd had.... Maar toen hij weg was, wist ik 't, (richt zich op met iets glorieus) dat zijn liefde voor mij onveranderd was gebleven!.... Ik zou niet de kracht hebben hem een tweeden maal de deur te wijzen.... daarom zei ik je alles.
tom.
En dien man, de oorzaak van al je ellende, die je liefde versmaadde, en je leven vergalde, en die je nu zelfs je rust niet gunt, dien zou je eer en geweten willen offeren, ondanks dat alles?!....
nini
(in extaze).
Ja, ondanks álles!
tom.
Hoe is dat mogelijk?....
nini.
Er is een liefde, die alles vergeeft. (Stilte, Tom zit voor op 't tooneel met 't hoofd in de handen, Nini schuin achter hem, starend).
tom
(ziet op de klok).
't Is al half twaalf.... Ga maar naar bed.... Morgen zullen we wel.... (Nini verroert zich niet) Is de logeerkamer in orde?
nini.
Ja....
tom.
Zeg dan aan de meiden dat ze naar bed kunnen gaan. (Nini met gebogen hoofd staat op, gaat naar deur rechts af, Tom blijft onbeweeglijk, Nini komt onhoorbaar
| |
[pagina 71]
| |
terug langs de piano, neemt de muziek er zacht af angstig kijkend naar Tom, legt ze in 't kastje, gaat doodstil weer zitten waar ze zat).
(De meiden om den hoek van de deur:)
Nacht meneer, nacht mevrouw.
tom.
Goeie nacht. (stilte, Tom ziet eindelijk om, koud), Ben je daar nog. Je kunt daar den heelen nacht niet blijven. Morgen zullen we wel verder zien....
nini.
(Staat gedwee op, sleept zich naar deur links, met de knop in de hand, fluisterend).
Nacht Tom. (Tom ziet haar aan met een blik vol smartelijk verwijt en zwijgt, Nini barst in snikken uit). (Nini af).
tom
(zacht in zich zelf).
...... die alles vergeeft.... (schudt droevig ontkennend het hoofd) Nee....
het scherm valt.
|
|