| |
| |
| |
Chronologische litteratuurlijst
* duidt op indeling bij de ‘officieuze’ waardering. Het eerste cijfer tussen haakjes vermeldt het standpunt dat in de publikatie is weergegeven. Het tweede duidt de omvang of nadruk daarvan aan.
1607 | P.C. Hooft: Brief ... aen d'oude Amsterdamsche Kamer in Liefd' Bloeyende; zie 1899. |
1616 | Boudewiin Jansen Wellens: T'Vermaeck der Jeught; Leeuwarden. |
1617 | Samuel Coster: Voorrede tot de spelen van G.A. Bredero; zie 1883. |
1618 | J. Cats: Zinne- en Minnebeelden; Aen de zeeusche Jonck-vrouwen; zie 1862. |
1621 | Ian Iansz. Starter: Friesche Lust-Hof; Amsterdam. |
1622 | W.D. Hooft: jan Saly; Amsterdam. |
1623 | J. Franssoon: Klucht van Giertjen Wouters; Amsterdam. |
1624 | M. Opitz: Teutsche Poemata; zie 1902. |
1628 | G.A. Duirkant: Sistiliaen; Bly-eyndig spel; Amsterdam.
W.D. Hooft: Cluchtig-spel Andrea de Piere, Peerdekooper; zie 1634.
Suffridus Sixtinus: Geraert van Velsen Lyende; Treurspel; Amsterdam. |
1632 | J.H. Krul: Klucht van drooghe Goosen; zie 1651. |
1633 | Salomon Davidsz Questiers: Griecxsen Amadis; Amsterdam. |
1634 | W.D. Hooft: Cluchtig-spel Andrea de Piere, Peerdekooper; tweede (?) druk; Amsterdam. |
1635 | J. Franssoon: Giertje Wouters; tweede (?) druk; Amsterdam. |
1636 | P. L(e). F(ebure).: Treurspel van Lucidorus en Lucella; Leiden. |
1637 | Suffridus Sixtinus: Geraert van Velsen Lyende; Treurspel; tweede (?) druk; Amsterdam. |
1640 | J. Franssoon: Giertje Wouters; derde (?) druk; Amsterdam.
Matth. Gansneb Tengnagel: Amsterdamsche Lindebladen; Amsterdam. (3-¼) |
1644 | Abr. Bormeester: Infidelitas oft ontrouwe dienstmaagt; Amsterdam.
Guill. Ogier: De Hooveerdigheydt; zie 1934. |
1645 | J.F. Vijgh: Klucht van Jaep Ront-voet; Hoorn. |
1649 | C. Huygens: Spaensche Vliegen uyt de Floresta; zie 1894. |
1651 | Georg Greflinger: Seladons weltlichte Lieder; Frankfurt a.M.
J.H. Krul: Klucht van drooghe Goosen; tweede (?) druk; Amsterdam. |
1652 | Johannes Naeranus (?): De Geest van Mattheus Gansneb Tengnagel in d'andere werelt by de verstorvene poëten; Rotterdam. (3-¼) idem; Amsterdam. (3-¼) |
1653 | J.Z. Baron: Klucht van Lichthart en Aers-gat Sonder-sorgh; Leiden.
Johannes Naeranus (?): De geest van Mattheus Gansneb Tengnagel, in d'andere werelt, by de verstorvene poëten; derde (?) druk; Haarlem. (3-¼) |
1654 | M. Waltes: Klucht van de bedrooghe Gierigaart; Amsterdam. |
| |
| |
1656 | Joost van Breen: De klucht van 't Kalf; Amsterdam. |
1657 | Joa. van Dalen: Klucht van de kale edelman; Amsterdam.
(Joan van Paffenrode): De klucht van Sr. Filibert, genaemt Oud-Mal; Gorinchem.
Suffridus Sixtinus: Geraerdt van Velsen lyende; Treurspel; derde (?) druk; Amsterdam. |
1659 | (Joan van Paffenrode): De bedroge Girigheyd ofte boertige comoedie van hopman Ulrich; Gorinchem. |
1662 | De verwarde Tijd of bedroge gierigheyt; Amsterdam. |
1663 | Suffridus Sixtinus: Geraerdt van Velsen lyende; Treurspel; vierde (?) druk; Amsterdam. |
1665 | D.O. Dapper: Van des Stats Regeeringe; in: Tobias van Domselaer e.a.: Beschrijvinge van Amsterdam; Boek V; Amsterdam. (3-¼) |
1666 | A. Leeuw: De liefden docter; zie 1898; Van Moerkerken.
Johann Rist: Alleredelste Belustiging Kunst und Tugendliebender Gemühter; Frankfurt. (3-¼) |
1667 | J.Z. Baron: Klucht van Kees Louwen ofte den geschoren boer; Leiden. (1-¼) |
1671 | Th. Asselijn: De moort tot Luyk ...; Treurspel; zie 1907. |
1673 | Cornelis de Bie: Alphonsus en Thebasile oft her-stelde onnooselheydt; Antwerpen. |
1677 | A. Pels: Q. Horatius Flaccus op onze tyden, én zéden gepast; Amsterdam. ((1-¼) |
1679 | J.Z. Baron: Klucht van Kees Louwen alias den geschoren boer; tweede (?) druk; Leiden. (1-¼) |
± 1680 | E. Luydens: Klucht van de list zonder voordeel; Amsterdam. |
1681 | A. Pels: Gebruik en misbruik des tooneels; Amsterdam. (2-¼; 3-¼) |
1682 | H. Angelkot: Misantrope; Blyspel, gevolgt na het Frans van de heer Molière; Amsterdam. |
± 1683 | Verdragh of vreede-schrift, tusschen Jan Klasen en sijn wederpartyders van so, so; zie 1925. |
1693 | Casparus Commelin: Vervolg van de beschryving der stadt Amsterdam; Amsterdam. (3-¼) |
1698 | H.L. Benthem: Holländischer Kirch- und Schulen-Staat; Frankfurt, Leipzig. (3-¼) |
1702 | (C. Schrevelius): De klugtige schoenlapper, of de nieuwe hondeslager; Leiden. |
1706 | A. Pels: Gebruik en misbruik des tooneels; tweede druk; Amsterdam. (2-¼; 3-¼) |
1711 | J. van Paffenrode: Gedigten; twaalfde druk; Amsterdam. |
1712 | J. van Broekhuizen: Gedichten; Amsterdam. (3-¼) |
1713 | (H.E. van Halmael): De gestrafte Pasquyn; Amsterdam. |
1717 | Johannes Klefeker: Bibliotheca eruditorum praecocium; Hamburg. (3-¼) |
1718 | Louis Moréri: Le grand dictionnaire historique; zeventiende (?) druk; Parijs. (0-¼)
A. Pels: Gebruik en misbruik des tooneels; derde druk; Amsterdam. (2-¼; 3-¼) |
| |
| |
1720 | Lambert Bidloo: Panpoëticon Batavûm, ...; Amsterdam. (1-¼; 2-¼)
Pr. Langendijk: Het Wederzijds Huwelyks bedrog; tweede druk; Amsterdam. (1-¼; 3-¼)
Naamrol, van alle de bekende, zo oude, als hedendaagsche, Nederduytsche, gedrukte, tooneelspeelen; Amsterdam. |
1721 | Pr. Langendijk: Gedichten; Dl. II; Haarlem. (1-¼; 3-¼) |
1721? | Pr. Langendijk: Gedichten; tweede druk; Dl. II; Haarlem. (1-¼; 3-¼) |
1722 | Abr. Nagtegael: De uitvaart van Steven vander Klok; zie 1728. |
1725 | François Halma, Matth. Brouërius van Nidek: Tooneel der vereenigde Nederlanden; Dl. I; Leeuwarden. (3-¼)
A.G. Luïscius: Het algemeen historisch, geografisch en genealogisch woordenboek; Dl. II; 's-Gravenhage, Delft. (1-¼) |
1726 | Casparus Commelin: Beschryvinge van Amsterdam; tweede druk; Dl. II; Amsterdam. (3-¼)
Gerard van Loon: Beschryving der Nederlandsche historiepenningen; Dl. II; 's-Gravenhage. (3-¼) |
1728 | (Abr. Nagtegael): De uitvaart van Steven vander Klok; Boertige tragedie; tweede (?) druk; Amsterdam.
Geerlof Suikers en Izaäk Verburg: Algemeene kerkelyke en wereldlyke geschiedenissen; Dl. II; Amsterdam. (2-¼) |
1729 | J.B. Wellekens: Verscheiden gedichten; Amsterdam, (1-¼) |
1730 | B. Huydecoper: Proeve van taal- en dichtkunde, in vrijmoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde Herscheppingen van Ovidius; Amsterdam. |
1732 | J. van Effen: De Hollandsche spectator; Dl. I; Amsterdam. |
1733 | David van Hoogstraten en J.L. Schuer: Groot algemeen woordenboek; Dl. I; Amsterdam, Utrecht, 's-Gravenhage. (2-¼; 3-¼) |
1740 | Louis Moréri: Le grand dictionnaire historique; achttiende druk; Dl. II; Amsterdam. (3-¼) |
1746 | Sam. Werenfels: Redevoering over de tooneelspelen; Uit het Latijn vertaald door Ernst. Wi. Higt, waar achter volgt Lof der tooneelpoëzie, door den zelfden; Leeuwarden. |
1759 | Adriaen Hardy: Schets der gepreze Nederduytsche dichtkunde; 's-Gravenhage. (0-¼) |
1764 | De denker; Dl. I; Amsterdam. (2-¼) |
1765 | Jan Wagenaar: Amsterdam; Stuk II; 4o; Amsterdam. |
1766 | J. Macquet: Verhandeling over de voortreffelykheit der oude en hedendaegsche poëten; in: Nieuwe bydragen tot opbouw der vaderlandsche letterkunde; Dl II; Leiden. (0-¼)
Le philosophe sans fard: Vrymoedige bedenkingen over de vergelyking der oude dichteren met de hedendaegschen; in: Nieuwe bydragen tot opbouw der vaderlandsche letterkunde; Dl. II; Leiden. (0-¼) |
1767 | Jan Wagenaar; Amsterdam; Stuk III; 4o; Amsterdam. (3-¼) |
1768 | Jean Noel Paquot: Mémoires pour servir à l'histoire des dix-sept provinces des Pays-Bas; Dl. XI; Leuven. (3-¼) |
1772 | (J. Fokke of M. de Boer): Historie van den Amsterdamschen Schouwburg; Amsterdam. (3-¼) |
| |
| |
1774 | Willem Kops: Schets eener geschiedenisse der Rederijkeren; in: Werken van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leiden; Dl. II; Leiden.
‘Pleidooi voor het burgerlijk treurspel’, zie 1910: Kalff. |
1778-1780 | F.J. Riedel: Theorie der schoone kunsten en wetenschappen; Vermeerderd door Hiëronymus van Alphen; Utrecht. (0-¼) |
1780 | G. van Hasselt: Over de eerste vaderlandsche klugtspelen; Utrecht. (3-1) |
1781 | Pieter Huisinga Bakker: Beschouwing van den ouden gebrekkelyken en sedert verbeterden trant onzer Nederduitsche versen; in: Werken van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden; Dl. V; Leiden. (1-¼) |
* | E. Wolff-Bekker en A. Deken: Brieven over verscheiden onderwerpen; Dl. III; 's-Gravenhage. (2-½) |
1782* | Jacobus Kok: Vaderlandsch, geschied, aardrijks, geslacht en staatkundig woordenboek; Dl. VII; Amsterdam. (2-¼) |
1785 | J.L.: Over het vergelyken van de voornaamste oude en hedendaagsche. dichters; in: Algemeen Magazyn; Dl. I, St. I; Amsterdam. (0-¼) |
1787* | Jacobus Kok: Vaderlandsch, geschied, aardrijks, geslacht en staatkundig woordenboek; tweede druk; Dl. VII; Amsterdam. (2-¼) |
* | E. Wolff-Bekker en A. Deken: Brieven van Abraham Blankaart; Dl. II; 's-Gravenhage. (2-¼) |
1790* | G. van Hasselt: Kronijk van Arnhem; Arnhem. (2-¼) |
1799* | J.A. de Chalmot: Biographisch woordenboek der Nederlanden; Dl. IV; Amsterdam. (3-¼) |
1804* | A. Loosjes: Hollands Arkadia; Haarlem. (2-¼)
Jer. de Vries: De Nederlandsche dichters; Dl. I; Amsterdam. (1-½) |
1806 | Matthijs Siegenbeek: Proeven van Nederduitsche dichtkunde; Leiden. (0-½) |
1808* | Johann Gottfried Eichhorn: Geschichte der schönen Redekünste in den neuen Landesprachen; Band IV; Abtheilung II; Göttingen. (2-¼)
A. Loosjes Pz.: Het leven van Maurits Lijnslager; Dl. I; Haarlem.
Jer. de Vries: Antwoord op de vraag: Welke zijn de vorderingen, welke is de verachtering der Nederduitsche dichtkunde gedurende de achttiende eeuw, in vergelijking van vroegere tijdperken?; in: Werken der Bataafsche Maatschappij van Taal- en Dichtkunde; Dl. III; Amsterdam. (1-½) |
1810 | Jer. de Vries: Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde; Dl. I; Amsterdam. (1-½) |
1817* | De Tooneelkijker; Dl. II en III; Amsterdam. (2-¼) |
1820* | Gt. Nieuwenhuis: Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen; Zutphen. (0-¼) |
1821 | Johannes Pieter van Cappelle: Gerbrand Adriaansz. Bredero; in: Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland; Amsterdam, (3-1)
N.G. van Kampen: Beknopte geschiedenis der letteren en wetenschappen in de Nederlanden; Dl. I; 's-Gravenhage. (2-¼) |
| |
| |
* | L.G. Visscher: Bloemlezing uit de beste schriften der Nederlandsche dichters van de 13de tot en met de 18de eeuw; Dl. II; Breda. (3-¼)
P.G. Witsen Geysbeek: Biographisch, anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters; Dl. I; Amsterdam. (1-½) |
1823* | J. Fr. Xavier Würth: Cours préparatoire à l'étude de la littérature hollandaise; Luik. (0-¼) |
1824* | John Bowring and Harry S. van Dijk: Batavian Anthology; or specimens of the Dutch poets; Londen. (4-¼)
Willem de Clercq: Verhandeling ... ter beantwoording der vraag: welken invloed heeft vreemde letterkunde, ...gehad op de Nederlandsche taal- en letterkunde; Amsterdam. (3-½) |
1825 | W. Bilderdijk: Const. Huygens: Korenbloemen; Dl. IV; Leiden. (2-¼) |
* | D. Buddingh: Aanleiding tot de kennis der letterkundige geschiedenis der Nederlanden; 's-Gravenhage. (2-¼)
Willem de Clercq: Verhandeling ... ter beantwoording der vraag: Welken invloed heeft vreemde letterkunde, ... gehad op de Nederlandsche taal- en letterkunde; tweede druk; Amsterdam. (3-½) |
1826 | Hendrik, Baron Collot d'Escury: Holland's roem in kunsten en wetenschappen; Dl. III; 's-Gravenhage. (3-½)
N.G. van Kampen: Beknopte geschiedenis der letteren en wetenschappen in de Nederlanden; Dl. III; 's-Gravenhage. (1-½)
Matth. Siegenbeek; Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Haarlem, (1-½) |
1827 | J.H. Lebrocquy: Précis de l'histoire littéraire des Pays-Bas; traduit du hollandais de M. Siegenbeek; Gent. (1-½) |
* | J.M. Schrant: Proeven van Nederlandsche dichtkunde; Gent. (3-¼) |
1828* | N. Anslijn Nz.: Schets van de beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van den hoogleeraar Matthijs Siegenbeek; Haarlem. (1-¼) |
* | G. Engelberts Gerrits: Schoonheden uit de Nederlandsche dichters der 17de, 18de, en 19de eeuw. Voor mijn jeugdige landgenooten; Amsterdam. (0-¼) |
* | Mr. J.C.W. Le Jeune: Letterkundig overzicht en proeven van de Nederlandsche volkszangen sedert de XVde eeuw; 's-Gravenhage. (1-¼) |
1828?* | Keur van Nederlandsche letteren; St. XVIII; Amsterdam. (1-¼) |
1829 | N. Anslijn Nz.: Keur van Nederlandsche dichtstukken; Leiden. |
* | John Bowring; Sketch of the language and literature of Holland; Amsterdam. (1-¼) |
1830 | Hendrik, Baron Collot d'Escury: Holland's roem in kunsten en wetenschappen; Dl. IV; 2; 's-Gravenhage. (3-½) |
* | J. de 's Gravenweert: Essai sur l'histoire de la littérature Néerlandaise; Amsterdam. (3-¼) |
1834* | A. Drost; Meerhuyzen; zie 1953. |
1835 | N.G. van Kampen: Handboek van de geschiedenis der letterkunde bij de voornaamste Europische volken; Dl. II; Haarlem. (1-¼)
Jer. de Vries: Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde; tweede druk; Dl. I; Amsterdam, (1-½) |
1836* | P.G. Witsen Geysbeek: Algemeen noodwendig woordenboek; Dl. I; Amsterdam (1-¼) |
| |
| |
1837 | (R.C. Bakhuizen van den Brink): Vondel met Roskam en Rommelpot; in: De Gids; Jrg. I; Amsterdam. (3-¼) |
1838* | Dr. Friedrich Otto: Die Gesammtliteratur Niederlands; Für Deutsche bearbeitet; Hildburghausen, Amsterdam, Philadelphia. (1-¼) |
* | E.J. Potgieter: De Neven; zie 1891-1906. (3-¼) |
1840* | E.J. Potgieter: Liedekens van Bontekoe; zie 1891-1906. |
1841* | (Heemskerk): Paarlen, bijeenverzameld uit de poëzy der gouden eeuw van Neêrlands letterkunde; Utrecht (0-¼) |
* | E.J. Potgieter: Albert; zie 1891-1906. (3-¼)
G.D.J. Schotel: Letter- en oudheidkundige avondstonden; Utrecht. |
1843 | (R.C.) B.(akhuizen) v.(an) d.(en) B.(rink): M. de Vries: P.C. Hooft's Warenar; in: De Gids; Jrg. VII B; Amsterdam. (3-1) |
* | J.G. de Hoop Scheffer en J. Tideman: Cupido; tweede uitgave; Leiden. (0-¼)
J.J.F. Noordziek: Iets over de rederijkers; 's-Gravenhage. (0-¼)
J. Tideman: M. de Vries: P.C. Hooft's Warenar; in: Algemeene Konst- en Letterbode voor het jaar 1843; Dl. II; Haarlem. (2-¼)
M. de Vries: P.C. Hooft's Warenar; Leiden. (1-¼) |
1844* | G. Kuyper: Handleiding lat de beoefening der Nederlandsche taal en letterkunde voor de kadetten van alle wapenen; Breda. (1-¼) |
1845* | Dr. W. Gleuns Jr.: Dichtbundel, verzameld uit de werken van oud vaderlandsche dichters; Groningen. (0-¼)
Mr. B.H. Lulofs: Handboek van den vroegsten bloei der Nederlandsche letterkunde; Groningen. (2-¼)
Dr. F.A. Snellaert: Het Vlaemsch tooneel in de XVIIde eeuw; in: Belgisch Museum; Dl. IX; Gent. (3-¼; 5-¼) |
1847* | J.R. Eilers-Koch en Jr. Eilers: Bloemlezing uit Nederlandsche dichtwerken, uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen; Leiden. (0-¼) |
* | Dr. W. Gleuns Jr.: Dichtbundel, verzameld uit de werken van oud vaderlandsche dichters; tweede druk; Groningen. (0-¼) |
* | S.I. Mulder: Kort overzigt van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, naar aanleiding van het grootere werk over dit onderwerp van den hoogleeraar Matthijs Siegenbeek; Haarlem. (1-¼) |
1848* | G. Engelberts Gerrits: Biographisch handwoordenboek; Amsterdam. (3-¼) |
* | Dr. J.G. Th. Grässe: Geschichte der Poësie Europas; in: Handbuch der allgemeinen Literaturgeschichte aller bekannten Völker; Band III; Abtheilung; Dresden. (3-¼) |
1849 | F.A. Snellaert: Kort begrip der Nederduitsche letterkunde; Antwerpen. (3-¼; 5-¼) |
1850 | F.A. Snellaert: Schets eener geschiedenis der Nederduitsche letterkunde; tweede druk; Gent. (3-¼; 5-¼) |
* | J. van Vloten: Nederlandsch Liedeboek; Dl. I; 's-Gravenhage. |
1851* | G. Kuyper: Handleiding tot de beoefening der Nederlandsche taal en letterkunde voor de kadetten van alle wapenen; tweede druk; Breda. (1-¼) |
* | J. van Vloten: Nederlandsen Liedeboek; tweede druk; Dl. I; Leiden. |
| |
| |
1852 | J.A. Alberdingk Thijm: Gedichten uit de verschillende tijdperken der Noord- en Zuid-Nederlandsche litteratuur; Dl. II; Amsterdam. |
1853* | A.M. Kollewijn: Aanleiding tot de beoefening der nieuwere letterkunde; Schoonhoven. (0-¼) |
* | Nieuwenhuis' woordenboek van kunsten en wetenschappen; tweede druk; Leiden. (0-¼) |
1854* | A.J. van der Aa: Biographisch woordenboek der Nederlanden; Dl. II; St. II; Haarlem. (2-¼)
J.A. Alberdingk Thijm: De la littérature néerlandaise à ses différentes époques; Amsterdam. (2-¼) |
* | J.C. Kobus en W. de Rivecourt: Beknopt biographisch handwoordenboek van Nederland; Dl. I; Zutphen. (2-¼)
J. van Vloten; Het Nederlandsche kluchtspel van de 14de tot de 18de eeuw; Haarlem. (3-¼) |
1855* | J. van Dam den Boumeester: De Nederlandsche taal- en letterkunde ...; 's-Gravenhage. (0-¼) |
* | G. Engelberts Gerrits: Schoonheden uit de Nederlandsche dichters der 17de, 18de, en 19de eeuw; Voor mijn jeugdige landgenooten; vierde druk; Dl. I; Amsterdam. (0-¼)
Dr. W.J.A. Jonckbloet: Geschiedenis der Middelnederlandsche dichtkunst; Amsterdam. (3-¼)
Mr. J.J. van Lennep: De werken van Vondel; Dl. I; Amsterdam. (3-¼) |
* | G.C. Mulder: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Zutphen. (1-¼) |
1856* | W.J. Hofdijk: Het Nederlandsche volk in de verschillende tijdperken zijner ontwikkeling; Amsterdam. (3-¼) |
* | D. Ouwersloot: Nederlands dichters tot op de helft der achttiende eeuw; Amsterdam. (0-¼) |
1857* | W.J. Hofdijk: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasiën en zelf-onderricht; Amsterdam. (3-½)
A.C. Oudemans Sr.: Woordenboek op de gedichten van G. Az. Bredero; Leiden. |
1858* | J.F.J. Heremans: Nederlandsche dichterhalle; Bloemlezing; Dl. I; Gent. |
1859 | J. ten Brink: Gerbrand Adriaensen Brederoô; Historiesch-aesthetische studie van het Nederlandsche blijspel der zeventiende eeuw; Utrecht. (4-1) |
* | W.J. Hofdijk: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasiën en zelf-onderricht; tweede druk; Amsterdam. (3-½)
A.C. Oudemans Sr.: Het Moortje; Blijspel van Gerbrand Adriaensen Bredero; Schiedam, (3-½) |
* | L. Th. Zeegers: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Amsterdam. (2-¼) |
1860 | L.G. Visscher: Leiddraad tot de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; tweede druk; Dl. II; Utrecht. (2-¼) |
1862* | P. van Genabeth, Dr. J.W.A. Renssen: Bloemlezing uit Nederlandsche dichters; derde druk; Groningen. (0-¼) |
| |
| |
* | A.M. Kollewijn Nz.: Aanleiding tot de beoefening der nieuwere letterkunde; tweede druk; Schoonhoven. (0-¼)
Dr. J. van Vloten: Jacob Cats: Alle de wercken; Dl. I; Zwolle. |
1863 | Cd. Busken Huet: Jacob Cats; zie 1881-1888. |
1864* | A.A. Deenik Mlz.: Leekedichtjens van ouden datum; Dokkum. |
1865* | Algemeene Nederlandsche encyclopaedie voor den beschaafden stand; Dl. III; Zutphen, Leiden. (3-¼)
H. Frijlink: Het woordenboek op de gedichten van G. Az. Bredero door A.C. Oudemans nagelezen; Amsterdam. |
* | G.C. Mulder: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; derde druk; Zutphen. (1-¼) |
* | Dr. J. van Vloten: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren; 1865; Tiel. (3-½) |
1866* | P. van Genabeth, Dr. J.W.A. Renssen: Bloemlezing uit Nederlandsche dichters; vierde druk; Groningen. (0-¼)
F.A. Snellaert: Schets eener geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; vierde druk; Gent, Utrecht. (3-¼; 5-¼) |
* | L. Th. Zeegers: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; derde druk; Amsterdam. (3-¼) |
* | L. Th. Zeegers: Het gouden tijdperk der Nederlandsche letteren; Bloemlezing; Amsterdam. (3-¼) |
1867* | Dr. Jan ten Brink: Schets eener geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Leeuwarden. (3-½) |
* | G. Engelberts Gerrits: Schoonheden uit de Nederlandsche dichters der 17de, 18de, en 19de eeuw; Voor mijn jeugdige landgenooten; vijfde druk; Dl. I; Amsterdam. |
* | D. de Groot; L. Leopold en R.R. Rijkens: Inleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde; Bloemlezing; Dl. I; Groningen. (3-¼) |
* | W.J. Hofdijk: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasiën en zelf-onderricht; vierde druk; Amsterdam. (3-½) |
1869* | W.A. Elberts: Chronologische handleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde; vijfde druk; Deventer. (2-¼)
Dr. Eelco Verwijs: Bredero's Spaanschen Brabander; Leeuwarden, (3-1). |
* | Dr. J. van Vloten: Bloemlezing uit de Nederlandsche dichters der zeventiende eeuw; Arnhem. (3-¼) |
1870* | L. Th. Zeegers: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; vierde druk; Amsterdam. (3-¼) |
1871 | Dr. Jan ten Brink: Gerbrand Adriaensen Brederoô; Historiesch-aesthetische studie van het Nederlandsche blijspel der zeventiende eeuw; nieuwe uitgaaf; Rotterdam. (4-1) |
* | Dr. Jan ten Brink: De eerste liefde van Gerbrand Adriaensen Brederoô. Kunsthistorische novelle ... en andere novellen en gedichten door Dr. A.W. Bronsveld e.a.; Utrecht. (3-1) |
* | D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens: Inleiding tot de beoefening der Nederlandsche letterkunde; tweede druk; Groningen. (3-¼) |
* | Dr. J. van Vloten: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren; tweede druk; Tiel. (3-½) |
| |
| |
* | Dr. J. van Vloten: Schets van de geschiedenis der Nederlandsche letteren; Tiel. (3-¼) |
1872* | W.J. Hofdijk: Geschiedenis der Nederlandsche letteren voor gymnasïën en zeif-onderricht; vijfde druk; Amsterdam. (3-½) |
* | Dr. W.J.A. Jonckbloet: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Groningen. (3-½)
Dr. W.J.A. Jonckbloet: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Dl. II; Groningen. (3-1)
Jhr. Mr. J. de Witte van Citters: Over de bronnen van Bredero's kluchten; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XVII; 's-Gravenhage.(3-¼) |
1873 | J.A. Alberdingk Thijm: Breêroô; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XVIII; 's-Gravenhage. |
* | Dr. Jan ten Brink: De eerste liefde van Gerbrand Adriaensz. Brederoo; Novelle; in: Oud-Nederlandsche dames en heren; Leiden. (3-1) |
* | Dr. W. Doorenbos: Handleiding tot de geschiedenis der letterkunde; Dl. II; Amsterdam. (3-¼) |
* | W.J. Hofdijk: Het Nederlandsche volk in de verschillende tijdperken zijner ontwikkeling; tweede druk; Amsterdam. (3-¼)
Dr. W.J.A. Jonckbloet: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; tweede druk; Dl. I; Groningen. (3-1)
A.C. Loffelt: Bredero's liefde en zijn medeminnaar de Spaansche Brabander; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XVIII; 's-Gravenhage.
C.N. Wybrands: Het Amsterdamsche tooneel van 1617-1772; Utrecht. (3-½) |
* | L. Th. Zeegers: Bloemen van Nederlandsch proza en poëzie; Amsterdam. (5-¼) |
1874 | Dr. W.G. Brill: Overzicht der vaderlandsche letterkunde; in: Dr. J.P. Arend, Mr. O. van Rees en Dr. W.G. Brill: Algemeene geschiedenis des vaderlands; Dl. III; St. V; Amsterdam. (2-¼) |
* | D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens: Nederlandsche letterkunde; derde druk; Groningen. (3-¼)
Ferd. von Hellwald: Geschichte des holländischen Theaters; Rotterdam. (3-½)
A.C. Loffelt: Tooneelstudie; in: De Gids; Jrg. XXXVIII; Dl. III; Amsterdam. (2-½) |
1875* | J.J.L. ten Kate: Godsdienstig album; Bloemlezing van stichtelijke poëzie; Deventer. (O-¼) |
* | Multatuli: Brief aan Dr. P.A. Tiele; zie 1912. |
1876 | R.C. Bakhuizen van den Brink: M. de Vries: P.C. Hooft's Warenar; in: Studiën en schetsen; Dl. III; 's-Gravenhage. (3-1) |
* | Dr. Jan ten Brink: Bloemlezing uit Nederlandsche dichters; Dl. II; Amsterdam. |
* | Multatuli: Noot bij Idee 920; zie 1952. |
1877* | P.P.M. Alberdingk Thijm: Spiegel van Nederlandsche letteren, bijzonder bestemd voor Belgische scholen; Leuven. (3-¼) |
| |
| |
* | Dr. Jan ten Brink: Kleine geschiedenis der Nederlandsche letteren; Haarlem. (3-¼)
J. van Vloten: Het Nederlandsche kluchtspel van de 14de tot de 18de eeuw; tweede druk; Haarlem. (3-¼) |
* | L. Th. Zeegers: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; vijfde druk; Amsterdam. (3-¼) |
1878* | W.J. Hofdijk: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasiën en zelf-onderricht; zesde druk; Amsterdam. (3-½) |
* | Dr. W.J.A. Huberts, W.A. Elberts en F. Joz. P. van den Branden: Biographisch woordenboek der Noord- en Zuid-Nederlandsche letterkunde; Deventer. (5-¼) |
* | L. Leopold: Hoofdpersonen uit de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Bloemlezing; Groningen. |
1879* | Dr. J. van Vloten: Schets van de geschiedenis der Nederlandsche letteren; tweede druk; Tiel. (3-¼) |
1880* | Cd. Busken Huet: Justus van Maurik Jr., zie 1881-1888. (1-¼)
J. ter Gouw: Het Huis Brederode te Amsterdam; Amsterdam. (3-¼) |
1881 | Cd. Busken Huet: P.C. Hooft; zie 1881-1888. |
* | P. Fockens: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Amersfoort. (3-¼)
Dr. W.J.A. Jonckbloet: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Dl. III; derde druk; Groningen. (3-1)
Dr. H.E. Moltzer: Brederoo's Liedtboeck; in: Studiën en schetsen van Nederlandsche letterkunde; Haarlem. (4-1) |
* | W.J. Wendel: Schets van de geschiedenis der Nederlandsche letteren; tweede druk; Groningen. (3-¼) |
1881-1888 | Cd. Busken Huet: Litterarische Fantasien en Kritieken; 25 Dln.; Haarlem. |
1882* | Dr. Jan ten Brink: Kleine geschiedenis der Nederlandsche letteren; tweede druk; Haarlem. (3-¼)
Cd. Busken Huet: Het land van Rembrand; Dl. I; Haarlem. (3-¼) |
* | D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens: Nederlandsche letterkunde; vijfde druk; Groningen. (3-¼) |
* | C. Honigh: Onverwelkte bloemen; een krans der schoonste liederen uit vroeger tijd; Arnhem. |
* | L. Leopold: Hoofdpersonen uit de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Bloemlezing; tweede druk; Groningen. |
* | J. te Winkel: Overzicht der Nederlandsche letterkunde; Haarlem. (3-14) |
1883* | W.J. Hofdijk: Het Nederlandsche volk in de verschillende tijdperken zijner ontwikkeling; derde druk; Amsterdam. (3-¼)
Dr. R.A. Kollewijn: Samuel Coster's werken; Haarlem.
J.A. Worp: Bredero's Spaansche Brabander en Mendoza's Lazarillo de Tormes; in: Het Tooneel; Jrg. XIII; Utrecht. (3-¼) |
1884* | Dr. Jan ten Brink: Eene bibliographie van Brederoô; in: Haagsche Sprokkelingen; in: De Amsterdammer; Dagblad voor Nederland; Jrg. II; Amsterdam. |
| |
| |
* | Dr. Jan ten Brink: Een eeuwfeest voor Brederoô; in: Haagsche Sprokkelingen; in: De Amsterdammer; Dagblad voor Nederland; Jrg. II; Amsterdam. (3-¼)
Cd. Busken Huet: Het land van Rembrand; Dl. II; St. II; Haarlem. (2-¼) |
* | J.L. Ph. Duyser en G.A.C. van Goor: Letterkundig leesboek; Groningen.
A.C. Oudemans Sr.: Het Moortje; Blijspel van Gerbrand Adriaensen Bredero; tweede druk; Schiedam. (3-½)
J.H.W. Unger: G.Az. Brederoo; Eene bibliographie; Haarlem. (3-¼) |
* | W.J. Wendel: Schets van de geschiedenis der Nederlandsche letteren; derde druk; Groningen. (3-¼) |
* | A. Winkler Prins: Geïllustreerde encyclopaedie; tweede druk; Dl. III; Rotterdam. (3-¼) |
1885* | (J.A.) Alb.(erdingk) Th.(ijm): ‘16 Maart’ in: De Amsterdammer; Weekblad voor Nederland; Jrg. IX; Amsterdam. (4-¼) |
* | De Amsterdammer; Dagblad voor Nederland; Jrg. III; Amsterdam. (3-¼) |
* | Dr. Jan ten Brink: De laatste hoop van Gerbrand Adriaensz. Brederoo; in: Nederlandsche dames en heeren; derde druk; Leiden. (5-1)
Prof. Dr. Jan ten Brink: Na driehonderd jaren; Toespraak, bij gelegenheid der Brederoo-feesten; in: Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; Jrg. II; Amsterdam. (3-½)
Dr. Jan ten Brink: De oorzaken van Brederoo's dood; in: Nederland; Dl. II; Amsterdam.
Mr. Ch. M. Dozy: Brederoo's zwanezang; in: Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; Jrg. II; Amsterdam. |
* | Flanor: Vlugmaren; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XXX; 's-Gravenhage. |
* | F.v.d. G.(oes): Het Moortje; in: De Amsterdammer; Dagblad voor Nederland; Jrg. III; Amsterdam. (3-¼) |
* | F. van der Goes: Proeve van literatuur-geschiedenis; in: De Nieuwe Gids; Jrg. I; Amsterdam. (3-¼)
(J.N. van Hall): Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; in: De Gids; Jrg. IL; Dl. II; Amsterdam. (2-½)
C.H. den Hertog: De bronnen van Breeroo's romantische spelen; in: De Gids; Jrg. IL; Dl. I; Amsterdam. |
* | K.: Gerbrand Adriaansz. Brederode; Zijne werken; in: De Amsterdammer; Weekblad voor Nederland; Jrg. IX; Amsterdam. (3-½) |
* | K.: Brederoos Moortje; in: De Amsterdammer; Weekblad voor Nederland; Jrg. IX; Amsterdam. (2-½)
Dr. G. Kalff: Breeroo's Lied-boeck; in: Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; Jrg. II; Amsterdam. (4-½; 5-½) |
* | (Willem Kloos): Iets over Brederoo; in: Programma der feesten ter herdenking van den driehonderdsten geboortedag van Gerbrand Adriaansz. Brederoo; zie 1898. (4-½) |
* | De Lantaarn; Jrg. I; 's-Gravenhage. (2-¼; 2-¼; 2-¼) |
| |
| |
* | E. Levi: Brederô's arbeid voor zijn tijd en voor den onzen; Bekroond in den wedstrijd van Noord en Zuid; in: De bibliotheek; Jrg. IV; Bijblad van Noord en Zuid; Jrg. IX; Culemborg. (3-½) |
* | A.C. L.(offelt): Het Tooneel; Bredero - Het Moortje; in: Het Vaderland; Jrg. XVII; 's-Gravenhage. (2-¼)
D.C. Meyer Jr.: De dichter Roodenburgh en zijne familie; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XXX: 's-Gravenhage. |
* | D.C. M.(eyer) Jr.: Indrukken van de Brederoo-voorstelling; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XXX; 's-Gravenhage. (3-¼) |
* | Frans Netscher: Breêro in Den Haag; in: De Amsterdammer; Dagblad voor Nederland; Jrg. III; Amsterdam. (4-¼) |
* | Frans Netscher: Wat wil het naturalisme; in: Nederland; Dl. II; Amsterdam. (4-¼)
Mr. N. de Roever: Brederoo's onderhuis; in: Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; Jrg. II; Amsterdam.
J.H. Scheltema: Nederlandsche liederen uit vroegeren tijd; Leiden.
J.H.W. Unger: Theodore Roodenburg, Ridder van de ordre van den huyse van Borgongien; in: Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; Jrg. II; Amsterdam. |
* | Dr. J. van Vloten: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren; derde druk; Tiel. (3-½) |
* | P.V.: Kroniek; in: Nederland; Dl. III; Amsterdam. (5-¼)
Dr. J.A. Worp: De bron van den Stommen Ridder; in: Brederoo-album; Feestnommer van Oud-Holland; Jrg. II; Amsterdam. |
1886 | Cd. Busken Huet: Het land van Rembrand; tweede druk; Haarlem. (2-¼; 3-¼) |
* | W.J. Hofdijk: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde voor gymnasiën en zelf-onderricht; zevende druk; Amsterdam. (3-½) |
* | Dr. W.J.A. Jonckbloet en Dr. Georg Penon: Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; tweede druk; Groningen. (3-½)
Dr. G. Kalff: Breero en Hans Sachs; in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. VI; Leiden. |
* | J.C. Kobus en Jhr. W. de Rivecourt: Biographisch woordenboek van Nederland; Utrecht. (2-¼)
Dr. Georg Penon: Dicht- en prozawerken; Bloemlezing uit de Nederlandsche letteren; Dl. III; Groningen.
Lesly Stephen: Dictionary of national biography; Dl. VI; London. |
1887* | D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens: Nederlandsche letterkunde; zesde druk; Groningen. (3-¼)
F. von Hellwald en Lina Schneider: Geschichte der niederländischen Litteratur; Leipzig. (3-½) |
* | R.K. Kuipers: Bloemlezing uit de Nederlandsche letterkunde; Gorinchem. |
1888 | Dr. Jan ten Brink: Gerbrand Adriaensz. Bredero; historisch-aesthetische studie van het Hollandsche blijspel der XVIIde eeuw; tweede druk; Leiden. (4-1) |
1889 | Dr. W.J.A. Jonckbloet en C. Honigh: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; vierde druk; Dl. IV; Groningen. (3-1) |
| |
| |
* | Albert Verwey: Boekbeoordeelingen; in: De Nieuwe Gids; Jrg. IV; Dl. I; Amsterdam. (4-½) |
1890 | Prof. Dr. J. ten Brink, Prof. Dr. H.E. Moltzer; Dr. G. Kalff, Dr. R.A. Kollewijn; J.H.W. Unger en Dr. J. te Winkel: De werken van G.A. Bredero. Met algemeene inleiding van Dr. G. Kalff; 3 Dln.; Amsterdam. (4-½; 5-½; 4-½; 5-½) |
* | J.L. Ph. Duyser: Overzicht van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Groningen. (3-¼) |
± 1890* | Sijthoff's woordenboek voor kennis en knust; Dl. II; Leiden. (3-¼) |
1891* | Dr. Jan ten Brink: Kleine geschiedenis der Nederlandsche letteren; derde druk; Haarlem. (3-¼) |
* | L. Leopold: Nederlandsche schrijvers; Groningen. (3-¼) |
1891-1892* | Dr. Jan ten Brink: De Bredero's; in: Elsevier's geïllustreerd maandschrift; Jr. II en III; Amsterdam. (5-1) |
1891-1906 | Joh. C. Zimmerman: De werken van E.J. Potgieter; 18 Dln.; Haarlem. |
1892* | P.M. Bots: Handboek der stijlleer, schoone letteren en Nederlandsche letterkunde; Rotterdam. (2-¼) |
* | J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden: Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde; tweede druk; Amsterdam. (5-¼)
T. Terwey: G.A. Bredero's Spaansche Brabander; Groningen. (3-1) |
1893* | Dr. Jan ten Brink: De Bredero's; Eene novelle uit de geschiedenis der Nederlandsche letteren; 2 Dln.; Amsterdam. (5-1) |
* | Jan ten Brink: Uit Neerland's letterschat; Comische en humoristische fragmenten; Amsterdam.
J.N. van Hall: Albert Verwey: G.A. Bredero; in: De Gids; Jrg. LVII; Dl. III; Amsterdam. (4-¼)
G.A. Nauta: Taalkundige aanteekeningen naar aanleiding van de werken van G.A. Bredero; Groningen.
Max Rooses: Ten Brink's Bredero's; in: De Gids; Jrg. LVII; Dl. II; Amsterdam. |
* | Albert Verwey: G.A. Bredero; Met proza; Amsterdam. (4-1) |
1894* | Jan Brouwer: Geïllustreerde encyclopaedie; tweede druk; 's-Gravenhage. (3-¼)
Dr. J.A. Worp: De gedichten van Constantijn Huygens; Dl. IV; Groningen. |
1895* | C.F. van Duyl en L. Leopold: Nederlandsche scherts, humor, satyre; Groningen.
Dr. G. Kalff: Litteratuur en tooneel te Amsterdam in de 17de eeuw; Haarlem. (4-½)
Dr. Julius Schwering: Zur Geschichte des niederländischen und spanischen Dramas in Deutschland; Münster.
Dr. Eelco Verwijs en Dr. G.A. Nauta: Bredero's Spaansche Brabander; tweede druk; Leeuwarden. (3-1) |
* | T.(en) B.(rink): Uit de studeercel; in: Elsevier's geïllustreerd maandschrift; Jrg. XII; Dl. II; Amsterdam. (3-¼) |
| |
| |
1896 | F. Buitenrust Hettema: Liederen van Bredero; Zwolle. (4-½)
G. K.(alff): Nieuws over Brederoo; in: De Gids; Jrg. LX; Dl. IV; Amsterdam. (5-½) |
* | Willem Kloos: Dr. Jan ten Brink: Gerbrand Adriaensz Bredero; in: Veertien jaar literatuurgeschiedenis; Dl. II; Amsterdam. |
* | J. Koopmans: F. Buitenrust Hettema: Liederen van. Bredero; in: De Nederlandsche Spectator; Jrg. XLI; 's-Gravenhage. (5-½) |
1897 | Dr. Jan ten Brink: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Amsterdam. (4-½) |
* | J.H. van den Bosch: Oud-Nederlandsch leesboek; Dl. I; Utrecht. |
1898 | F. Buitenrust Hettema: Iets over Bredero; in: Taal en letteren; Jrg. VIII; Zwolle. (4-½)
Cd. Busken Huet: Het land van Rembrand; derde druk; Haarlem. (2-¼; 3-¼) |
* | J.N. van Hall: Dramatisch overzicht; in: De Gids; Jrg. LXII; Dl. IV; Amsterdam. (2-½) |
* | Willem Kloos: Iets over Brederoo; in: Veertien jaar literatuurgeschiedenis; Dl. I; tweede druk; Amsterdam. (4-½)
P.H. van Moerkerken: Het Nederlandsch kluchtspel in de 17de eeuw; Sneek. |
* | J.C. de Moor; R.G.J. Schouten, J.A. Hoek en J. Lens: Proeve eener handleiding bij de beoefening der letterkunde op de Christelijke jongelingsvereeniging; Amsterdam. (5-¼) |
* | S. de R.: Brieven uit Amsterdam; in: Het Tooneel; Jrg. XXVIII; Utrecht. (2-¼) |
1899* | H.J. Boeken: Aanteekeningen over historie en literatuur III; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XIV; Amsterdam. (5-½) |
* | L. Leopold: Nederlandsche schrijvers; tweede druk; Groningen. (3-¼)
Dr. F.A. Stoett: De gedichten van P.C. Hooft; tweede druk; Dl. II; Amsterdam. |
1901 | Cd. Busken Huet: Het land van Rembrand; vierde druk; Haarlem. (2-¼; 3-¼) |
* | Dr. W. Everts en Prof. A. Geurts: Geschiedenis der Nederlandsche letteren; zesde druk; Amsterdam. (3-¼) |
1902* | Litteratura de los Paises Bajos; Madrid. (0-¼)
G. Witowski: M. Opitz: Teutsche poemata (1624); Halle a.S. |
1902?* | J. Kramer: Vivat's geïllustreerde encyclopaedie; Dl. II; Amsterdam. (3-¼) |
1903 | E. Bonebakker: Over 17de-eeuwers; Hfdst. X; in: Taal en letteren; Jrg. XIII; Zwolle. (5-½) |
1904 | Dr. G. Kalff: Dichters van den ouden tijd; Amsterdam. |
* | Willem Kloos: Iets over Brederoo; in: Veertien jaar literatuurgeschiedenis; Dl. I; derde druk; Amsterdam. (4-½)
Dr. J.A. Worp: Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland; Dl. I; Groningen. |
1905* | D. de Groot; L. Leopold en R.R. Rijkens: Nederlandsche letterkunde; Dl. I; negende druk; Groningen. (3-¼)
J.O.S. van der Veen: Het taaleigen van Bredero; Amsterdam. |
| |
| |
* | Albert Verwey: Dr. G. Kalff: Dichters van den ouden tijd; zie 1922. (4-¼) |
1906* | Alb. Bielen: Leiddraad tot de studie van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Tongeren, Antwerpen. (3-¼) |
* | L. van Deyssel: De kunst van Rembrandt; zie 1921. (4-¼) |
* | Winkler Prins' geïllustreerde encyclopaedie; derde druk; Dl. III; Amsterdam. (3-¼) |
1907* | J.L. Ph. Duyser en G.A.C. van Goor: Letterkundig leesboek; vierde druk; Groningen.
Dr. Eelco Verwijs en Dr. A. de Jager: Thomas Asselijn: 17de eeuwsche treur- en blijspelen; Amsterdam. |
1908 | F. Buitenrust Hettema: Iets over Bredero; in: Taal- en dichterstudies; Zwolle. (4-½) |
* | Gust. van Elring: Onze dichters; Amsterdam.
T. Terwey en Dr. C.G.N. de Vooys: G.A. Bredero's Spaansche Brabander; tweede druk; Groningen. (3-1) |
* | Dr. J. van der Valk: Onze letterkunde; overzicht der Nederlandsche letterkunde met bloemlezing; Dl. II; Rotterdam. (3-¼) |
* | Dr. C.G.N. de Vooys: Historische schets van de Nederlandsche letterkunde; Groningen. (3-¼)
Dr. J. te Winkel: De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde; Dl. I; Haarlem. (4-1)
Dr. J.A. Worp: Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland; Dl. II; Groningen. |
1909 | G. Kalff: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Dl. IV; Groningen. (4-½; 5-½) |
1910* | J. Appeldoorn en Dr. W.F. van Vliet: Nederlandsche letterkunde; vierde druk; 's-Gravenhage. (4-¼)
G. Kalff: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Dl. V en VI; Groningen. (4-¼) |
* | Albert Verwey: De honderd beste gedichten in de Nederlandsche taal; Amsterdam, Parijs, Brussel, Lausanne, Londen en Glasgow. |
1911* | D. de Groot, L. Leopold en R.R. Rijkens: Nederlandsche letterkunde; tiende druk; Dl. I; Groningen. (3-¼)
H.E.H. van Loon: Nederlandsche vertalingen naar Molière uit de 17de eeuw; 's-Gravenhage.
Dr. F.H. Wirth: Der Untergang des niederländischen Volksliedes; 's-Gravenhage. (4-½) |
1912* | L. van Deyssel: Ware-nar; in: Elfde bundel verzamelde opstellen; Amsterdam. (3-¼) |
* | Multatuli: Brieven; tweede druk; Dl. X; Amsterdam. |
* | Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Schets van de geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Zwolle. (3-¼) |
* | Dr. D.C. Tinbergen: Gedichten uit de 17de eeuw; Dl. I; Groningen. (4-¼) |
1913* | Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Letterkundig leesboek; Zwolle.
Dr. J.B. Schepers: Bredero's liefde voor Margriete; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXVIII; Dl. I; Amsterdam. (5-½) |
| |
| |
* | Laurens van der Waals: Aandachtige gedichten, eene bloemlezing; Haarlem. |
1914 | J.E. Gillet: De Nederlandsche letterkunde in Duitschland in de zeventiende eeuw; in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. XXXIII; Leiden.
W. Govaart, S.C.J.: Breero's Spaenschen Brabander; in: Bijblad voor taal en letteren; Jrg. II; bij: Opvoeding en onderwijs; Jrg. VI; Amsterdam. (2-½) |
* | J.A.N. Knuttel: Bloemlezing uit Nederlandsche schrijvers sinds de renaissance; Dl. I; Amsterdam.
Dr. J.B. Schepers: Bredero's invloed op tijdgenooten; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXIX; Dl. II; Amsterdam. |
1915* | Joh. de Meester: Literature; in: A general view of the Netherlands; Dl. XVIII; 's-Gravenhage. (3-¼)
Dr. G. Kalff: Litteratuur en tooneel te Amsterdam in de 17de eeuw; tweede druk; Haarlem. (4-½) |
* | (J.A.N. Knuttel): Bredero; in: Winkler Prins' geïllustreerde encyclopaedie; vierde druk; Dl. IV; Amsterdam. (4-¼) |
1916* | F. van Eeden: Mijn dagboek; zie 1934.
Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis; 's-Gravenhage. (5-½) |
* | Het Tooneel; Jrg. II; Amsterdam. (5-¼) |
1917* | J. Mooy: Handboek der geschiedenis van de Nederlandsche letterkunde; Bussum. (2-¼)
Dr. J.B. Schepers: Bredero en Tesselscha; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXXII; Dl. II; Amsterdam. (5-¼) |
1917?* | J. Jac. Thomson: Religieuse poëzie; Zwolle. (5-½) |
1918* | De Nieuwe Courant; Jrg. XVIII; 's-Gravenhage. (4-¼)
J.A.N. Knuttel: Bredero en het romantische drama; in: De Gids; Jrg. LXXXII; Dl. III; Amsterdam. (4-¼) |
* | Dr. C.P.F. Lecoutere: Schets van de ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde; Brussel. (4-¼) |
* | Oosthoek's geïllustreerde encyclopaedie; Dl. III; Utrecht. (3-¼) |
* | Herman Poort: Gerbrand Adriaenszoon Bredero; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXXIII; Dl. I; Amsterdam. (5-1) |
* | Herman Poort: Gerbrand Adriaenszoon Bredero; Groningen. (5-1) |
* | Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Breero; in: Elsevier's geïllustreerd maandschrift; Jrg. XXIX; Dl. II; Amsterdam. (5-½)
J. Prinsen J.Lzn.: Breero in zijn verhalende liederen; in: De Gids; Jrg. LXXXII; Dl. III; Amsterdam. (5-½)
Dr. J. Prinsen J.Lzn.: G.A. Bredero's Spaansche Brabander; Amsterdam. (5-1)
Dr. J.B. Schepers: Bredero's liefde en lied, bevattende zoo liederen als klinkdichten; Amsterdam. (5-1)
C. de V.(ooys): Herman Poort: Gerbrand Adriaenszoon Bredero; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XII; Groningen. (3-¼). |
1919 | F. Buitenrust Hettema: Bredero's laatste tooneelwerk?; in: Tijdschrift voor taal en letteren; Jrg. VII; 's-Hertogenbosch. (4-¼)
|
| |
| |
|
M.H. van Campen: Over litteratuur; Tweede bundel; Leiden. |
* | Marnix Gijsen: Breeroo's lyriek; in: De Dietsche Warande en Belfort; Jrg. XIX; Gent, Haarlem. (5-½) |
* | Marnix Gijsen: Gerbrand Adriaenszn. Bredero: De twaalf sonnetten van de schoonheyt en drie andere sonnetten; Antwerpen, Amsterdam. (5-¼)
J.A.N. Knuttel: Bredero's leven en liefden en de weg door zijn liedboek; in: De Gids; Jrg. LXXXIII;; Dl. II; Amsterdam. (4-1)
Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Gerbrand Adriaensz. Bredero; Amsterdam. (5-1) |
* | Isr. Querido: Iets over Breroô; in: Van heden en verleden; Amsterdam. (5-½) |
* | Herman Robbers: Een mannenleven; Dl. I: Sint-Elmsvuur; Amsterdam.
Jul. Röntgen: Bredero's liederen; Zangwijzen met pianobegeleiding; Amsterdam.
Dr. F.A. Stoett: Bredero's Spaansche Brabander; Zutphen. |
* | Joh. Vorrink: Het minnedicht in de 17de eeuw; Leiden. (5-½) |
1920* | Antoinette van Dijk: Geestelijke liederen uit de middeleeuwen; Liederen van G.A. Bredero; Amsterdam.
A.G. van Hamel: Dr. J. Prinsen J.Lzn.: G.A. Bredero; in: De Gids; Jrg. LXXXIV; Dl. I; Amsterdam. (4-¼)
Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis; tweede druk; 's-Gravenhage. (5-½) |
* | Dr. K.H. de Raaf en J.J. Griss: Zeven eeuwen; Spiegel der Nederlandsche letteren; Dl. IV; Stroomingen en gestalten; Rotterdam. (5-½)
T. Terwey en Dr. C.G.N. de Vooys: G.A. Bredero's Spaansche Brabander; derde druk; Groningen. (3-1)
Dr. J.A. Worp en Dr. J.F.M. Sterck: Geschiedenis van den Amsterdamschen Schouwburg; Amsterdam. |
1921* | Dr. C.P.F. Lecoutere: Schets van de ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde; tweede druk; Brussel. (4-¼)
Dr. J.A.N. Knuttel: Werken van G.A. Bredero; Dramatische werken; Dl. I; Amsterdam.
J. K.(oopmans): Dr. J. Prinsen J.Lzn.: G.A. Bredero; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XV; Groningen. (5-½)
L. Simons: Het drama en het tooneel in hun ontwikkeling; Dl. II; Amsterdam. (5-½) |
1921?* | L. van Deyssel: De kunst van. Rembrandt; in: Verzamelde werken; Dl. V; Amsterdam. |
1922* | Frans Bastiaanse: Overzicht van de ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde; met bloemlezing; Dl. II; Amsterdam. (5-½) |
* | Marnix Gijsen: Breeroo's lyriek; Een bloemlezing uit Breeroo's verzen; Antwerpen. (5-1)
A. J.(olles): Marnix Gijsen: Breeroo's lyriek; in: De Gids; Jrg. LXXXVI; Dl. IV; Amsterdam. (5-¼)
Th. E.C. Keuchenius en D.C. Tinbergen: Nederlandsche lyriek; Dl. II; Leiden. |
| |
| |
* | Willem Kloos: Marnix Gijsen: Breeroo's lyriek; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXXVII; Dl. II; Amsterdam. (4-½)
J.A. van Praag: La comedia espagnola aux Pays-Bas au 17e et 18e siècle; Amsterdam. |
* | Albert Verwey: Dr. G. Kalff: Dichters van den ouden tijd; in: Proza; Dl. V; Amsterdam. |
1923* | Nieuwe Rotterdamsche Courant; Jrg. LXXX; Rotterdam. (3-¼; 5-¼) |
* | A. Gratama: Onze letterkunde; Dl. II; Groningen. (5-¼) |
* | D. de Groot, L. Leopold, R.R. Rijkens, W. Pik en G. Kalff Jr.: Nederlandsche letterkunde; twaalfde druk; Dl. I; Groningen. (3-¼) |
* | Top Naeff: Dramatische kroniek; Het Schouwtooneel; De Spaansche Brabander, door Bredero; in: De Amsterdammer; Weekblad voor Nederland; Jrg. XLVII; Amsterdam. (5-¼)
Dr. K.H. de Raaf: Over Pieter Cornelisz. Hooft; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXXVIII; Dl. I; Amsterdam. (3-¼)
Julius Röntgen: Bredero; Liederen voor een zangstem en een piano; Op. 69; Amsterdam.
Carel Scharten: Aesthetische of ethische kritiek; in: Kroniek der Nederlandsche letteren; 1919-1920; Dl. III; Amsterdam.
Dr. J.B. Schepers: Gerbrand Adriaensz. Bredero; Bloemlezing uit zijn gedichten; Amsterdam. (5-1) |
* | D.W. (Julius Persijn): Marnix Gijsen: Breeroo's lyriek; in: De Dietsche Warande en Belfort; Jrg. XXIII; Gent, Haarlem. (5-¼)
Dr. J. te Winkel: De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde; tweede druk; Dl. III; Haarlem. (4-1) |
1924* | Dr. W.L. van den Brink: Breero's Spaansche Brabander, in verkorten vorm uitgegeven; Groningen. (3-½) |
* | Dirk Coster: Aanteekeningen; Een aangerand monument en iets over litteratuur-onderwijs; in: De Stem; Jrg. IV; Dl. I; Arnhem. (5-¼)
G. Kalff Jr.: Het leven van Dr. G. Kalff; Groningen.
Dr. J.A.N. Knuttel: Werken van G.A. Bredero; Dramatische werken; Dl. II; Amsterdam. |
* | Prinsen: G.A. Bredero; in: Dr. P.C. Molhuysen, Prof. Dr. P.J. Blok en Dr. Fr. K.H. Kossmann: Nieuw Nederlandsch biographisch woordenboek; Dl. IV; Leiden. (5-¼)
Dr. J.M. Romein: Dostojewskij in de westerse kritiek; Haarlem.
Dr. J.B. Schepers: De 12 sonnetten van de schoonheid; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XXXIX; Dl. I; Amsterdam. (5-¼) |
1925 | Dr. F. Buitenrust Hettema en Dr. J.B. Schepers: Jan Klaaz. of gewaande dienstmaagt, door Thomas Asselijn; Zwolle. |
* | J. Greshoff en J. de Vries: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde; Arnhem. (5-¼) |
* | Dr. B.G. Halberstadt: Gedichten uit de 16de en 17de eeuw; Amsterdam.
J.A.N. Knuttel: Bredero voor den vakman; in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. XLIV; Leiden. |
* | G.H. Pannekoek: Al pratende met Mr. François Pauwels; in: Den gulden Winckel; Jrg. XXIV; Baarn. (5-¼)
|
| |
| |
|
A.A. Verdenius: De Spaansche Brabander; In: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. XLIV; Leiden. |
* | Joh. Vorrink: Gerbrand Adriaensz. Bredero: Klucht van de koe; 's-Gravenhage. (3-¼) |
* | Joh. Vorrink: Levens en verhalen uit de Nederlandsche letteren; Dl. I; 's-Gravenhage. (5-½) |
1926* | Gustaaf van Elring: ‘Hoog het glas!’; Zangen uit Noord en Zuid; 's-Gravenhage. (5-¼) |
* | Oosthoek's geïllustreerde encyclopaedie; tweede druk; Dl. III; Utrecht. (3-¼)
Dr. A.A. van Rijnbach: De kluchten van Gerbrand Adriaensz. Bredero; Amsterdam. (4-1) |
1927* | Dirk Coster: De Nederlandsche poëzie in honderd verzen; Arnhem. (5-½) |
* | W. Kramer en Dr. N. van der Laan: Dietsche lusthof; Letterkundig leesboek; Dl. I; Rotterdam. |
* | Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Dr. A.A. van Rijnbach: De kluchten van Gerbrand Adriaensz. Bredero; in: Nieuwe Rotterdamsche Courant; Jrg. LXXXIV; Rotterdam. (5-¼)
Dr. J.B. Schepers: Nieuws over de jonge Bredero; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XLII; Dl. I; Amsterdam. (5-¼)
Dr. J.F.M. Sterck e.a.: De werken van Vondel; Dl. I; Amsterdam. |
1928 | J.F.L. de Balbian Verster: De Breero-feesten en de Breero-club (1885-1890); in: Jaarboek van het genootschap Amstelodamum; Dl. XXV; Amsterdam. |
* | H. Poort: Gerbrand Adriaenszoon Bredero; in: Opstellen en lezingen; Groningen. (5-1)
Dr. J. Prinsen J.Lzn.: Handboek tot de Nederlandsche letterkundige geschiedenis; derde druk; 's-Gravenhage. (5-½)
C. de V.(ooys): Dirk Coster: De Nederlandsche poëzie in honderd verzen; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XXII; Groningen. (3-¼) |
1929 | Dr. J.A.N. Knuttel: Werken van G.A. Bredero; Dl. III: Liederen en gedichten; Proza; Amsterdam. (4-1) |
* | Israël Querido: Iets over Bredero; in: Groot-Nederland; Jrg. XXVII; Amsterdam. (5-½)
A.A. Verdenius: Aantekeningen bij Breero's kluchten; in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. XLVIII; Leiden. |
1929?* | Willem Kloos: Iets over Brederoo; in: Veertien jaar literatuurge-denis; Dl. I; vierde druk; Amsterdam. (4-½) |
1930 | Handelingen van de maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden; 1929-1930; Leiden. (4-¼) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: De vrije bladen; Jrg. VII; Amsterdam. (5-½) |
* | Is. Querido: Iets over Bredero; in: Essay en critiek; Dl. I; Groote figuren; Amsterdam (5-½)
A.A. Verdenius: Aantekeningen bij Breero's kluchten; in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. XLIX; Leiden. |
| |
| |
* | Albert Verwey: Dr. J.A.N. Knuttel: Werken van G.A. Bredero; in: Algemeen Handelsblad; Jrg. CIII; Amsterdam. |
* | C.G.N. de Vooys, J.H. van den Bosch en D.C. Tinbergen: Letterkundig leesboek; derde druk; Groningen. |
1931* | Dirk Coster: De Nederlandsche poëzie in honderd verzen; tweede druk; Arnhem. (5-½) |
* | Nieuwe Rotterdamsche Courant: jrg. LXXXVIII: Rotterdam. (4-¼; 5-¼)
Dr. A.A. van Rijnbach: Dr. J.A.N. Knuttel: Werken van G.A. Bredero; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XXV; Groningen. (4-¼)
J.B. Schepers: Drie zeventiende eeuse liedjes; in: Levende Talen; Nr. 67; Groningen.
Dr. F.A. Stoett: G.A. Brederoo's Moortje; Zutphen. |
1932 | J.B. Schepers: Bredero en de klassieken; in: Levende Talen; Nr. 71; Groningen.
Dr. J.B. Schepers: Bredero's jeugdwerk en jeugd; in: De Nieuwe Gids; Jrg. XLVII; Dl. I; Amsterdam.
P.H. Schröder: Parodieën in de Nederlandse letterkunde; Haarlem.
A.A. Verdenius: Een standaard-uitgave van Brederoo's Moortje; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XXVI; Groningen. |
1933 | F.R. Coers Frzn.: Liederen van Bredero; in: Liederen van Groot-Nederland; Dl. 243-262; Amsterdam, Utrecht. |
* | F.V. Toussaint van Boelaere: Anthea; Keurverzameling van sonnetten; tweede druk; Brussel.
A.A. Verdenius: Bredero's dialectkunst als Hollandsche reactie tegen Zuidnederlandsche taalhegemonie; Amsterdam. |
* | Winkler Prins' algemeene encyclopaedie; vijfde druk; Amsterdam. (4-¼) |
1934* | Frederik van Eeden: Mijn dagboek; Dl. VIII; Amsterdam. (2-¼)
Dr. Willem van Eeghen: Guilliam Ogier: De hoveerdigheyt; Antwerpen.
G. Kazemier: De compositie van Bredero's ‘Spaanschen Brabander’; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XXVIII; Groningen. (5-½) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Porta Nigra; Utrecht. (5-½) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Porta Nigra; tweede druk; Utrecht. (5-½)
P. de Smaele: Baudelaire, het Baudelairisme; Hun nawerking in de Nederlandsche letterkunde; Brussel.
Dr. F.A. Stoett: G.A. Bredero's Spaansche Brabander; tweede druk; Zutphen. |
1935 | Ben Albach: Bredero's werken op het tooneel; in: Bredero-nummer van Amstelodamum; Jrg. XXII; Amsterdam.
Ben Albach: Verslag van de Bredero-herdenking; Amsterdam. |
* | Ben Albach: De waardering van Bredero in drie en een halve eeuw; in: Programma van de herdenkingsavond in de stadsschouwburg; Amsterdam.
De Balbian Verster: De Breero-feesten in 1885; in: Bredero-nummer van Amstelodamum; Jrg. XXII; Amsterdam. |
| |
| |
* | P.C. Brederode: Gerbrand Adriaensz. Bredero; in: Het Vaderland; Jrg. LVI; 's-Gravenhage. (5-¼) |
* | H. Brugmans: Gerbrand Adriaensz. Brederoo; in: Bredero-nummer van Amstelodamum; Jrg;. XXII; Amsterdam. (4-¼)
J.G. van Dillen: Amsterdam in Bredero's tijd; in: De Gids; Jrg. IC; Amsterdam. (4-½)
J.G. van Dillen: Nieuwe gegevens betreffende Bredero; in: Tijdschrift voor Geschiedenis; Jrg. L; Groningen. |
* | Dr. F.C. Dominicus: Gerbrand Adriaensz. Bredero; in: Het Vaderland; Jrg. LVI; 's-Gravenhage. (5-¼)
Jos. J. Gielen: Bredero en zijn Spaansche Brabander; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XXIX; Groningen. (5-½) |
* | De Gooi- en Eemlander; Jrg. LXIV; Hilversum. (5-¼) |
* | Algemeen Handelsblad; Jrg. CVIII; Amsterdam. (4-¼) |
* | Adriaan van der Horst: Bredero ten tooneele; in: Algemeen Handelsblad; Jrg. CVIII; Amsterdam. |
* | Herman Gorter: De groote dichters; Amsterdam. (4-¼)
G. Kazemier: Versbouw in Bredero's ‘Spaanschen Brabander’; in: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde; Jrg. LIV; Leiden.
G. Kloeke: Bredero en het Amsterdamse dialect; in: Bredero-nummer van Amstelodamum; Jrg. XXII; Amsterdam. |
* | Willem de Mérode en Dr. J. van Ham: Geestelijke liederen; Amsterdam.
B.H. Molkenboer O.P.: Vondel en Bredero; in: Vondelkroniek; Jrg. VI; Nijmegen. (5-¼)
G.S. Overdiep: Bredero sprekend na 350 jaar; in: Onze Taaltuin; Jrg. III; Rotterdam. (5-½) |
* | Dr. J. Prinsen J.Lzn.: G.A. Bredero; in: Het Volk; Jrg. XXXVI; Amsterdam. (5-¼) |
* | Dr. K.H. de Raaf en J.J. Griss: Een nieuwe bundel; vierde druk; Dl. IV; Rotterdam. |
* | Dra. M.G. Schenk: Gerbrand Adriaensz. Bredero; Bloemlezing; Baarn. (5-½) |
* | Dr. J.B. Schepers: Ter herdenking van G.A. Bredero; in: Oprechte Haarlemsche Courant; Jrg. CCLXXX; Haarlem. (5-¼; 5-¼) |
* | Henrik Schalte: Breêro-herdenking; in: De Groene Amsterdammer; Jrg. LIX; Amsterdam. (5-¼) |
* | De Telegraaf; Jrg. XLIII; Amsterdam. (5-¼) |
* | De Tijd; Jrg. XC; Amsterdam. (4-¼) |
* | Pierre van Valkenhoff: Bredero; in: Roeping; Jrg. XIII; z. pl. (5-½) A.A. Verdenius: Bredero en het Amsterdams; in: Bredero-nummer van Amstelodamum; Jrg. XXII; Amsterdam. |
* | J.W.F. Werumeus Buning: Bredero herdacht in den stadsschouwburg; in: De Telegraaf; Jrg. XLIII; Amsterdam. (4-¼)
A. Zijderveld: Met Bredero langs de Amstel; in: Bredero-nummer van Amstelodamum; Jrg. XXII; Amsterdam. |
1936 | Th. H. d'Angremond: De Spaansche Brabander; in: Tijdschrift voor taal en letteren; Jrg. XXIV; Tilburg. (4-¼) |
| |
| |
* | Dr. Jos. J. Gielen: Handleiding bij de studie der Nederlandsche letterkunde; Purmerend. (5-¼) |
* | W.L.M.E. van Leeuwen: Korte schets van de ontwikkeling der Nederlandsche letterkunde; derde druk; Groningen. (5-¼) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Porta Nigra; derde druk; Utrecht. (5-½)
Dr. F.A. Stoett: G.A. Brederoo's Moortje; Zutphen. |
1937 | G.A. Bredero's twaalf sonnetten ‘Van de schoonheyt’; in: De Bladen voor de Poëzie; Jrg. I; Mechelen. |
* | Gerard Knuvelder: Inleiding tot de Nederlandsche letterkunde; Dl. Ia; 's-Hertogenbosch. (5-¼) |
* | Pierre van Valkenhoff: Bredero; in: De gouden tak; Maastricht. (5-½)
Dr. J. Wille: De literator R.M. van Goens en zijn kring; Zutphen. |
1938 | Dr. J. Karsemeijer: De gouden eeuw; in: W.L.M.E. van Leeuwen: Dichterschap en werkelijkheid; Utrecht. (4-½) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Verzameld werk; Dl. I; Amsterdam. (5-½)
Th. Weevers: Some unrecorded Dutch originals of Opitz; in: Neophilologus; Jrg. XXII; Groningen. |
1939* | Ro van Oven: Tesseltje; Amsterdam. (5-1)
Victor van Vriesland: Spiegel van de Nederlandsche poezie door alle eeuwen; Amsterdam. |
1939?* | Benjamin Cooper en Jaap Kunst: In het doolhof der Liefde; Amsterdam. |
* | C.C.S. Crone: De vroolijke dichtkunst; 's-Hertogenbosch. |
1940* | R. Casimir, J. Karsemeijer en G. Kazemier: Humor in Holland; 's-Gravenhage.
Dr. K. Heeroma: Protestantse poëzie der 16de en 17de eeuw; Dl. I; Amsterdam. (5-½) |
* | Kommer Kleyn: Een wandeling door de Nederlandsche poëzie; Zeist. |
1941 | Cd. Busken Huet: Het land van Rembrand; zesde druk; Haarlem. (2-¼ 3-¼)
J. Huizinga: Nederland's beschaving in de zeventiende eeuw; Haarlem. (4-½) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Verzamelde gedichten; Amsterdam. (5-½) |
* | Th. de Vries: Bredero, Huyghens en Van Effen, of drie stadia van Nederlands burgerdom; in: Vox Humana; Arnhem. (5-¼) |
1942* | Philip Exel: Bredero; Roman uit Amsterdams prille bloeitijd; Bussum. (5-1) |
* | W. Gs. Hellinga: Breero †; in: Groot-Nederland; Jrg. XL; Dl. II; Amsterdam. (5-¼) |
* | Th. de Jager: De ontwikkelingsgang van de taalkunst der Nederlanden; Rotterdam. (5-¼)
Dr. A.A. van Rijnbach: G.A. Bredero: Toneelwerk: Griane, Klucht van de Koe, Spaanschen Brabander; Amsterdam. (4-1) |
1943 | Dr. J. Karsemeijer: De gouden eeuw; in: W.L.M.E. van Leeuwen: Dichterschap en werkelijkheid; tweede druk; Utrecht. (4-½) |
* | A.A. Verdenius: Bredero; in: Onze taal; Jrg. XII; Amsterdam.
Prof. Dr. J.L. Walch: Nieuw handboek der Nederlandsche letterkundige geschiedenis; 's-Gravenhage. (4-½) |
| |
| |
1943?* | Drs. J. van Tichelen: G.A. Bredero; Diest. (5-½) |
1944 | Dr. M. de Jong: Sonnetten van G.A. Bredero; z. pl. |
* | A. Nonymus: Het lied der minne van vroeger en nu; Wassenaar.
Dr. A.A. van Rijnbach: Groot liedboek van G.A. Brederode; Bilthoven, Antwerpen. (4-½; 5-½) |
1945* | D.A.M. Binnendijk: Gerbrand Azn. Bredero: Geestigh lied; in: Centaur; Jrg. I; Amsterdam. (5-½)
A. Donker: Karaktertrekken der vaderlandsche letterkunde; Arnhem. (5-¼) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Verzamelde gedichten; tweede druk; Amsterdam. (5-½) |
1946* | D.A.M. Binnendijk: Gerbrand Azn. Bredero: Geestigh lied; in: Tekst en uitleg; Dl. III; Amsterdam. (5-½) |
* | Jan Mens: Meester Rembrandt; Amsterdam. (5-¼) |
1947* | Dr. G.A. Brands en A.W. Lieve: Gouden aren; derde druk; Dl. IV; 's-Gravenhage. (4-¼)
A. Donker: Karaktertrekken der vaderlandsche letterkunde; tweede druk; Amsterdam. (5-¼) |
* | A. van Duinkerken: De schoonheid in de Nederlandse letteren; in: Eerste Nederlandsche systematisch ingerichte encyclopaedie; Dl. II; Amsterdam. (5-¼) |
* | Philip Exel: Bredero; Roman uit Amsterdams prille bloeitijd; tweede druk; Bussum. (5-1) |
* | A.M. de Jong: De dolle vaandrig; Roman van Breêro's leven; 2 Dln.; Amsterdam. (5-1) |
* | H. Marsman: Breeroo; in: Verzameld werk; tweede druk; Dl. I; Amsterdam. (5-½)
Victor van Vriesland: Spiegel van de Nederlandsche poëzie door alle eeuwen; tweede druk; Amsterdam.
Prof. Dr. L.J. Walch: Nieuw handboek der Nederlandsche letterkundige geschiedenis; tweede druk; 's-Gravenhage. (4-½) |
* | Dr. A. Zijderveld: De literatuur in het eerste kwartaal der 17e eeuw; Coster, Bredero, Hooft; in: A.E. d'Ailly: Zeven eeuwen Amsterdam; Dl. II; Amsterdam. (3-½) |
1948 | Prof. Dr. J. Brouwer: G.A. Bredero; De lyriek; in: Prof. Dr. F. Baur: Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden; Dl. IV; 's-Hertogenbosch, Brussel. (4-1)
G. Kamphuis: Lief en leed in het Amsterdamsche volksleven; in: J. Haantjes en W.A.P. Smit: Panorama der Nederlandse letteren; Amsterdam. (5-½) |
* | C.J. Kelk: De Nederlandse poëzie van haar oorsprong tot heden; Dl. I; Amsterdam. (5-½)
G. Knuvelder: Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde; Dl. II; 's-Hertogenbosch. (4-½; 5-½) |
* | Willem de Mérode en A. Teunis: Geestelijke liederen; tweede druk; Amsterdam. |
* | Dr. P.J. Meertens: G.A. Bredero; in: Oosthoek's encyclopaedie; vierde druk; Dl. III; Utrecht. (3-¼) |
| |
| |
* | Ro van Oven: Tesseltje; tweede druk; Amsterdam. (5-1)
Prof. Dr. G.S. Overdiep; Bredero's dramatiek; in: Prof. Dr. F. Baur; Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden; Dl. IV; 's-Hertogenbosch. (5-1)
Th. Weevers: Bredero's liedboek en de liederen van Georg Greflinger; in: Album Baur; Dl. II; Antwerpen. (5-¼) |
1949* | Dr. G.A. Brands en R.W. Lieve: Overzicht der Nederlandse letteren; derde druk; 's-Gravenhage (4-¼)
Gerbrand Adriaensz Brederode: Nieu-jaerliederen uyt 't aendachtigh Liedt-boeck; Het model voor den uitgever; Amsterdam. |
* | Nieuwe Rotterdamse Courant; Jrg. CVI; Rotterdam. (4-¼) |
* | Dr. Jos. J. Gielen: Handleiding bij de studie der Nederlandse letterkunde; vierde druk; Purmerend. (5-¼) |
* | F.W. van Heerikhuizen: Spiegel der eeuwen; Rotterdam. (5-¼)
Dr. J.A.N. Knuttel: Bredero; Lochem. (4-1) |
* | W. van Schothorst en Dr. J.G.M. Moormann: Geschiedenis der Nederlandse letterkunde; veertiende druk; Dl. I; Groningen. (4-¼) |
* | Winkler Prins' encyclopaedie; zesde druk; Dl. V; Amsterdam, Brussel. (4-¼) |
1950* | De katholieke encyclopaedie; tweede druk; Dl. IV; Amsterdam, Antwerpen. (5-¼)
Albert Westerlinek: Populariteit van Bredero; in: Dietsche Warande en Belfort; Jrg. 1950; z.pl. |
1950? | Gerard Brom: Geschiedschrijvers van onze letterkunde; Amsterdam. |
1951 | Dr. R.V. Vanden Bussche O.P.: Gerbrand Adriaensz. Bredero: Uit het groot lied-boeck; Amsterdam, Antwerpen. |
1952 | S. Vestdijk: Essays in duodecimo; Amsterdam.
Multatuli: Volledige werken; Dl. IV; Amsterdam.
Nieuwe Rotterdamse Courant; Jrg. CIX; Rotterdam.
J.C. van Holten: Een opvoering van Bredero's Moortje in 1689 en 1691; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XLV; Groningen. |
1953 | A. de Bruyn: G.A. Bredero: Klucht van de koe; Amsterdam.
G. Kamphuis; Aarnout Drost: Schetsen en verhalen; Zwolle. |
1954 | B. Veurman: Een Haarlems volksdichter uit het midden van de zeventiende eeuw; in: De Nieuwe Taalgids; Jrg. XLVII; Groningen. |
|
|