4) | De Hollanders zyn bégueule in hun beoordeeling der grenzen van conventie in holl. stukken. |
(Lindo maakt zeer ware doch misschien onjuiste aanmerkingen op de Bruid daarboven. ‘De knecht praat mee!’ Ook ik zeg dat dit bespottelyk is. Maar, eilieve, hoe dan met Plautus, met Terentius, met Molière?
God bewaarme dat ik, die op stiptheid gesteld ben, ònbeperkte ruimte voor conventie vorderen zou. Maar ik vraag waarom men in vreemde stukken alles slikt? En waarom men den nationalen schryver geen vryheid hoegenaamd vergunt?
Werk gy die données eens uit! Ik doelde o.a. daarop toen ik zeide te vreezen dat het Tooneelverbond stroo dorschte. We hebben geen publiek dat den schryver draagt. Holland is (ook in kunst) bourgeois. E.g.
1) | My is verweten dat ik Droogstoppel 'n domheid liet zeggen: ‘als ik voortdurend de helft van m'n vermogen weg gaf, zou ik weldra niets overhouden.’ Of zoo iets. Neen, zegt de burgerlyke rekenaar, altyd de helft weggevende, zou men altyd iets overhouden. Zeker! |
2) | In Vorstenschool staat: ‘Er wordt van nacht 'n yzeren brug gegoten.’ Een fabrikant zei me (vóór den druk) dat is 'n fout. Men giet geen brug. Men giet successievelyk de stukken. |