VIII.
Wiesbaden 14 Aug. '74.
Hoe gek het treffen kan! Ik ontving van de Gevter 'n uitnoodiging voor Antwerpen, en was genoodzaakt te bedanken. Doch zie, m'n brief werd gekruist door 'n invitatie van zekeren heer Michiels om by hem te komen logeeren, en er bleek me dat ik dan m'n nobelen vrind van Vloten tot contubernaal zou gehad hebben. Zeker hebben de goeie Vlamingen gedacht geestverwanten byeen te brengen. Hier geen god, en daar geen god, ergo ... sympathie! Dit juist zal me nu bewegen wat meer hartelykheid nog te brengen in m'n schets van pater Jansen. Ik heb lust den eersten den besten geloover om den hals te vliegen.