der kwestie is juist wat Holland wil, en ik help daaraan mee, als ik er op antwoord.
In zekeren zin bedroeft het my, dat gy door het zenden dier beide revues schynt te meenen dat ik my verantwoorden moet. Myn god, heb ik alles niet duidelyk genoeg beschreven, verklaard? Is er een speld te steken tusschen de aan D.v.T. aangeboden bewysstukken?
Die bewysstukken zyn daar niet by, zegt ge?
[Namelyk niet by den gedrukten brief aan den G.G. in ruste Duymaer van Twist. Aan den primitieven brief dien Multatuli uit Brussel aan den heer D.v. Tw. zond waren de bewysstukken als bylage toegevoegd.]
1o Ze komen gedeeltelyk voor in den Havelaar en in de Minnebrieven. 2o Heeft men my ooit den triumf gegund ze te laten drukken, door byv. te vragen naar, of te twyfelen aan de echtheid? Heeft men niet door niet-antwoorden my doodgezwegen? (Byna zal 't nu letterlyk waar zyn.)
Wat moet ik meer betoogen, bewyzen? Een feit is weersproken (en ik denk teregt). Myn voorganger is niet denzelfden dag maar (ik meen) den volgenden gestorven.
Hierin heb ik my vergist. Overigens is: 1o niemand opgekomen tegen myne beweringen. 2o De hoofdzaak toegestemd.