XXX.
Keulen, 4 October 1867.
Waarde Heer Huet, Ik lees daar in de uittreksels der nederlandesche dagbladen in den Haarlemmer van heden, dat ik behandeld word in het ‘Utrechtsch dagblad’, en wel eenigzins aanvallender wyze. Dit nu zou my niet byzonder treffen, indien ik niet meende, dat dit blad wordt geredigeerd of geinspireerd door Pr. Vreede. Indien dit zoo is, noem ik 't indigne. Ik heb den man (uit minachting voor de soort van grief, en de platte oorzaak, maar dat wist hy niet) zacht behandeld, en hyzelf scheen dit te erkennen.
Hoe dit zy, ik ben wel genoodzaakt u weder eene dienst te vragen. Zoudt ge my dat Utr. dagblad willen zenden? Dan zal ik kunnen beoordeelen of het eene beantwoording vereischt. En, als 't niet te veel gevergd is, kunt ge my het nummer van de revue Brittanique of North British review opgeven, waarin over my gespro-