een soort godsdienst geheel open met je te wezen. Daarom ook schreef ik u in myn laasten hoe ik je liefhad. Ik heb liever dat je boos bent of verdrietig, dan dat ik je in iets zou bedriegen. Je zoudt verkeerd doen my dat kwalyk te nemen, maar al ware 't zoo ik kan myne liefde voor u niet besmetten met huichelary.
Neen, mimi, u opgeven in myn hart kan ik niet. Nu heb je smart, ja, maar lieve lieve engel, kun je je voorstellen welke smart je zou voelen als ik je opgaf? Stel eens dat je 't gelooven kon, zeg weet je zoo zeker dat dit je kalmte geven zou? O mimi, geloof my, dàn eerst zou je smart voelen.
Maar wel kan ik elke handeling myden voortaan, elke uiting. En dat zal ik als je 't begeert. Ik deed immers altyd alles wat je wilde!
Ik zal je niet groeten, niet schryven, niet zien. Meer kan ik niet.
Vaarwel mimi, myn lief kind, myn fancy!
O, gister, juist gister is dat kleine plantje weggezakt in de modder.... juist gister!
Vaarwel mimi.... om uwentwil alles! Vaarwel, wil je.... neen, niets meer.
Of ik geloof dat wy goed doen onze harten zoo stelselmatig te kwetsen.... neen! Wat niet uit de natuur is, is zonde. O ware de straf op