Brieven. Deel 6. Minnebrieven-tyd 1862-1863
(1892)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 15]
| |
het goed was. Ik ben zeer tevreden. Myn stem enz. is my zeer meegevallen, ieder heeft elk woord verstaan schoon frascati groot is. Ik heb gesproken (of gelezen) van 8-11 met twee kleine pauzen. Zeker langer dan 2½ uur. Welnu, ik was niet eens moe. Ik dacht dat ik zoo zwak was, en heb gesproken met veel gemak. Ieder is tevreden. Ik had ca. 400 menschen. Doch daaronder waren veel vrykaartjes. Maar dat is niets. Ieder zegt dat er een volgende keer meer zullen komen. Ik ben heel heel in myn schik. Meyer zei ook dat het heel goed was. - De zorg voor 't dagelyksch brood is voorby! Goddank, Goddank! Ik had een gedistingeerd publiek. Het was tot het laatst toe zoo stil dat men een speld kon hooren vallen. Dat was my een goed teeken. Dag lieve schat. 't Komiekste was dat en myn publiek en ik zich hebben bedrogen in elkaer. Zy wachtten hevigheid etc. en ik was heel zacht. Ik wachtte voetgetrappel, geschuif etc. en in plaats daarvan was 't zoo stil, ja stiller dan in een kerk. Ik heb slechts eenmaal iemand heel zacht hooren opstaan. Och beste, 't is zoo goed gegaan! |
|