niet goed gewerkt heb. Ik had het zoo drok den laatsten tyd dat ik je niet eens kon schryven hoe en wat ik wurmde. Ik schreef alleen: houd je goed. Nu dat wist ik wel, maar toch was ik telkens bang, dat je verdrietig zou worden.
Van de Ideen zyn al vier vel af (en gedrukt), maar ik laat ze niet uitgeven voor ik gelezen heb. Zie de courant. Alles zal goed gaan.
Nu zal ik je ook die advertentie uitleggen. Ik had een brief van Fuhri waarin hy my dreigde etc. Je weet hoe zulke brieven my ongeschikt maken wat te doen. Ze beletten my te werken. Acht dagen lang had ik dien brief als een spook voor my, en ik kon niets doen. Toen redeneerde ik zoo: Wàt drukt my? Niet het tegenwoordig geldgebrek op zichzelf, want wat wy noodig hebben kan ik verdienen als ik kalm werken kan. Dit nu is me onmogelyk by zoo'n tiraillement, dat telkens weer komt. Maar als ik een jaar slyt in voortdurende agitatie van bitter lyden en tobben over spoken (dat zyn my zulke brieven) vraagt een ander: wat heb je dat jaar gedaan?
Ik moest iets radicaals doen om die spoken te verdryven. Erger dan ik nu myzelf bankroet verklaar, kan niet. Wie me nu weer dreigt, wys ik op die courant. En daarmee win ik kalmte om