Brieven. Deel 5. Minnebrieven-tyd 1861
(1892)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 104]
| |
Dat is zeer moeyelyk. Als dat quartier chaussée d'Ixelles je bevalt, zou ik dat goedvinden, 't Park kan je voor tuin gebruiken. Te Ruysbroek ben ik bang dat je zoo verlaten bent. Huur maar wat je goed vindt. Hoe kan ik nu decideren. 't Spyt me dat je 't my vraagt. Ik kan immers niet zoo goed oordeelen als gy zelve. Daar je nu toch antwoord wacht zou ik je raden... wel neen, ik kan je niet raden. Ik weet immers niet hoe je Ruysbroek gevonden hebt. Lieve, wat breng je me in een moeyelyke positie. Dit is zeker, je moogt de maand Augustus niet afwachten om die dampen. Ik raad je aan Ruysb.... of dat quartier op de Ch. d'Ixelles. Eerst de gezondheid en dan verder zien. Maar als 't je nu te Ruysbroek aanstond.... Lieve, handel toch zelf! Ik wou je nu graag telegraferen, maar wat? Ik zou je niets anders kunnen telegraferen dan: ‘doe wat je goed vindt!’ en dit weet je toch al. Ik ben opgeruimd, maar heb het drok. Ik heb je vel 9 en 10 ook gezonden. Die zyn dus ook weg. 't Is infaam. Ik heb geen tyd. Ik denk u morgen weer te schryven. Ik ben weer in de war met myn thuiskomen. Ik zal 't je uitleggen. Ik verlang dol, maar ik denk dat het goed is hier te blyven om meer geld te krygen. | |
[pagina 105]
| |
Als ik wegga is die kans kleiner. Ook moet ik schryven, dadelyk, met spoed. Doe toch in godsnaam wat gy goed vindt. Hoe kan ik dat nu decideren? Ik vind het naar dat je op myn decisie wacht. 't Idee om hier te komen agiteert my. Ik vrees dat je - neen, neen, 't is hier veel te duur en te gegeneerd. Huur in godsnaam wat en wees geduldig. Ik begryp waarachtig niet hoe je my zoo kunt persen om met spoed te schryven over dat verhuizen. Dat had je nu op u moeten nemen. Hoe kan ik dat weten? Wees toch zelfstandig. Ik wil er nu niets meer van hooren voor je zegt: ik ben verhuisd! Kus de kinderen. |
|